Besluit van 17 december 1997, houdende regelen betreffende het gebruik van sera en entstoffen (Besluit gebruik sera en entstoffen)

Besluit gebruik sera en entstoffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 21 juli 1997, no. J 977853, Directie Juridische Zaken;
Gelet op Richtlijn nr. 64/432/EEG van de Europese gemeenschappen van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 121), Richtlijn nr. 80/217/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 1980 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest (PbEG L 47), Richtlijn nr. 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (PbEG L 315), Richtlijn nr. 90/677/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1990 tot uitbreiding van de werkingssfeer van Richtlijn 81/851/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, en houdende aanvullende bepalingen voor immunologische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PbEG L 373/26), Richtlijn nr. 92/35/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 april 1992 tot vaststelling van controlevoorschriften en van maatregelen ter bestrijding van paardepest (PbEG L 157), Richtlijn nr. 92/40/ EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (PbEG L 167), Richtlijn nr. 92/66/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (PbEG L 260), Richtlijn nr. 92/119/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van vesiculaire varkensziekte (PbEG 1993, L 62) en Richtlijn nr. 93/53/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1993 tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten (PbEG L 175);
De Raad van State gehoord (advies van 15 augustus 1997, no. W11.97.0504);
Gezien het nader rapport van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 10 december 1997, no. J. 9713646, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • b.

    aangewezen ambtenaar: degene die op grond van artikel 114, eerste lid, van de wet is belast met het toezicht op de naleving van de wet en met de opsporing van besmettelijke dierziekten;

  • c.

    serum: diergeneesmiddel dat bereid is uit bloed of lymphe van dieren, of dat afkomstig is uit dierlijke producten, en dat - al dan niet vermengd met andere substanties - bestemd is voor gebruik ter voorkoming of genezing van een infectieziekte of een parasitaire ziekte bij dieren door passieve immunisatie;

  • d.

    entstof: diergeneesmiddel dat bereid is uit of met behulp van micro-organismen, virussen of parasieten en dat - al dan niet vermengd met andere substanties - bestemd is voor gebruik ter voorkoming of genezing van een infectieziekte of een parasitaire ziekte bij dieren door actieve immunisatie;

  • e.

    richtlijn 91/67/EEG: Richtlijn nr. 91/67/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten (PbEG 1991, L 46);

  • f.

    richtlijn 92/119/EEG: Richtlijn nr. 92/119/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte (PbEG 1993, L 62).

Artikel

2

Artikel

3

Het is voor alle categorieën van houders van dieren verboden vee, pluimvee, nertsen en andere in het Besluit aanwijzing diersoorten besmettelijke dierziekten aangewezen soorten of categorieën van dieren te behandelen of door middel van derden te behandelen met niet levende entstoffen en met sera tegen mond- en klauwzeer, varkenspest, paardepest, aviaire influenza, ziekte van Aujeszky, de in Bijlage I van richtlijn 92/119/EEG genoemde dierziekten en de in Bijlage A, lijsten I en II, van richtlijn 91/67/EEG genoemde visziekten dan wel tegen andere, bij ministeriële regeling aangewezen besmettelijke dierziekten, tenzij Onze Minister het gebruik van bepaalde niet levende entstoffen en sera heeft toegelaten in aangewezen gebieden met betrekking tot bepaalde diersoorten of dieren of Onze Minister ontheffing heeft verleend.

Artikel

4

Aanvragen om een ontheffing als bedoeld in de artikelen 2 en 3 moeten worden ingediend bij Onze Minister.

Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Zij kan onder beperkingen worden verleend.

Artikel

5

Artikel

6

Onze Minister wijst op verzoek als entstoffen en sera als bedoeld in de artikelen 2 en 3 in ieder geval aan die entstoffen en sera, waarvan de verzoeker gegevens kan overleggen welke zijn verkregen uit proeven of analyses, die zijn uitgevoerd ten behoeve van het toelaten van een entstof of serum in een andere lid-staat van de Europese Unie, een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte of een derde land, met betrekking tot eenzelfde besmettelijke dierziekte en met betrekking tot een vergelijkbaar gebruik van die entstof onderscheidenlijk dat serum in het desbetreffende land.

Artikel

7

Na de inwerkingtreding van dit besluit berusten de krachtens het Besluit gebruik sera en entstoffen vastgestelde regels en andere besluiten op dit besluit.

Artikel

8

Het Besluit gebruik sera en entstoffen wordt ingetrokken.

Artikel

9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. J. van Aartsen
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager