Regeling duurzaam veilig

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gezien het convenant Startprogramma Duurzaam Veilig, gesloten op 15 december 1997 tussen Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, en de Unie van Waterschappen.

Besluit:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
minister:

Minister van Verkeer en Waterstaat;

c.
de aanvrager:

het bestuur van een gemeente, een provincie, of een waterschap dat op grond van deze regeling een aanvraag heeft ingediend;

d.
30 km-project:

project tot omvorming van wegen binnen de bebouwde kom en in beheer bij de aanvrager tot een gebied waarbinnen een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur geldt, aangeduid met het verkeersbord A1 als bedoeld in bijlage 1 bij het RVV 1990;

e.
60 km-project:

project tot omvorming van wegen buiten de bebouwde kom en in beheer bij de aanvrager tot een gebied waarbinnen een maximumsnelheid van 60 kilometer per uur geldt, aangeduid met het verkeersbord A1 als bedoeld in bijlage 1 bij het RVV 1990;

f.
fiets- en bromfietsmaatregelen:

infrastructurele maatregelen tot aanpassing van wegen en verkeerstekens met het oog op wijzigingen in de nationale regelgeving op het punt van voorrang verlenen aan o.a. fietsers en bromfietsers en op het punt van het al dan niet toelaten van bromfietsers op fietspaden, waaronder het op bepaalde locaties systematisch regelen van de voorrang.

g.
weglengte:

lengte in hectometers van de wegen voorzien van een aaneengesloten verharde bovenlaag, in beheer bij de aanvrager, en waarop verkeer met motorvoertuigen op meer dan twee wielen is toegestaan, met dien verstande dat de lengte van een weg met gescheiden rijbanen is de lengte van één van de rijbanen.

h.
bebouwde kom:

gebied binnen de grenzen overeenkomstig artikel 20a, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

i.
subsidieplafond:

ten hoogste beschikbare bedrag als bedoeld in artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht;

j.
verkeersbesluit:

besluit als bedoeld in artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994, inhoudende het vaststellen van de maximumsnelheid in een gebied op 30 of 60 kilometer per uur.

Artikel

2

§

2

Het subsidiebedrag

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

§

3

De Aanvraag

Artikel

6

Artikel

7

§

4

De beslissing

Artikel

8

De minister beslist in ieder geval afwijzend op een aanvraag:

  • a.

    indien de aanvraag niet tijdig is ingediend;

  • b.

    indien de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beslissing op de aanvraag zou hebben geleid.

Artikel

10

Artikel

11

De minister stelt de subsidie voor het treffen van fiets- en bromfietsmaatregelen uiterlijk 1 november 1998 vast.

Artikel

12

Artikel

13

De beschikking tot subsidievaststelling bevat:

  • a.

    een aanduiding van de aard van de maatregelen of projecten waarvoor de subsidie wordt verstrekt; en

  • b.

    het bedrag waarop de subsidie wordt vastgesteld.

§

5

Verplichtingen

Artikel

15

De subsidie-ontvanger, bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, is verplicht uiterlijk

31 december 1999 het volgende te overleggen aan de minister:

  • a.

    een besluit inhoudende dat middelen uit de begroting worden bestemd voor de projecten waarvoor subsidie is verleend;

  • b.

    een kaart van het wegennet waarop de begrenzing van de projecten is aangegeven;

  • c.

    een opgave van de weglengte binnen de projecten; en

  • d.

    een actuele raming van de projectkosten, bedoeld in artikel 5, derde lid, van de 30 km-projecten.

Artikel

16

De subsidie-ontvanger doet onverwijld schriftelijk mededeling aan de minister van:

  • a.

    intrekking of wijziging van een besluit als bedoeld in artikel 15, onderdeel a;

  • b.

    alle overige omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de subsidie en een doelmatige aanwending daarvan.

Artikel

17

Artikel

18

De subsidie-ontvanger is verplicht medewerking te verlenen aan een onderzoek naar de rechtmatigheid van de besteding van de ontvangen subsidiegelden, verricht door de Minister van Verkeer en Waterstaat aan te wijzen personen.

§

6

Betaling, terugvordering en voorschotten

Artikel

19

Artikel

20

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen binnen vier weken na de subsidievaststelling, of de wijziging of intrekking daarvan worden teruggevorderd.

Artikel

21

Artikel

22

§

7

Slotbepalingen

Artikel

23

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

24

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling duurzaam veilig.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink