Vrijstellingsregeling mossel- en oestervisserij

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Artikel

1

Van het bepaalde in artikel 4 van de Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en kustwateren wordt vrijstelling verleend voor het vissen met enig vistuig bestemd of mede bestemd voor het vissen op mosselen of zeesterren voor zover het betreft het vissen van:

  • a.

    mosselen en zeesterren door de visrechthebbende op de mosselpercelen gelegen in de op grond van artikel 2 van het Besluit aanwijzing zeegebied en kustwateren 1970 aangewezen kustwateren;

  • b.

    mosselen en zeesterren door de visrechthebbende dan wel degene die daartoe toestemming heeft gekregen van de visrechthebbende op verwaterpercelen of

  • c.

    oesters door de visrechthebbende op de oesterpercelen in de Oosterschelde.

Artikel

2

Van het bepaalde in artikel 9 van de Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en kustwateren wordt vrijstelling verleend voor zover het betreft het uitzaaien van mosselen, afkomstig uit de Waddenzee, in de Oosterschelde aan:

Artikel

3

De vrijstellingen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, worden slechts verleend voor zover het betreft het vissen met:

Artikel

4

Onverminders het bepaalde in artikel 3 is het vissen van mosselen, zeesterren en oesters, met uitzondering van het vissen op verwaterpercelen, verboden:

  • a.

    tussen zonsondergang en zonsopgang;

  • b.

    op zaterdagen en zondagen en op algemeen erkende christelijke feestdagen en

  • c.

    bij een zicht van 250 meter of minder.

Artikel

5

De Vrijstellingsregeling mossel- en oestervisserij wordt ingetrokken.

Artikel

6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Artikel

7

Deze regeling wordt aangehaald als: Vrijstellingsregeling mossel- en oestervisserij.

’s-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J.J. vanAartsen