Regeling erkenning monsternemers Meststoffenwet

Regeling erkenning monsternemers Meststoffenwet

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Besluit:

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
wet:
b.
minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

c.
intermediaire onderneming:

onderneming als bedoeld in artikel 29 van de wet;

d.
onafhankelijke persoon:

persoon, die geen bedrijf of intermediaire onderneming voert en die niet in dienst is bij een bedrijf of een intermediaire onderneming en daarin evenmin belangen heeft;

e.
bepaling van het gewicht van dierlijke meststoffen:

bepaling van het gewicht als bedoeld in artikel 4 van de Regeling hoeveelheidsbepaling dierlijke en overige organische meststoffen;.

f.
bemonstering van dierlijke meststoffen:

nemen van een monster als bedoeld in artikel 5 van de Regeling hoeveelheidsbepaling dierlijke en overige organische meststoffen;.

g.
monsternemer:

intermediaire onderneming of onafhankelijke persoon die het gewicht van dierlijke meststoffen bepaalt en dierlijke meststoffen bemonstert;

h.
erkende monsternemer:

monsternemer aan wie een erkenning is verleend ingevolge deze regeling;

i.
bemonsteringsapparaat:

bemonsteringsapparaat zoals voorgeschreven ingevolge artikel 6, vierde lid, van de Regeling hoeveelheidsbepaling dierlijke en overige organische meststoffen;

j.
bijlage:

bij deze regeling behorende bijlage.

k.
verpakkingsapparaat:

verpakkingsapparaat zoals voorgeschreven ingevolge artikel 6, vijfde lid, van de Regeling hoeveelheidsbepaling dierlijke en overige organische meststoffen.

2

Voorwaarden voor erkenning

Artikel

2

Artikel

3

De voorwaarden, bedoeld in artikel 2, tweede lid, zijn:

  • a.

    de monsternemer heeft de beschikking over tenminste één bemonsteringsapparaat;

  • b.

    indien de monsternemer een onafhankelijke persoon is, beschikt hij over een getuigschrift als bedoeld in artikel 5, tweede lid;

  • c.

    indien de monsternemer een intermediaire onderneming is, beschikt degene die de onderneming voert of tenminste één persoon die bij de onderneming werkzaam is, over een getuigschrift als bedoeld in artikel 5, tweede lid;

  • d.

    indien de monsternemer een intermediaire onderneming is, zijn bij hem tenminste zoveel personen die in het bezit zijn van een getuigschrift als bedoeld in artikel 5, tweede lid, werkzaam als het aantal automatische bemonsteringsapparaten waarover hij de beschikking heeft.

3

Artikel

4

4

Artikel

5

5

Registratie van bemonsteringsapparaten, verpakkingsapparaten en personeel

Artikel

6

6

Bestuurlijke maatregelen

Artikel

7

7

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J.J. vanAartsen

Bijlage

1

Vervallen

Bijlage

2

A

Getuigschrift

1

Uit het getuigschrift blijkt dat de cursus tot monsternemer met goed resultaat is gevolgd.

2

Voor de cursus tot monsternemer, bedoeld in onderdeel 1, gelden de eindtermen zoals opgenomen in onderdeel B.

3

Het getuigschrift is afgegeven door een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een agrarisch innovatie- en praktijkcentrum als bedoeld in artikel 1.3.4 van die wet.

4

Het getuigschrift is geldig voor onbepaalde duur.

B

Eindtermen monsternemer

1

In dit onderdeel wordt verstaan onder:

P:

productieve vaardigheid;

R:

reproductieve vaardigheid;

c:

cognitief;

pm:

psychomotorisch;

i:

interactief;

re:

reactief.

2

Eindtermen:

  • a.

    Voorbereiding bemonstering

    De deelnemer kan:

    R c, pm ─ bemonsterings-, registratie- en aanzuigapparatuur op werking controleren

    R c, pm ─ kleine gebreken aan bemonsterings-, registratie- en aanzuigapparatuur verhelpen

    R c, i ─ bij grote storingen aan bemonsterings-, registratie- en aanzuigapparatuur hulp inroepen

    R pm ─ materiaal ten behoeve van bemonstering, weging en registratie in voorraad houden.

  • b.

    Bemonstering en weging

    De deelnemer kan:

    R pm ─ apparatuur voor bemonstering en/of aanzuiging bedienen

    R c, pm ─ monsterpotten op voorgeschreven wijze sluiten en controleren

    R c, pm ─ monsterpotten transporteren, bewaren en afgeven

    R c, pm ─ mestwegingen controleren en weeggegevens vastleggen

    R c, pm ─ bemonsterings- en aanzuigapparatuur reinigen

  • c.

    Informatie

    De deelnemer kan:

    R c, i ─ algemene informatie over Minas en mineralenbenutting en ─ beheersing geven

    R re, i ─ instructies over mestadministratie opvolgen

    R c, pm ─ registraties in het logistieke traject uitvoeren

    R c, pm ─ veiligheid en hygiëne bij de bemonstering op het bedrijf hanteren

    P re, i ─ wenselijke omgangsvormen bij bedrijfsbezoeken hanteren