Artikel
1.1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
aanwijsbereik: het bereik begrensd door de laagste en hoogste waarde waarvoor het instrument een meetwaarde presenteert of registreert;
-
b.
afleeseenheid: de waarde, uitgedrukt in de eenheid van de gemeten grootheid, van het verschil tussen de aanwijzingen bij naast elkaar liggende schaaldeelstrepen voor analoog aanwijzende instrumenten of van het kleinste verschil tussen de aanwijzingen bij digitaal aanwijzende meetinstrumenten;
-
c.
certificaat van eerste keuring: het certificaat afgegeven naar aanleiding van de eerste keuring van een bepaald meetmiddel, waarin de overeenstemming van de individuele eigenschappen van het meetmiddel met het ingevolge deze regeling goedgekeurde type wordt bevestigd;
-
d.
certificaat van herkeuring: het certificaat afgegeven naar aanleiding van de herkeuring van een in gebruikzijnd meetmiddel, waarin de overeenstemming van de individuele eigenschappen van het meetmiddel met de eisen van deze regeling worden herbevestigd;
-
e.
keuringsinstelling: de ingevolge artikel 84, eerste lid, en artikel 101, eerste lid, van de wet door de Minister aangewezen instelling;
-
f.
datum ingebruikname: datum waarop het meetmiddel aantoonbaar in gebruik is genomen ten behoeve van de controle van de in hoofdstuk 5 van het Voertuigreglement gestelde eisen;
-
g.
eerste keuring: de keuring die voor de eerste maal wordt verricht aan een bepaald meetmiddel. Bij de eerste keuring wordt de overeenstemming met het goedgekeurde type onderzocht alsook de exemplaargebonden eigenschappen;
-
h.
fout: de afwijking in positieve of in negatieve zin van een aangewezen of geregistreerde waarde van de werkelijke waarde. De fout kan zijn weergegeven als een vaste waarde uitgedrukt in de meetgrootheid, dan wel zijn weergegeven als een relatieve fout, uitgedrukt in procenten van de werkelijke waarde van de gemeten grootheid;
-
i.
herkeuring: de keuring die na een vastgestelde periode, dan wel als gevolg van een reparatie of justering moet worden uitgevoerd. Bij deze keuring worden vooral de eigenschappen onderzocht die door gebruik en tijd kunnen wijzigen;
-
j.
hulpinrichting: inrichting die in combinatie met het meetmiddel kan worden gebruikt, doch die voor de primaire meetfunctie van het meetmiddel niet nodig of voorgeschreven is;
-
k.
invloedsfactor: een invloedsgrootheid met een waarde liggend binnen de vastgelegde gebruiksomstandigheden;
-
l.
invloedsgrootheid: een grootheid die geen onderwerp van de meting is, maar die de waarde van de te meten grootheid of de aanwijzing van het instrument beïnvloedt, zoals de omgevingstemperatuur;
-
m.
keuring: de aanduiding voor de typekeuring, de eerste keuring en de herkeuring;
-
n.
keuringscertificaat: een certificaat van eerste keuring dan wel van herkeuring;
-
o.
maximale fout: de maximaal toelaatbare waarde van de fout geldend voor een bepaald soort meetmiddel;
-
p.
Minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat;
-
q.
onderzoeksgerechtigde: een onderneming of instelling die op grond van hoofdstuk 2, paragraaf 2, van deze regeling door een keuringsinstelling is erkend tot het mogen afgeven van certificaten van herkeuring ten aanzien van nader bepaalde categorieën in gebruik zijnde meetmiddelen;
-
r.
primair meetsignaal: het in apparatuur met elektronische signaalverwerking aanwezige analoge of digitale meetsignaal dat een getrouwe, niet beïnvloedde weergave is van de gemeten grootheid. In dit meetsignaal zijn alle relevante dynamische verschijnselen van de gemeten grootheid proportioneel aanwezig;
-
s.
registratie: vastlegging van een meetresultaat hetzij getalsmatig of analoog;
-
t.
registratie-inrichting: inrichting voor het vastleggen van meetresultaten, zoals een afdrukinrichting;
-
u.
testaansluiting: voorziening in het meetmiddel, waardoor het mogelijk is bij de keuring zowel het primaire meetsignaal van praktijkmetingen te bemonsteren alsook gesimuleerde primaire meetsignalen aan te bieden aan het signaalverwerkende gedeelte van het instrument. Met eventueel noodzakelijke buffering is de testaansluiting opgenomen als een schakel in het normale signaalpad;
-
v.
typekeuring: de keuring van een meetmiddel, waarbij de type-gebonden eigenschappen worden onderzocht. Een typekeuring vindt eenmaal plaats voor een bepaald type meetmiddel;
-
w.
typekeuringscertificaat: het certificaat afgegeven naar aanleiding van een typekeuring van een bepaald meetmiddel-type, waarin de karakteristieke eigenschappen van het desbetreffende meetmiddel zijn vastgelegd en de overeenstemming van die eigenschappen met de eisen van deze regeling wordt bevestigd;
-
x.
vastgelegde gebruiksomstandigheden: gebruiksomstandigheden, beschreven door vastgelegde maximale waarden van invloedsgrootheden, waaronder het meetinstrument aan de maximaal fout moet voldoen;
-
y.
verstoring: een invloedsgrootheid met een waarde buiten de vastgelegde gebruiksomstandigheden, dan wel een invloedsgrootheid waarvoor de gebruiksomstandigheden niet zijn vastgelegd;
-
z.
wet: Wegenverkeerswet 1994;
-
aa.
justering: de handeling die is bedoeld om een instrument in een zodanige toestand te brengen dat het geschikt is voor zijn gebruik;
-
ab.
analoge aanwijzing: aanwijzing die de gemeten waarde weergeeft als een continue of nagenoeg continue functie door middel van een index langs een schaalverdeling;
-
ac.
digitale aanwijzing: aanwijzing die de gemeten waarde uitsluitend getalsmatig weergeeft;
-
ad.
testcertificaat: het certificaat afgegeven naar aanleiding van een typekeuring van een bepaalde hulpinrichting of onderdeel van een meetmiddel, waarin de karakteristieke eigenschappen van die hulpinrichting of dat onderdeel zijn vastgelegd en de overeenstemming van die eigenschappen met de eisen van deze regeling wordt bevestigd;
-
ae.
controlecertificaat: het certificaat afgegeven naar aanleiding van een eerste en periodieke controle van een in gebruik zijnde hulpinrichting, waarin de overeenstemming van de individuele eigenschappen van de hulpinrichting met de eigenschappen van deze regeling worden herbevestigd.