Regeling landbouwgrond Meststoffenwet

Regeling landbouwgrond en natuurterrein Meststoffenwet

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Besluit:

Artikel

1

Artikel

1b

Als beheer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel v, van de wet en artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit gebruik meststoffen dat aan bij ministeriële regeling gestelde regels voldoet, wordt aangemerkt beheer dat het gebruik van dierlijke meststoffen of beweiding toestaat en dat tevens beheer is:

Artikel

2

Voor de toepassing van ‘de hoofdstukken III, IV en V, titel 3, en de daarop berustende bepalingen wordt, in zoverre in afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel q, en derde lid, van de wet, onder de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond ook gerekend:

  • a.

    in België of Duitsland, binnen 25 kilometer van de grens met Nederland gelegen landbouwgrond, die daadwerkelijk in het kader van een normale bedrijfsvoering bij het bedrijf in gebruik is en die:

    • indien die grond in België is gelegen, tot het bedrijf behoort ingevolge eigendom of tot het bedrijf behoort blijkens registratie bij de Dienst Regelingen ingevolge artikel 2.2a van de Regeling keuring en handel dierlijke producten en registratie bij de Vlaamse Mestbank ingevolge artikel 30 van het Besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, en

    • indien die grond in Duitsland is gelegen, tot het bedrijf behoort ingevolge eigendom of ingevolge een in Duitsland geregistreerde pachtovereenkomst;

  • b.

    landbouwgrond die daadwerkelijk in het kader van een normale bedrijfsvoering bij het bedrijf in gebruik is en die tijdelijk in gebruik is gegeven overeenkomstig:

  • c.

    landbouwgrond die daadwerkelijk in het kader van een normale bedrijfsvoering bij het bedrijf in gebruik is en ter zake waarvan overeenkomstig artikel 3 een grondgebruiksverklaring is opgesteld en bij de Dienst Regelingen is ingediend.

Artikel

2a

Voor de toepassing van de hoofdstukken III, IV en V, titel 3, en de daarop berustende bepalingen wordt in zoverre in afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel w, van de wet onder de tot het bedrijf behorende oppervlakte natuurterrein ook gerekend natuurterrein dat daadwerkelijk bij het bedrijf in het kader van een normale bedrijfsvoering in gebruik is en ter zake waarvan overeenkomstig artikel 3 een grondgebruiksverklaring is opgesteld en bij de Dienst Regelingen is ingediend.

Artikel

3

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling landbouwgrond en natuurterrein Meststoffenwet.

Artikel

7

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J.J. vanAartsen