Besluit van 27 november 1997, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies ter zake van exportfinanciering (Besluit subsidies exportfinancieringsarrangementen)

Besluit subsidies exportfinancieringsarrangementen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 21 augustus 1997, nr. WJA/JZ 97048563;
De Raad van State gehoord (advies van 20 oktober 1997, nr. W10.97.0560);
Gezien het nader rapport van de voornoemde staatssecretaris van 21 november 1997, nr. WJA/JZ 97068636;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Definities

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    order: een overeenkomst tot levering van kapitaalgoederen, van technische ontwerpen, van agrarisch uitgangsmateriaal aan, of een overeenkomst tot aanneming van werk met een buiten Nederland gevestigde afnemer die een onderneming in stand houdt en die niet tot dezelfde groep behoort als de opdrachtnemer dan wel een overheid is, met inbegrip van de met die overeenkomst onlosmakelijk verbonden opdrachten tot het verrichten van diensten, mits deze van ondergeschikte aard zijn;

  • b.

    zeescheepsbouworder: een order tot het geheel of gedeeltelijk bouwen van een zelfvoortstuwend zeeschip met een bruto tonnage van ten minste 100, bestemd voor het vervoeren van goederen of personen of voor het verrichten van gespecialiseerde diensten op zee, of tot het geheel of gedeeltelijk bouwen van een sleepboot met een voortstuwingsvermogen van ten minste 365 kW, met uitzondering van schepen gebouwd voor militaire doeleinden, of tot het geheel of gedeeltelijk verrichten van werkzaamheden aan een dergelijk zeeschip van meer dan 1000 GT, voor zover deze betrekking hebben op een ingrijpende wijziging van het laadplan, de romp of het voortstuwingsmechanisme;

  • c.

    defensieorder: een order tot levering van goederen zoals omschreven in de posten ML1 tot en met ML22 van de bijlage, behorend bij het In- en uitvoerbesluit strategische goederen;

  • d.

    buitenlandse overheid: de overheid van het land waar de buitenlandse concurrent gevestigd is;

  • e.

    exportfinancieringsarrangement: een faciliteit in het kader van exportfinanciering met het oog op het ongedaan maken van concurrentie-achterstand van ondernemers bij het verwerven van orders;

  • f.

    exportkrediet: een aan de afnemer van een order ten behoeve van de financiering van die order verstrekte betalingsfaciliteit;

  • g.

    ondernemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in Nederland een onderneming in stand houdt, met uitzondering van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, doch met inbegrip van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO;

  • h.

    groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:

    • 1°.

      een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direkt of indirekt:

    • -

      meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

    • -

      volledig aansprakelijk vennoot is van of

    • -

      overwegende zeggenschap heeft over

    • een

      of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

    • 2°.

      laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;

    • i.

      OESO: de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;

    • j.

      OESO-Regeling: de Regeling inzake richtsnoeren voor door de overheid gesteunde exportkredieten van de OESO-Raad;

    • k.

      OESO-consensus: de OESO-Regeling en de Overeenkomst inzake exportkredieten voor schepen van de OESO-Raad.

Artikel

2

§

2

Algemene bepalingen

Artikel

3

Artikel

4

Indien in het exportfinancieringsarrangement de eis wordt gesteld dat de ondernemer aan de afnemer van de order een exportkrediet verstrekt of doet verstrekken, wordt slechts subsidie verstrekt indien:

  • a.

    dit exportkrediet wordt verstrekt hetzij in euro’s, hetzij in een andere convertibele valuta, waarvoor door de OESO maandelijks een «Commercial Interest Reference Rate» wordt gepubliceerd, hetzij in een andere door Onze Minister bij ministeriële regeling aangewezen valuta;

  • b.

    dit exportkrediet een looptijd heeft van ten minste twee jaar, tenzij in het exportfinancieringsarrangement anders is bepaald.

Artikel

5

Geen subsidie wordt verstrekt indien de order is afgesloten voor de indiening van de aanvraag om subsidie.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Vervallen

§

3

Aanvraag en beslissing op de aanvraag

Artikel

9

Artikel

10

Onze Minister geeft op de aanvraag een beschikking binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. Indien de beschikking niet binnen dertien weken kan worden gegeven, stelt Onze Minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

Artikel

11

Onze Minister beslist in ieder geval afwijzend op een aanvraag:

  • a.

    indien de aanvraag niet voldoet aan dit besluit en de daarop berustende bepalingen;

  • b.

    indien subsidieverlening in strijd zou zijn met de OESO-consensus;

  • c.

    indien een op grond van de OESO-consensus verrichte notificatie tot een voor de aanvrager negatief resultaat heeft geleid;

  • d.

    indien de afnemer gevestigd is in een van de lid-staten van de Europese Unie of in een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, tenzij:

    • 1°.

      de aanvrager uitsluitend buitenlandse concurrenten heeft die buiten het gebied van de lid-staten van de Europese Unie of van andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gevestigd zijn, of

    • 2°.

      de aanvraag betrekking heeft op een zeescheepsbouworder of een defensieorder tenzij Onze Minister bij ministeriële regeling anders heeft bepaald, of

    • 3°.

      de order betrekking heeft op het als toeleverancier of onderaannemer produceren van goederen of verrichten van diensten ten behoeve van het uitvoeren van een order waarvan de afnemer niet is gevestigd in een van de lid-staten van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en de subsidie ter zake van de door de aanvrager af te sluiten order geheel zal worden gebruikt bij de financiering van de order waarvan deze deel uitmaakt;

    • e.

      gegronde vrees bestaat dat de aanvrager met het oog op de verkrijging van de subsidie dan wel bij het uitvoeren van de order omkoping in de zin van de artikelen 177 en 177a, juncto 178a van het Wetboek van Strafrecht heeft gepleegd, respectievelijk zal plegen.

Artikel

12

Onze Minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

§

4

Subsidieverlening en verplichtingen van de subsidie-ontvanger

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

De subsidie-ontvanger doet onverwijld mededeling aan Onze Minister van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot verlening van surséance van betaling aan hem of tot faillietverklaring van hem.

Artikel

17a

§

4

Voorschotten

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Onze Minister kan afwijzend beschikken op een aanvraag, indien de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen.

§

7

Vaststelling subsidiebedrag

Artikel

21

Onze Minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor de indiening ervan geldende termijn is verstreken. Indien de beschikking niet binnen dertien weken kan worden gegeven, stelt Onze Minister de subsidie-ontvanger daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

§

8

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

22

Het Besluit subsidies exportfinanciering en het Besluit exportfinancieringsarrangement Indonesië 1996 worden ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidies die zijn verleend of vastgesteld voor de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel

23

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Kaderwet EZ-subsidies in werking treedt.

Artikel

24

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit subsidies exportfinancieringsarrangementen.

Lasten en bevelen, dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Economische Zaken, A. van Dok-van Weele
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager