Opkoopregeling varkenshouderij

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b.
bureau:

Bureau Heffingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, te Assen;

c.
wet:

Wet verplaatsing mestproduktie;

d.
niet-gebonden mestproductierecht:

niet-gebonden mestproductierecht als bedoeld in artikel 1 van de wet;

e.
bedrijf:

bedrijf als bedoeld in artikel 1 van de wet;

f.
fokzeug:

varken behorend tot diercategorie nummer 400, 401 of 407, als bedoeld in Bijlage A, opgenomen bij de Wet van 2 mei 1997, houdende wijziging van de Meststoffenwet (Stb. 360);

g.
aangifte overschotheffing:

schriftelijke opgave, zoals in voorkomend geval gecorrigeerd, die ter vaststelling van de verschuldigde overschotheffing met betrekking tot het bedrijf is gedaan krachtens de artikelen 8 en 13 van de Meststoffenwet, zoals deze artikelen luidden onmiddellijk vóór inwerkingtreding van de Wet van 2 mei 1997, houdende wijziging van de Meststoffenwet (Stb. 360);

h.
aangeboden recht:

het ten aanzien van het bedrijf geregistreerde niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen op het moment van de doorhaling van de gegevens als bedoeld in artikel 2, tweede lid;

i.
vraagprijs:

bedrag van de bieding als bedoeld in artikel 9, eerste lid, vermenigvuldigd met het aangeboden recht.

Artikel

2

Artikel

4

Artikel

5

De vraagprijs wordt betaald aan de natuurlijke persoon, de rechtspersoon of het samenwerkingsverband op wiens of welks naam het bureau het niet-gebonden mestproductierecht heeft geregistreerd.

Artikel

6

Een aanvraag voor deelname aan deze regeling kan worden ingediend van 1 december tot en met 23 december 1997 te 13.00 uur.

Artikel

7

Artikel

8

Onder het voorbehoud van toewijzing van de aanvraag verzoekt de aanvrager aan het bureau om doorhaling van de ten aanzien van het bedrijf geregistreerde gegevens betreffende het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen en stemt hij in met het vervallen van het varkensrecht dat hem bij de inwerkingtreding van de Wet herstructurering varkenshouderij zou toekomen indien dit wetsvoorstel tot wet wordt verheven.

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Een aanvraag wordt in ieder geval afgewezen indien:

  • a.

    een bieding als bedoeld in artikel 9, eerste lid, naar het oordeel van de minister de representatieve marktwaarde van een kilogram fosfaat overschrijdt;

  • b.

    een bieding naar het oordeel van de minister niet bijdraagt aan het doel van deze regeling.

Artikel

12

Geen aanvraag wordt toegewezen indien op of na de datum waarop deze regeling wordt bekendgemaakt een kennisgeving van verplaatsing als bedoeld in artikel 9 van de wet met betrekking tot het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen van het desbetreffende bedrijf is gedaan.

Artikel

13

Artikel

14

De minister trekt de toewijzing van de aanvraag in, indien de verplichtingen voortvloeiend uit dit besluit niet of niet tijdig worden nagekomen.

Artikel

15

Indien de beslissing tot toewijzing van de aanvraag is ingetrokken, is de aanvrager verplicht de door hem ontvangen vraagprijs vermeerderd met de wettelijke rente op eerste vordering van het bureau terug te betalen, zonder dat ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist. Na terugbetaling van de vraagprijs vermeerderd met de wettelijke rente maakt het bureau de doorhaling van de gegevens als bedoeld in artikel 2, tweede lid, en het vervallen van het varkensrecht als bedoeld in artikel 8, ongedaan.

Artikel

16

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel

17

Deze regeling kan worden aangehaald als ’Opkoopregeling varkenshouderij’.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J.J. vanAartsen