Besluit van 7 februari 1998, houdende vaststelling van een Saneringsbesluit geluidhinder wegverkeer 1998

Saneringsbesluit geluidhinder wegverkeer 1998

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 19 september 1997, nr. MJZ 97553233, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 89, derde lid, 90, derde lid, 104, 113, 126a en 174 van de Wet geluidhinder;
De Raad van State gehoord (advies van 10 december 1997, nr. W08.97.0634);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 februari 1998, nr. MJZ98009637, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel

2

Artikel

4

Artikel

5

Indien een saneringsprogramma, gericht op het beperken van de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie tot 55 dB(A) onvoldoende doeltreffend zal zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard, stellen burgemeester en wethouders tevens een saneringsprogramma op, gericht op het beperken van de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie tot een zo laag mogelijk waarde, die geen van de genoemde bezwaren ontmoet en om zo nodig te voldoen aan het bepaalde in artikel 111, derde lid, van de wet.

Artikel

6

Onze Minister stelt nadere regels vast met betrekking tot de vormgeving en inrichting van een saneringsprogramma.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Indien het ingevolge het tweede lid van artikel 8 door burgemeester en wethouders op te stellen programma van maatregelen onvoldoende doeltreffend zal zijn, dan wel overwegende bezwaren zal ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard, stellen zij tevens een programma van maatregelen op, gericht op het beperken van de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie onderscheidenlijk aan de grens van terreinen tot een zo laag mogelijk waarde die geen van de genoemde bezwaren ontmoet en om zo nodig te voldoen aan het bepaalde in artikel 10, vierde lid.

Artikel

10

Artikel

11

Met betrekking tot een programma van maatregelen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 9 zijn artikel 89, tweede lid, van de wet en de artikelen 2 tot en met 7 van overeenkomstige toepassing.

Artikel

12

Dit besluit is niet van toepassing op een saneringsprogramma of een programma van maatregelen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 9, dat vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit aan Onze Minister is voorgelegd.

Artikel

13

Het Saneringsbesluit geluidhinder wegverkeer wordt ingetrokken.

Artikel

14

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

15

Dit besluit wordt aangehaald als: Saneringsbesluit geluidhinder wegverkeer 1998.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Margaretha de Boer
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager