Besluit van 4 juni 1998, houdende het Warenwetbesluit Meel en brood

Warenwetbesluit Meel en brood

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 september 1997, nr. GZB/VVB/975283, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op artikel II, eerste lid, van de Wijzigingswet 1988 Warenwet, alsmede op artikel 4, eerste lid, onder a, artikel 8, onder b en c, artikel 12, en artikel 14, van de Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 18 november 1997, no. W13.97.0624);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 mei 1998 met nummer GZB/VVB/981807, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1:

algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

§

2:

bereiding en samenstelling

Artikel

3

Onverminderd de ter zake krachtens het Warenwetbesluit Levensmiddelen-additieven toegelaten levensmiddelenadditieven, mogen de meelverbeteraars L(+)-cysteïne en L(+)-cysteïnehydrochloride gebruikt worden in meel en bij de bereiding van brood.

Artikel

4

Artikel

5

De anti-trypsinefactor van brood dat bereid is met gebruikmaking van soja-producten, bedraagt ten hoogste 5 mg/g eiwit.

Artikel

6

In meel, bloem, gries en grutten zijn niet aanwezig:

  • a.

    brandschimmelsporen (sporen van het geslacht Tilletia (Tul.));

  • b.

    bestanddelen van moederkoren (Claviceps purpurea (Tul.)); en

  • c.

    onkruidzaden.

§

3:

gereserveerde aanduidingen

Artikel

7

Artikel

8

De aanduiding brood mag uitsluitend worden gebezigd voor brood met een vochtgehalte van ten minste 20%, en een gehalte aan keukenzout van ten hoogste 2,5% berekend op de droge stof.

Artikel

9

De aanduiding wit(te)brood mag uitsluitend worden gebezigd voor brood:

  • met een vochtgehalte van ten minste 20%;

  • met een gehalte aan keukenzout van ten hoogste 2,5% berekend op de droge stof;

  • waarvan tarwebloem het voornaamste meelbestanddeel is; en

  • waarin zemelen met het blote oog niet waarneembaar zijn.

Artikel

10

De aanduiding bruinbrood of tarwebrood mag uitsluitend worden gebezigd voor brood:

  • met een vochtgehalte van ten minste 20%;

  • met een gehalte aan keukenzout van ten hoogste 2,5% berekend op de droge stof;

  • waarvan (volkoren)tarwemeel, al dan niet gemengd met gebroken tarwe en tarwevlokken, het voornaamste meelbestanddeel is; en

  • waarin zemelen met het blote oog waarneembaar zijn.

Artikel

11

De aanduiding melkbrood mag uitsluitend worden gebezigd voor brood:

  • met een vochtgehalte van ten minste 20%;

  • met een gehalte aan keukenzout van ten hoogste 2,5% berekend op de droge stof; en

  • waaraan melkbestanddelen in hun natuurlijke verhouding zijn toegevoegd, zodat het melkvetgehalte ten minste 1,5% van de droge stof bedraagt.

Artikel

12

De aanduiding krentenbrood mag uitsluitend worden gebezigd voor brood met ten minste 30% krenten.

Artikel

13

De aanduiding rozijnenbrood mag uitsluitend worden gebezigd voor brood met ten minste 30% rozijnen.

Artikel

14

De navolgende aanduidingen mogen uitsluitend worden gebezigd voor zover de aldus aangeduide waar voldoet aan de daarbij vermelde hoeveelheid droge stof:

fluit of dubbele kadet

60 en 70 gram

bolletje, broodje, kadetje of puntje

30 en 36 gram

mini, als onderdeel van de aanduiding

10 en 25 gram.

Artikel

15

Artikel

16

Het woord volkoren mag onderdeel uitmaken van de aanduiding van een in dit besluit bedoelde waar, voorzover in de aldus aangeduide waar alle van nature voorkomende bestanddelen van de desbetreffende graansoort in hun natuurlijke verhouding, al dan niet na een bewerking te hebben ondergaan, aanwezig zijn.

§

4:

vermeldingen

Artikel

17

§

5:

slotbepalingen

Artikel

19

Als methoden van onderzoek welke bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of al dan niet is voldaan aan de bij dit besluit gestelde regels, worden aangewezen chromatografische en andere scheidingsmethoden, organoleptische bepalingsmethoden en detectiemethoden, alsmede de daartoe door een andere lid-staat van de Europese Unie aangewezen methoden.

Onze Minister kan bij ministeriële regeling nadere regels vaststellen inzake het eerste lid.

Artikel

20

De volgende besluiten worden ingetrokken:

  • het Broodbesluit (Warenwet) 1985; en

  • het Meelbesluit (Warenwet) 1985.

Artikel

21

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat de als krentenbrood of als rozijnenbrood aangeduide voorverpakte waar die voldoet aan het Broodbesluit (Warenwet) 1985 zoals dat onmiddellijk vóór die dag luidde, nog verhandeld mag worden tot 14 februari 2000.

Artikel

22

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit Meel en brood.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. G. Terpstra
De Minister van Justitie, W. Sordrager