Besluit van 8 december 1997, houdende vrijstellingen van het stortverbod buiten inrichtingen (Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen)

Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 november 1997, nr. MJZ97566858, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
De Raad van State gehoord (advies van 26 november 1997, nr. W08.97.0709);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 december 1997, nr. MJZ97580602, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Het verspreiden is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    onderhoudsspecie klasse 1 wordt over de direct aan het oppervlaktewater grenzende percelen verspreid;

  • b.

    onderhoudsspecie klasse 2 wordt over een breedte van maximaal 20 meter over de direct aan het oppervlaktewater grenzende percelen verspreid;

  • c.

    de verspreiding van onderhoudsspecie klasse 1 of 2 vindt niet plaats in onevenredig grote hoeveelheden;

  • d.

    de onderhoudsspecie klasse 1 of 2 wordt op korte termijn na het op de kant zetten gelijkmatig verspreid.

Artikel

4

Het in artikel 2, eerste lid, onder d, en het in artikel 3 bepaalde, voor zover betrekking hebbend op onderhoudsspecie klasse 2, blijft buiten toepassing met ingang van 1 januari 2003.

Artikel

5

Na inwerkingtreding van dit besluit:

a. berusten de krachtens het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen (Stb. 1993, 616) vastgestelde regels en andere besluiten op dit besluit;

b. worden de met toepassing van het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen (Stb. 1993, 616) vastgestelde regels en andere besluiten gelijkaangemerkt als regels, onderscheidenlijk besluiten, vastgesteld met toepassing van dit besluit.

Artikel

7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum waarop vier weken zijn verstreken sedert de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer a.i., A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Bijlage

behorende bij artikel 1 van het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen

Overzicht streef-, grens- en toetsingswaarden onderhoudsspecie (in mg/kg d.s. tenzij anders vermeld).

ANORGANISCHE STOFFEN

1. Metalen

antimoon (Sb)

(7440–36–0)

3

arseen (As)

(7440–38–2)

29

55

55

barium (Ba)

(7440–39–3)

160

cadmium (Cd)

(7440–43–9)

0,8/1,2*1Bij sommige stoffen staan twee waarden met een *. De eerste waarde geeft de streefwaarde aan op lange termijn, die bij verbetering van analysemethoden op basis van risico's gehanteerd zou moeten worden. De tweede waarde betreft de streefwaarde waarop nu getoetst moet worden. Deze waarde is gebaseerd op de bepalingsgrens. Bij overschrijding van de bepalingsgrens vindt op dit moment overschrijding van de streefwaarde plaats.

2

7,5

chroom (Cr)

(7440–47–3)

100

380

380

cobalt (Co)

(7440–48–2)

9

koper (Cu)

(7440–50–8)

36

36

90

kwik (Hg)

(7439–97–6)

0,3

0,5

1,6

lood (Pb)

(7439–92–1)

85

530

530

molybdeen (Mo)

(7439–98–7)

3/4,5*

nikkel (Ni)

(7440–02–0)

35

35

45

zink (Zn)

(7440–66–5)

140

480

720

2. Overige anorganische stoffen

cyanide (vrij)

n.v.t.

1/3*

cyanide-complex

n.v.t.

5

thiocyanaten (som)

n.v.t.

1

ORGANISCHE STOFFEN

3. Aromatische stoffen

benzeen

(71–43–2)

0,01/0,06*

ethylbenzeen

(100–41–4)

0,03/0,09*

tolueen

(108–88–3)

0,01/0,18*

xylenen (som)2Onder xylenen (som) wordt verstaan: som van o-xyleen, m-xyleen en p-xyleen.

(95–47–6), (108–38–3), (106–42–3)

0,1/0,12*

styreen (Vinylbenzeen)

(100–42–5)

0,3

fenol

(108–95–2)

0,05

cresolen (som)3 Onder cresolen (som)wordt verstaan: de som van o-cresol (= o-methylfenol), m-cresol (= m-methylfenol) en p-cresol (p-methylfenol)

(95–48–7), (108–39–4), (106–44–5)

0,05

o-dihydroxybenzeen (Catechol)

(120–80–9)

0,05

m-dihydroxybenzeen (resorcinol)

(108–46–3)

0,05

p-dihydroxybenzeen (hydrochinon)

(123–31–9)

0,05

4. Polycylische aromatische koolwaterstoffen (PAK's)

PAK's totaal (som 10)4 Onder PAK (som 10) wordt verstaan: de som van antraceen, benzo(a)antraceen, benzo(k)fluorantheen, benzo(a)pyreen, chryseen, fenantreen, fluoranteen, indeno (1,2,3-cd) pyreen, naftaleen en benzo(ghi)peryleen. Voor de streef-, grens-, en toetsingswaarde vervalt de bodemtype correctie voor bodems met een organisch stof gehalte tot 10%.

(91–20–3), (85–01–8), (120–12–7), (206–44–0), (56–55–3), (218–01–9), (207–08–9), (50–32–8), (191–24–2), (193–39–5)

1

1

10

5. Gechloreerde koolwaterstoffen

a. (vluchtige) chloorkoolwaterstoffen

monochlooretheen (vinylchloride)

(75–01–4)

0,01/0,15*

dichloormethaan

(75–09–2)

0,4/0,6*

1,1-dichloorethaan

(75–74–3)

0,02/0,3*

1,2-dichloorethaan

(107–06–2)

0,02/0,3*

1,1-dichlooretheen

(75–35–4)

0,1/1,2*

1,2-dichlooretheen (som cis en trans)

(156–59–2), (156–60–5)

0,2/1,2*

trichloormethaan

(67–66–3)

0,02/0,06*

1,1,1-trichloorethaan

(79–01–6)

0,07

1,1,2-trichloorethaan

(79–00–5)

0,4

trichlooretheen (Tri)

(79–01–6)

0,1

tetrachloormethaan (Tetra)

(56–23–5)

0,4

tetrachlooretheen (Per)

(127–18–4)

0,002/0,015*

b. overige gechloreerde koolwaterstoffen

chloorbenzenen (som)5 Onder chloorbenzenen wordt verstaan: de som van monochloorbenzeen, dichloorbenzenen (som), trichloorbenzenen (som), tetrachloorbenzenen (som), pentachloorbenzeen en hexachloorbenzeen.

(108–90–7), (95–50–1), (541–73–1), (106–46–7), (87–61–6), (120–82–1), (108–70–3), (634–66–2), (634–90–2), (95–94–3), (608–93–5), (188–74–1)

0,03/1,5*

pentachloorbenzeen

(608–93–5)

0,3

0,3

hexachloorbenzeen

(188–74–1)

0,004

0,02

chloorfenolen (som)6 Onder chloorfenolen (som) wordt verstaan: de som van monochloorfenolen (som), dichloorfenolen (som), trichloorfenolen (som), tetrachloorfenolen (som) en pentachloorfenol.

(95–57–8), (108–43–0), (106–48–9), (576–24–9), (120–83–2), (583–78–8), (87–65–0), (95–77–2), (591–35–5), (15950–66–0), (933–78–8), (933–75–5), (95–95–4), (88–06–2), (609–19–18), (4901–51–3), (58–90–2), (935–95–5), (87–86–5)

0,01/0,03*

pentachloorfenol

(87–86–5)

0,02

5

PCB's (som 7)7Onder PCB's (som 7) wordt verstaan: de som van PCB 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180.

(7012–37–5), (35693–99–3), (37680–37–2), (35065–28–2), (35065–27–1), (35065–29–3), (31508–00–6)

0,02

0,2

PCB 28

(7012–37–5)

0,004

0,03

PCB 52

(35693–99–3)

0,004

0,03

PCB 118

(31508–00–6)

0,004

0,03

PCB 138

(35065–28–2)

0,004

0,03

PCB 153

(35065–27–1)

0,004

0,03

PCB 180

(35065–29–3)

0,004

0,03

chlooranilinen (som)8 Onder chlooranilinen (som)wordt verstaan de som van monochlooranilinen (som) en dichlooranilinen (som).

(95–51–2), (108–42–9), (106–47–8)

0,005

EOX9 De EOX bepaling dient te worden gezien als een trigger voor de eventuele aanwezigheid van gechloreerde verbindingen. Bij overschrijding van de streefwaarde dient verder te worden te worden gezocht naar de aanwezigheid van gechloreerde (en andere halogeen) verbindingen. De eenheid is mg X/kg, waarbij X staat voor de halogenen chloor, broom en jood.

n.v.t.

0,3

7,0

6. Bestrijdingsmiddelen

a. organochloor-bestrijdingsmiddelen

aldrin/dieldrin/endrin (som)

(390–00–2), (60–57–1), (72–20–8)

0,005

aldrin en dieldrin

0,04

0,04

dieldrin

(60–57–1)

0,02

endrin

(72–20–8)

0,04

0,04

chloordaan

(57–74–9)

0,03/120* µg/kg

0,02/0,12*

DDT/DDE/DDD (som)10 Onder DDT/DDD/DDE (som) wordt verstaan: de som van DDT, DDD en DDE.

(72–54–9), (53–19–0),(784–02–6), (72–54–8), (3424–82–6), (50–29–3)

0,01

0,01

0,04

α-endosulfan

(115–29–7)

0,01/0,9* µg/kg

α-endosulfan + -sulfaat

0,01

0,02

HCH (som)11 Onder HCH (som) wordt verstaan de som van α-HCH, ß-HCH, δ-HCH, δ-HCH.

(319–84–6), (319–85–7), (58–89–9), (319–86–8)

0,01

α-HCH1(319–84–6)

(319–84–6)

0,02

ß-HCH

(319–85–7)

0,02

y-HCH (lindaan)

(58–89–9)

0,001

0,02

heptachloor + -epoxide

(76–44–8), (280044–83–9), (1024–5703)

0,02

0,02

heptachloor

(76–44–8)

0,7/0,9* µg/kg

heptachloorepoxide (som)

(280044–83–9), (1024–5703)

0,002/0,9* µg/kg

hexachloorbutadiëen

(87–68–3)

0,02

0,02

som organochloorpesticiden

n.v.t.

0,1

b. overige bestrijdingsmiddelen

organotinverbindingen (som)12De streefwaarde geldt voor de totale, gesommeerde concentratie van aangetroffen organotinverbindingen.

n.v.t.

1 µg/kg

2,5 µg/kg

atrazin

(1912–24–9)

0,2/6* µg/kg

carbaryl

(63–25–2)

0,03/150* µg/kg

carbofuran

(1563–66–2)

0,02/60* µg/kg

maneb

(1247–38–2)

2/3000* µg/kg

7. Overige organische stoffen

cyclohexanon

(108–94–1)

0,1

ftalaten (som)

n.v.t.

0,1

minerale olie13 Minerale olie heeft betrekking op de som van de (al dan niet) vertakte alkanen. Indien er enigerlei vorm van minerale olie verontreiniging wordt aangetoond in grond, dan dient naast het minerale olie-gehalte er ook het gehalte aan aromatische en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen bepaald te worden.

n.v.t.

50/60*

1000

3000

pyridine

(110–86–1)

0,1/0,3*

tetrahydrofuran

(109–99–9)

0,1

tetrahydrothiofeen

(110–01–0)

0,1/0,15*