Besluit van 3 juli 1998, houdende nadere regels in het belang van een goede uitvoering van de Wet herstructurering varkenshouderij en regels omtrent de vermindering van het varkensrecht bij overgang (Uitvoeringsbesluit Wet herstructurering varkenshouderij)

Uitvoeringsbesluit Wet herstructurering varkenshouderij

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 27 april 1998, no. J. 984240, Directie Juridische Zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 25 mei 1998, no. W11.98.0174);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 26 juni 1998, nr. J. 985770, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

e. andere dieren: dieren van andere in bijlage A bij de Meststoffenwet opgenomen diersoorten dan varkens, kippen en kalkoenen.

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

3

Artikel

4

Voor de toepassing van artikel 15, tweede lid, van de wet wordt, in zoverre in afwijking van artikel 3, bij de bepaling van de in het desbetreffende jaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond geen rekening gehouden met een binnen hetzelfde jaar plaatsvindende verkleining gevolgd door een vergroting van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond, voor zover de vergroting in omvang gelijk is aan de verkleining.

Artikel

4a

In afwijking van de in de artikelen 18, derde lid, en 20, tweede lid, van de wet genoemde percentages gelden, afhankelijk van het tijdstip waarop de in die artikelen bedoelde kennisgeving van overgang van het varkensrecht wordt gedaan, de volgende percentages:

  • 40%, indien de kennisgeving in 1999 wordt gedaan;

  • 60%, indien de kennisgeving na 1999 wordt gedaan.

Artikel

5

Artikel

5a

Artikel

7

Indien in enig jaar registratie van een kennisgeving als bedoeld in artikel 30 van de wet heeft plaatsgevonden, wordt in het desbetreffende jaar voor de toepassing van artikel 15, eerste lid, van de wet ten aanzien van het desbetreffende bedrijf onder een groter aantal varkens, onderscheidenlijk fokzeugen, verstaan: een groter aantal varkens, onderscheidenlijk fokzeugen, dan het op de dag voorafgaande aan de registratie van de kennisgeving geldende varkensrecht, respectievelijk fokzeugenrecht, dat achtereenvolgens is vermenigvuldigd met het op het tijdstip van registratie in het desbetreffende jaar verstreken aantal maanden gedeeld door twaalf, en is vermeerderd met het op 31 december van het desbetreffende jaar geldende varkensrecht, respectievelijk fokzeugenrecht, dat is vermenigvuldigd met het sedert het tijdstip van de registratie in het desbetreffende jaar verstreken aantal maanden gedeeld door twaalf.

Artikel

8

Voor de toepassing van artikel 55a, eerste lid, van de Meststoffenwet, wordt in dat artikellid in plaats van «het overeenkomstig hoofdstuk II van de Wet herstructurering varkenshouderij bepaalde varkensrecht achtereenvolgens te vermenigvuldigen met 100/90 en 7,4 kilogram fosfaat» gelezen: het overeenkomstig hoofdstuk II van de Wet herstructurering varkenshouderij bepaalde varkensrecht, verminderd met het grondgebonden deel daarvan, achtereenvolgens te vermenigvuldigen met 100/90 en 7, 4 kilogram fosfaat.

Artikel

8a

Indien de krachtens artikel 24 van de wet gestelde regels worden gewijzigd, kan bij die regels een termijn worden bepaald waarbinnen de in artikel 24, derde lid, van de wet bedoelde melding, in zoverre in afwijking van dat artikel, wordt gedaan.

Artikel

9

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 1998.

Artikel

10

Dit besluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Wet herstructurering varkenshouderij.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. J. van Aartsen
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager