Besluit van 31 juli 1998, houdende regels voor bronwater, natuurlijk mineraalwater en andere verpakte waters (Warenwetbesluit Verpakte waters)

Warenwetbesluit Verpakte waters

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 juli 1997, GZB/VVB/973729 gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 96/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 oktober 1996 tot wijziging van richtlijn nr. 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lid-staten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (PbEG L 299);
op artikel II, eerste lid, van de Wijzigingswet 1988 Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 3 november 1997, no. W13.97.0417);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 juli 1998 met nummer GZB/VVB/983597, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

§

2

In de Europese Unie gewonnen natuurlijk mineraalwater

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Aan een natuurlijk mineraalwater zoals dat bij het ontspringen voorkomt, mag uitsluitend koolzuur worden toegevoegd of opnieuw worden toegevoegd.

Artikel

6

Het totale gehalte aan kweekbare micro-organismen van een natuurlijk mineraalwater:

  • a.

    komt bij het ontspringen overeen met de normale microflora daarvan, en duidt op een doeltreffende bescherming van de desbetreffende bron tegen iedere verontreiniging;

  • b.

    bedraagt na het bottelen niet meer dan:

    • 1°.

      100/ml, na kweken gedurende 72 uur bij 20 à 22 °C op een agar-agar-voedingsbodem of een agar-agar-gelatinemengsel; en

    • 2°.

      20/ml, na kweken gedurende 24 uur bij 37 °C op een agar-agar-voedingsbodem;

    • gemeten

      binnen 12 uur na het bottelen, waarbij het water gedurende deze periode van 12 uur op 4 °C ± 1 °C wordt gehouden; en

  • c.

    wordt tijdens de verhandeling uitsluitend bepaald door de normale ontwikkeling van het kiemgehalte van dat water bij het ontspringen.

Artikel

7

In natuurlijk mineraalwater zijn niet aantoonbaar:

  • a.

    Escherichia coli, andere coliforme bacteriën, en Streptococcus faecalis, in 250 ml onderzocht monster;

  • b.

    sulfietreducerende sporenvormende anaërobe bacteriën, in 50 ml onderzocht monster; en

  • c.

    Pseudomonas aeruginosa, in 250 ml onderzocht monster.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Ten aanzien van natuurlijk mineraalwater mogen naast die van artikel 10 uitsluitend de volgende vermeldingen gebezigd worden, met inachtneming van de daarbij vermelde criteria:

zwak mineraalhoudend

ten hoogste 500 mg/l minerale zouten, berekend als vast residu;

zeer zwak mineraalhoudend

ten hoogste 50 mg/l minerale zouten, berekend als vast residu;

rijk aan minerale zouten

meer dan 1500 mg/l minerale zouten, berekend als vast residu;

bicarbonaathoudend

meer dan 600 mg/l bicarbonaat;

sulfaathoudend

meer dan 200 mg/l sulfaten;

chloridehoudend

meer dan 200 mg/l chloride;

calciumhoudend

meer dan 150 mg/l calcium;

magnesiumhoudend

meer dan 50 mg/l magnesium;

fluorhoudend

meer dan 1 mg/l fluor;

ijzerhoudend

meer dan 1 mg/l tweewaardig ijzer;

zwak verzuurd

meer dan 250 mg/l vrij koolzuurgas;

natriumhoudend

meer dan 200 mg/l natrium;

geschikt voor de bereiding van babyvoeding

geschikt voor zoutarm dieet

het gehalte aan natrium bedraagt minder dan 20 mg/l;

van nature zoutarm

idem;

kan laxerend zijn

kan diuretisch zijn

§

3

In de Europese Unie gewonnen bronwater

Artikel

12

§

4

Binnen Nederlands grondgebied brengen van natuurlijk mineraalwater en bronwater vanuit een derde land

Artikel

13

§

5

Ander verpakt water dan natuurlijk mineraalwater en bronwater

Artikel

14

Artikel

14a

Bij de vaststelling of al dan niet is voldaan aan artikel 14, worden de specificaties in acht genomen die zijn omschreven in bijlage III van richtlijn (EU) 2020/2184, met dien verstande dat:

  • a.

    andere dan in bijlage III, deel A, van die richtlijn vermelde methoden gebruikt mogen worden voor zover kan worden aangetoond dat de daarmee verkregen resultaten ten minste even betrouwbaar zijn als die van de gespecificeerde methoden;

  • b.

    voor de in bijlage III, deel B, van die richtlijn genoemde parameters elke methode van onderzoek mag worden gebruikt die aan de aldaar gestelde eisen voldoet.

Artikel

14b

Bij de vaststelling of al dan niet is voldaan aan artikel 14, voor zover het betrekking heeft op het voldoen aan de parameterwaarden voor radioactieve stoffen, wordt gecontroleerd volgens de in bijlage II en III bij richtlijn 2013/51/Euratom vastgestelde controlestrategieën en controlefrequenties.

§

6:

slotbepalingen

Artikel

15

Het Natuurlijk mineraal- en bronwaterbesluit (Warenwet) wordt ingetrokken, met dien verstande dat een krachtens dat besluit verleende erkenning gelijk wordt gesteld met een erkenning krachtens dit besluit.

Artikel

16

Wijzigt het Warenwetbesluit Frisdranken.

Artikel

17

Artikel

18

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit Verpakte waters.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Bijlage

I

Deze bijlage behoort bij artikel 8, derde lid.

De van nature in mineraalwater aanwezige bestanddelen en hoeveelheden, bedoeld in artikel 8, derde lid, zijn:

antimoon

0,0050

arseen

0,010 (As totaal)

barium

1,0

cadmium

0,003

chroom

0,050

koper

1,0

cyanide

0,070

fluoride

5,0

lood

0,010

mangaan

0,50

kwik

0,0010

nikkel

0,020

nitraat

50

nitriet

0,1

seleen

0,010

Bijlage

II

Deze bijlage behoort bij artikel 4, derde lid, onder e.

De grenswaarden voor residuen van de behandeling van natuurlijk mineraalwater met lucht die met ozon is verrijkt, bedoeld in artikel 4, derde lid, onder e, zijn:

opgelost ozon

50

bromaat

3

bromoform

1

* De naleving van de grenswaarde wordt door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit nagegaan bij de botteling of andere wijze van verpakking voor de eindverbruiker.