Besluit van 10 november 1998, houdende regels ter uitvoering van de artikelen 6.9, vijfde lid, 7.1 en 7.5 van de Telecommunicatiewet (Besluit ONP huurlijnen en telefonie)
Besluit ONP huurlijnen en telefonie
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 4 juni 1998, nr. HDTP/98/1645/MD, Hoofddirectie Telecommunicatie en Post;
Gelet op richtlijn nr. 92/44/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 juni 1992 betreffende de toepassing van Open Network Provision (ONP) op huurlijnen (PbEG L 165), richtlijn nr. 98/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 februari 1998 inzake de toepassing van Open Network Provision (ONP) op spraaktelefonie en inzake de universele telecommunicatiedienst in een door concurrentie gekenmerkt klimaat (PbEG L 101), richtlijn nr. 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP) (PbEG L 199) en op de artikelen 6.9, vijfde lid, 7.1 en 7.5 van de Telecommunicatiewet;
De Raad van State gehoord (advies van 13 augustus 1998, no. W09.98.0237);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 3 november 1998, nr. HDTP/98/3356/MD, Hoofddirectie Telecommunicatie en Post;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Paragraaf
1
Definities
Artikel
1
In dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
richtlijn 92/44/EEG: richtlijn nr. 92/44/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 juni 1992 betreffende de toepassing van Open Network Provision (ONP) op huurlijnen (PbEG L 165), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij richtlijn nr. 97/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie tot wijziging van de Richtlijnen 90/387/EEG en 92/44/EG met het oog op de aanpassing aan een door concurrentie gekenmerkte context in de telecommunicatie (PbEG L 295);
c.
aanbieder van huurlijnen: aanbieder van huurlijnen, die krachtens artikel 7.2 door het college is aangewezen;
d.
contractant: degene die met een aanbieder van huurlijnen een overeenkomst heeft gesloten met betrekking tot het leveren van een huurlijn;
e.
richtlijn 98/10/EG: richtlijn nr. 98/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 februari 1998 inzake de toepassing van Open Network Provision (ONP) op spraaktelefonie en inzake de universele telecommunicatiedienst in een door concurrentie gekenmerkt klimaat (PbEG L 101), naar de tekst zoals deze bij die richtlijn is vastgesteld.
Paragraaf
2
Huurlijnen
Artikel
2
Een aanbieder van huurlijnen levert huurlijnen die transparant zijn en die de contractant naar eigen inzicht ongestructureerd kan gebruiken, hetgeen onder meer wil zeggen zonder dat daarbij kanaaltoewijzingen worden verboden of voorgeschreven.
Artikel
3
Een aanbieder van huurlijnen is niet gerechtigd technische beperkingen op te leggen of te handhaven ten aanzien van de onderlinge koppeling van huurlijnen of de koppeling van huurlijnen aan een openbaar telecommunicatienetwerk.
Artikel
4
1
Een aanbieder van huurlijnen is gerechtigd het leveren van een huurlijn te weigeren, te onderbreken, te beperken of te beëindigen teneinde het functioneren van het openbaar telecommunicatienetwerk gedurende een noodsituatie te waarborgen. Onder een noodsituatie wordt in dit verband verstaan: uitzonderlijke gevallen van overmacht, zoals extreme weersomstandigheden, aardbevingen, overstromingen, blikseminslag of brand.
2
De aanbieder, bedoeld in het eerste lid, stelt het college, de contractanten en de aanvragers van huurlijnen onmiddellijk in kennis van het begin en het einde van een noodsituatie als bedoeld in het eerste lid alsmede van de aard en omvang van de beperking in de levering van huurlijnen.
Artikel
5
Een aanbieder van huurlijnen is gerechtigd het leveren van een huurlijn te onderbreken, indien daarop een randapparaat is aangesloten dat niet voldoet aan de daaraan bij of krachtens de wet gestelde eisen. De aanbieder van de huurlijn stelt de contractant op de hoogte van de onderbreking onder vermelding van de redenen daarvan. Zodra de aansluiting van het in de eerste zin bedoelde randapparaat op de huurlijn is verbroken, hervat de aanbieder de levering van de huurlijn.
Artikel
6
Een aanbieder van huurlijnen is niet gerechtigd het gebruik van huurlijnen te beperken op grond van
a.
het behoud van netwerkintegriteit,
b.
de interoperabiliteit van diensten,
indien het op de huurlijn aangesloten randapparaat voldoet aan de daaraan bij of krachtens de wet gestelde eisen.
Artikel
7
1
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4 en 5 is het een aanbieder van huurlijnen slechts toegestaan het leveren van een huurlijn te weigeren, te onderbreken, te beperken of te beëindigen wegens niet-inachtneming van de leverings- en gebruiksvoorwaarden met toestemming van het college.
2
In afwijking van het eerste lid is een aanbieder van huurlijnen gerechtigd het leveren van een huurlijn te weigeren, te onderbreken, te beperken of te beëindigen indien door de contractant niet wordt voldaan aan door de aanbieder opgestelde algemene voorwaarden met betrekking tot levering van huurlijnen, mits de betreffende bepalingen zijn goedgekeurd door het college.
Artikel
8
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot normen en specificaties waaraan de eigenschappen van huurlijnen op het netwerkaansluitpunt voldoen.
Artikel
9
Een aanbieder van huurlijnen is verplicht om
a.
aanbiedingen van huurlijnen gedurende een redelijke termijn te handhaven;
b.
alvorens aanbiedingen van huurlijnen te beëindigen hierover eerst overleg te voeren met contractanten.
Artikel
10
Een aanbieder van huurlijnen is verplicht om
a.
informatie over alle aanbiedingen van huurlijnen met betrekking tot de technische karakteristieken, de tarieven, de leverings- en gebruiksvoorwaarden en de voorwaarden voor aansluiting van randapparatuur, overeenkomstig het schema van bijlage I van richtlijn 92/44/EEG op genoegzame wijze bekend te maken;
b.
wijzigingen in de informatie, bedoeld in onderdeel a, ten minste twee maanden voor de datum waarop die wijzigingen ingaan, op genoegzame wijze bekend te maken.
Artikel
11
Een aanbieder van huurlijnen doet van de wijze van bekendmaking, bedoeld in artikel 10, mededeling in de Staatscourant.
Artikel
12
De leveringsvoorwaarden, bedoeld in artikel 10, omvatten ten minste
a.
informatie betreffende de procedure voor het bestellen;
b.
de standaardleveringstermijn, waaronder wordt verstaan de termijn, gerekend vanaf de dag waarop een aanvraag voor een huurlijn is ingediend, waarbinnen 95% van alle huurlijnen van hetzelfde type ter beschikking van de contractanten is gesteld. Deze termijn wordt vastgesteld op basis van de werkelijke leveringstermijnen voor huurlijnen over een recente tijdspanne van redelijke duur. Daarbij worden de gevallen waarbij gebruikers om een late leveringstermijn hebben verzocht, niet meegeteld. Voor nieuwe typen huurlijnen wordt in plaats van de standaardleveringstermijn een streeftermijn voor de levering bekendgemaakt;
c.
de contractperiode, met inbegrip van de algemeen geldende contractperiode en de voor de contractant verplichte minimale contractperiode;
d.
de normale reparatietermijn, waaronder wordt verstaan de periode gerekend vanaf het moment dat een defect aan de aanbieder van een huurlijn is gemeld, tot het moment waarop 80% van die gemelde defecten van huurlijnen van hetzelfde type is hersteld en daarvan mededeling is gedaan aan de contractanten. Wanneer eenzelfde type huurlijn naar gelang van de kwaliteit is verdeeld in diverse klassen, worden de diverse, overeenkomende normale reparatietermijnen bekendgemaakt. Voor nieuwe typen huurlijnen wordt in plaats van de normale reparatietermijn een streeftermijn voor de reparatie bekendgemaakt;
e.
de diverse restitutieregelingen.
Artikel
13
1
Bij de aanwijzing van een aanbieder van huurlijnen krachtens artikel 7.2 van de wet bepaalt het college tegelijkertijd welke typen huurlijnen uit bijlage II van richtlijn 92/44/EEG door de aangewezen aanbieder worden geleverd, alsmede in welk gedeelte van Nederland die plicht tot levering geldt.
2
De aanbieder van huurlijnen, bedoeld in het eerste lid, levert de huurlijnen, bedoeld in het eerste lid, binnen een redelijke termijn.
Artikel
14
Een aanbieder van huurlijnen stelt huurlijnen onder dezelfde voorwaarden en tarieven ter beschikking aan zichzelf, zijn dochtermaatschappijen of onderdelen als aan derden.
Artikel
15
1
Een aanbieder van huurlijnen neemt bij de vaststelling van tarieven van huurlijnen het volgende in acht:
a.
de tarieven zijn op objectieve kwalitatieve en kwantitatieve criteria gebaseerd;
b.
de tarieven kunnen in rekening worden gebracht door middel van eenmalige vergoedingen, periodieke vergoedingen en gebruiksafhankelijke vergoedingen;
c.
de tarieven zijn doorzichtig;
d.
de tarieven zijn niet discriminerend en moeten gelijkheid van behandeling waarborgen;
e.
de in onderdeel a bedoelde vergoedingen worden op genoegzame wijze bekendgemaakt.
2
Artikel 11 is van overeenkomstige toepassing op het eerste lid, onderdeel e.
Artikel
16
1
Een aanbieder van huurlijnen stelt voor huurlijnen kostengeoriënteerde tarieven vast.
2
Ter waarborging van het in het eerste lid bepaalde stelt de aanbieder van huurlijnen een systeem op voor de toerekening van kosten en opbrengsten aan de diverse typen huurlijnen. Dit systeem moet voldoen aan de bepalingen van richtlijn 92/44/EEG. Het college kan voorschriften geven met betrekking tot dit systeem.
3
Het systeem, bedoeld in het tweede lid, behoeft de goedkeuring van het college.
4
Een aanbieder van huurlijnen legt vanaf een door het college te bepalen datum elk jaar in de maand mei over het voorafgaande kalenderjaar het resultaat van de toepassing van het in het tweede lid bedoelde systeem, zijnde een overzicht van de kosten en opbrengsten die zijn bepaald met behulp van het systeem, voor aan het college.
5
Ter toetsing of overeenkomstig het systeem, bedoeld in het tweede lid, de toerekening van kosten en opbrengsten heeft plaatsgevonden, gaat het door de aanbieder van huurlijnen voorgelegde resultaat vergezeld van een verklaring van de externe registeraccountant van die aanbieder van huurlijnen.
6
De aanbieder van huurlijnen maakt, op verzoek van het college, aan het college bij het voorgelegde resultaat tevens kenbaar wat naar zijn oordeel het gevolg moet zijn voor de tarieven van huurlijnen.
7
Indien het college, rekening houdend met de op dat moment voorzienbare ontwikkelingen in de bedrijfsvoering van de betreffende aanbieder van huurlijnen alsmede met op dat moment voorzienbare ontwikkelingen in de markt, van oordeel is dat de tarieven niet voldoende kostengeoriënteerd zijn of zullen zijn en de aanbieder van huurlijnen niet bereid is de tarieven dienovereenkomstig aan te passen, geeft het college de aanbieder een aanwijzing welke de aanbieder gehouden is op te volgen.
De aanbieder van huurlijnen, bedoeld in artikel 16, eerste lid, voert de voorgenomen tariefwijziging niet in dan nadat het college de voorgenomen tariefwijziging heeft goedgekeurd.
3
Het college beoordeelt, binnen drie weken na ontvangst van een verzoek tot goedkeuring van een voorgenomen tariefwijziging, of de voorgenomen tariefwijziging in overeenstemming is met artikel 16, eerste lid. Indien gegevens als bedoeld in het achtste lid ontbreken wordt de aanbieder van huurlijnen, bedoeld in het tweede lid, binnen drie dagen na ontvangst van het verzoek, hiervan door het college op de hoogte gesteld.
4
Het college kan de termijn, bedoeld in het derde lid, eerste volzin, eenmaal met drie weken verlengen. Het college doet hiervan schriftelijk mededeling aan de aanbieder van huurlijnen, bedoeld in het tweede lid.
5
Indien het college van oordeel is dat de voorgenomen tariefwijziging in overeenstemming is met artikel 16, eerste lid, neemt het college een besluit tot goedkeuring van de voorgenomen tariefwijziging.
6
Indien het college van oordeel is dat de voorgenomen tariefwijziging niet in overeenstemming is met artikel 16, eerste lid, doet het college hiervan mededeling aan de aanbieder van huurlijnen, bedoeld in het tweede lid. Binnen vier weken na deze mededeling, deelt het college aan de aanbieder van huurlijnen, bedoeld in het tweede lid, schriftelijk mede op welke punten de voorgenomen tariefwijziging niet voldoet aan artikel 16, eerste lid.
7
Het college beoordeelt een verzoek tot goedkeuring volgend op een schriftelijke mededeling als bedoeld in het zesde lid, binnen twee weken na ontvangst van dit verzoek.
8
Het college stelt vast welke gegevens de aanbieder van huurlijnen, bedoeld in artikel 16, eerste lid, in elk geval overlegt bij een verzoek tot goedkeuring van een voorgenomen tariefwijziging, en in welke vorm deze gegevens worden ingediend. Het college doet hiervan mededeling in de Staatscourant.
Artikel
18
Een aanbieder van huurlijnen is slechts met toestemming van het college gerechtigd een huurlijn te leveren tegen andere tarieven en leveringsvoorwaarden dan de bekendgemaakte.
Artikel
19
1
Indien een aanbieder van huurlijnen ten genoegen van het college aantoont dat hij in een bepaald geografisch gebied voor een specifiek huurlijnenaanbod niet over een aanmerkelijke macht op de markt beschikt, verleent het college die aanbieder voor dat bepaalde geografische gebied voor dat specifieke huurlijnenaanbod een ontheffing van de artikelen 16, 17 en 18.
2
Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend.
Artikel
20
1
Het college kan ontheffing verlenen van de artikelen 16, 17 en 18 aan aanbieders van huurlijnen in een bepaalde relevante markt indien het college van oordeel is dat er op die relevante markt sprake is van daadwerkelijke concurrentie.
2
Aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid en aan een ontheffing als bedoeld in artikel 7.3, eerste lid, onderdeel c, van de wet kunnen voorschriften worden verbonden. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend.
Artikel
21
1
Een aanbieder van huurlijnen brengt ieder jaar voor 1 april een statistisch onderbouwd verslag uit aan het college over de resultaten in het daaraan voorafgaande kalenderjaar met betrekking tot de bekendgemaakte leveringsvoorwaarden, in het bijzonder wat leveringstermijn en reparatietijd betreft, ten aanzien van huurlijnen.
2
Het eerste verslag, bedoeld in het eerste lid, na inwerkingtreding van dit besluit, kan betrekking hebben op een door het college te bepalen gedeelte van het voorafgaande kalenderjaar.
Paragraaf
3
Openbaar telefoonnetwerk en openbare telefoondienst
Artikel
22
Een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk zorgt ervoor dat randapparaten die voldoen aan het bepaalde bij of krachtens de wet, op het vaste openbare telefoonnetwerk kunnen worden aangesloten en kunnen worden gebruikt.
Artikel
23
De aanbieders van een vast openbaar telefoonnetwerk, van een vaste openbare telefoondienst en van een mobiele openbare telefoondienst zorgen ervoor dat gebruikers van dat netwerk en van die diensten toegang hebben tot de diensten van een telefonist en tot de abonnee-informatiedienst, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van het Besluit universele dienstverlening.
Artikel
24
1
Een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk, van een mobiel openbaar telefoonnetwerk, van een vaste openbare telefoondienst of van een mobiele openbare telefoondienst maakt op genoegzame wijze informatie bekend betreffende de voorwaarden voor de toegang tot en het gebruik van die telefoonnetwerken en telefoondiensten. Van die informatie maakt in ieder geval deel uit informatie over
a.
de tarieven;
b.
de algemene voorwaarden die die aanbieder hanteert;
c.
de minimale periode waarvoor een overeenkomst kan worden aangegaan, en
d.
de voorwaarden voor vernieuwing van overeenkomsten.
2
Artikel 11 is van overeenkomstige toepassing op het eerste lid.
Artikel
25
1
Een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst of van een mobiele openbare telefoondienst sluit een schriftelijke overeenkomst, tenzij de aard of de strekking van de overeenkomst zich daar niet toe leent, met een afnemer van die telefoondienst. In die schriftelijke overeenkomst dan wel in de algemene voorwaarden neemt de betreffende aanbieder informatie op met betrekking tot de volgende onderwerpen:
a.
de wachttijd bij eerste aansluiting op de vaste openbare telefoondienst of de mobiele openbare telefoondienst;
b.
soorten onderhoudsservice;
c.
de schadevergoedings- of terugbetalingsregeling voor contractanten bij niet levering van de telefoondienst zoals is overeengekomen;
d.
geschillenregeling;
e.
een nadere specificatie van de dienst, en
f.
de kwaliteitsniveaus van de geboden dienst.
2
Teneinde de rechten van afnemers zoals bedoeld in het eerste lid te beschermen, kan het college van de aanbieder van een vaste openbare telefoondienst of van een mobiele openbare telefoondienst verlangen dat die aanbieder de voorwaarden, verbonden aan een overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, en voorzover van toepassing de schadevergoedings- of terugbetalingsregelingen, bedoeld in het eerste lid, in overeenstemming brengt met het bij of krachtens de wet bepaalde ter uitvoering van richtlijn 98/10/EG.
Artikel
26
1
Een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk verschaft het college informatie over de technische specificaties van de interface voor de netwerktoegang, als bedoeld in bijlage II, deel 1, van richtlijn 98/10/EG.
2
Een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk stelt het college van wijzigingen in de informatie, bedoeld in het eerste lid, ten minste twee maanden voor de datum waarop die wijzigingen ingaan, op de hoogte.
3
Een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk maakt de informatie, bedoeld in het eerste lid, en de wijzigingen in de informatie, bedoeld in het tweede lid, op genoegzame wijze bekend.
4
Artikel 11 is van overeenkomstige toepassing op het derde lid.
Artikel
27
1
Een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk of van een vaste openbare telefoondienst, die krachtens artikel 6.4, eerste lid, van de wet door het college is aangewezen dan wel is aangewezen overeenkomstig artikel 9.2 van de wet, maakt jaarlijks over het afgelopen kalenderjaar een overzicht van de kwaliteit van de door hem aangeboden dienst op basis van de in bijlage III van richtlijn 98/10/EG gespecificeerde parameters, definities en meetmethoden.
Een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk of van een vaste openbare telefoondienst, niet zijnde een aanbieder als bedoeld in het eerste lid, welke meer dan 18 maanden dergelijke diensten levert, maakt eveneens jaarlijks over het afgelopen kalenderjaar een overzicht als bedoeld in het eerste lid.
3
Een aanbieder, bedoeld in het eerste en tweede lid, stelt het overzicht, bedoeld in het eerste en tweede lid, op verzoek aan het college ter beschikking. Het college kan het overzicht geheel of gedeeltelijk bekendmaken in de Staatscourant.
4
Het college kan, indien uit de overzichten, bedoeld in het eerste en tweede lid, blijkt dat de kwaliteit van de door een bepaalde aanbieder geleverde dienst naar het oordeel van het college, rekening houdend met de gerechtvaardigde belangen van de afnemers, onvoldoende is, bij besluit voor die aanbieder prestatiedoelstellingen vaststellen. In dat besluit wordt tevens bepaald wanneer de aanbieder aan de prestatiedoelstellingen voldoet.
Artikel
28
Een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk of van een vaste openbare telefoondienst is slechts gerechtigd de door hem geleverde dienst te onderbreken, te beëindigen, aanzienlijk te wijzigen of te beperken met voorafgaande toestemming van het college.
Artikel
29
1
In afwijking van artikel 28 is een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk of van een vaste openbare telefoondienst gerechtigd de toegang tot en het gebruik van het vaste openbare telefoonnetwerk te onderbreken, te beëindigen, aanzienlijk te wijzigen of te beperken teneinde de veiligheid van het functioneren van het telefoonnetwerk gedurende een noodsituatie te waarborgen.
Onder een noodsituatie wordt in dit verband verstaan: uitzonderlijke gevallen van overmacht, zoals extreme weersomstandigheden, aardbevingen, overstromingen, blikseminslag of brand.
2
De aanbieder, bedoeld in het eerste lid, maakt van het recht, bedoeld in het eerste lid, op zodanige wijze gebruik dat de door hem genomen maatregel in verhouding is tot de omstandigheden en niet discriminerend is.
3
In afwijking van artikel 28 is een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst gerechtigd maatregelen te nemen tegen een afnemer van die dienst vanwege wanbetaling, indien die maatregelen de goedkeuring hebben van het college en genoegzaam bekend zijn gemaakt. De maatregelen staan in verhouding tot de ernst van de wanbetaling en zijn niet discriminerend.
Artikel
30
Een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst levert de faciliteiten toonkiezen en, op verzoek, selectieve nummerblokkering, genoemd in bijlage I, deel 1, van richtlijn 98/10/EG.
Artikel
31
1
Een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst verstrekt, onverminderd het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 11 van de wet, op verzoek aan een afnemer van die telefoondienst een gespecificeerde rekening. De aanbieder kan slechts een redelijke vergoeding vragen voor een gespecificeerde rekening indien deze rekening meer is gespecificeerd dan het bij ministeriële regeling bepaalde basisniveau van specificatie.
2
Gesprekken die kosteloos worden gevoerd, worden niet op de gespecificeerde rekening vermeld.
Artikel
32
1
Een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst, die krachtens artikel 6.4, eerste lid, van de wet door het college is aangewezen, stelt de in bijlage I, deel 2, van richtlijn 98/10/EG genoemde faciliteiten ter beschikking.
2
Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid, indien het technisch niet uitvoerbaar dan wel economisch niet haalbaar is de betreffende faciliteit beschikbaar te stellen. Het college kan voorschriften verbinden aan een ontheffing. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend.
Artikel
33
Een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst draagt ervoor zorg dat gedurende twee maanden nadat een afnemer van zijn vaste openbare telefoondienst op een andere aanbieder van een vaste openbare telefoondienst is overgestapt, een telefonische oproep naar het oude nummer van die afnemer naar zijn nieuwe nummer kan worden doorverbonden dan wel dat inlichtingen over het nieuwe nummer worden verstrekt. Indien een aanbieder een tarief hiervoor rekent, is dit tarief redelijk.
Artikel
34
1
Een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst, die krachtens artikel 6.4, eerste lid, van de wet door het college is aangewezen, neemt bij de vaststelling van tarieven het volgende in acht:
a.
de tarieven zijn op objectieve kwalitatieve en kwantitatieve criteria gebaseerd;
b.
de tarieven kunnen in rekening worden gebracht door middel van eenmalige vergoedingen, periodieke vergoedingen en gebruiksafhankelijke vergoedingen;
c.
de tarieven zijn doorzichtig;
d.
de tarieven zijn niet discriminerend en moeten gelijkheid van behandeling waarborgen;
e.
de in onderdeel a bedoelde tarieven worden op genoegzame wijze bekendgemaakt;
f.
de tarieven zijn onafhankelijk van de aard van de door de gebruiker gerealiseerde toepassing behalve wanneer en voorzover hij andere diensten of faciliteiten verlangt;
g.
de tarieven voor faciliteiten die verder gaan dan het beschikbaar stellen van een aansluiting op het vaste openbare telefoonnetwerk en op de vaste openbare telefoondienst worden voldoende gesplitst, zodat geen betaling wordt verlangd voor faciliteiten die voor de gevraagde dienst niet nodig zijn.
2
Artikel 11 is van overeenkomstige toepassing op het eerste lid, onderdeel e.
Artikel
35
1
Een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst, die krachtens artikel 6.4, eerste lid, van de wet door het college is aangewezen, stelt kostengeoriënteerde tarieven vast voor het gebruik van het vaste openbare telefoonnetwerk en de vaste openbare telefoondienst.
2
Ter waarborging van het in het eerste lid bepaalde stelt de aanbieder, bedoeld in het eerste lid, een systeem op voor de toerekening van kosten en opbrengsten aan het vaste openbare telefoonnetwerk en de vaste openbare telefoondienst. Dit systeem moet voldoen aan de bepalingen van richtlijn 98/10/EG. Het college kan voorschriften geven met betrekking tot dit systeem.
3
Het systeem, bedoeld in het tweede lid, behoeft de goedkeuring van het college.
4
De aanbieder, bedoeld in het eerste lid, legt vanaf een door het college te bepalen datum elk jaar in de maand mei, over het voorafgaande kalenderjaar het resultaat van de toepassing van het in het tweede lid bedoelde systeem, zijnde een overzicht van de kosten en opbrengsten die zijn bepaald met behulp van het systeem, voor aan het college.
5
Ter toetsing of overeenkomstig het systeem, bedoeld in het tweede lid, de toerekening van kosten en opbrengsten heeft plaatsgevonden, gaat het door de aanbieder voorgelegde resultaat vergezeld van een verklaring van de externe registeraccountant van die aanbieder.
6
De aanbieder, bedoeld in het eerste lid, maakt, op verzoek van het college, aan het college bij het voorgelegde resultaat tevens kenbaar wat naar zijn oordeel het gevolg moet zijn voor de tarieven voor het gebruik van het vaste openbare telefoonnetwerk en de vaste openbare telefoondienst.
7
Indien het college, rekening houdend met de op dat moment voorzienbare ontwikkelingen in de bedrijfsvoering van de betreffende aanbieder van de vaste openbare telefoondienst alsmede met op dat moment voorzienbare ontwikkelingen in de markt, van oordeel is dat de tarieven niet voldoende kostengeoriënteerd zijn of zullen zijn en de aanbieder niet bereid is de tarieven dienovereenkomstig aan te passen, geeft het college de aanbieder een aanwijzing, welke de aanbieder gehouden is op te volgen.
Artikel
36
1
Op wijzigingen van tarieven van een vast openbaar telefoonnetwerk en van een vaste openbare telefoondienst welke niet het gevolg zijn van toepassing van artikel 35, zesde of zevende lid, is artikel 35, eerste lid, van overeenkomstige toepassing.
2
De aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk en van een vaste openbare telefoondienst bedoeld in artikel 35, eerste lid, voert een voorgenomen tariefwijziging niet in dan nadat het college de voorgenomen tariefwijziging heeft goedgekeurd.
3
Het college beoordeelt binnen drie weken na ontvangst van een verzoek tot goedkeuring van een voorgenomen tariefwijziging, of de voorgenomen tariefwijziging in overeenstemming is met artikel 35, eerste lid. Indien gegevens als bedoeld in het achtste lid ontbreken, wordt de aanbieder, bedoeld in het tweede lid, binnen drie dagen na ontvangst van het verzoek, hiervan door het college op de hoogte gesteld.
4
Het college kan de termijn, bedoeld in het derde lid, eerste volzin eenmaal met drie weken verlengen. Het college doet hiervan schriftelijk mededeling aan de aanbieder, bedoeld in het tweede lid.
5
Indien het college van oordeel is dat de voorgenomen tariefwijziging in overeenstemming is met artikel 35, eerste lid, neemt het college een besluit tot goedkeuring van de voorgenomen tariefwijziging.
6
Indien het college van oordeel is dat de voorgenomen tariefwijziging niet in overeenstemming is met artikel 35, eerste lid, doet het college hiervan mededeling aan de aanbieder, bedoeld in het tweede lid. Binnen vier weken na deze mededeling, deelt het college aan de aanbieder, bedoeld in het tweede lid, schriftelijk mede op welke punten de voorgenomen tariefwijziging niet voldoet aan artikel 35, eerste lid.
7
Het college beoordeelt een verzoek tot goedkeuring volgend op een schriftelijke mededeling als bedoeld in het zesde lid, binnen twee weken na ontvangst van dit verzoek.
8
Het college stelt vast welke gegevens de aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk en van een vaste openbare telefoondienst, bedoeld in artikel 35, eerste lid, in elk geval overlegt bij een verzoek tot goedkeuring van een voorgenomen tariefwijziging, en in welke vorm deze gegevens worden ingediend. Het college doet hiervan mededeling in de Staatscourant.
Artikel
37
Het college publiceert elk jaar in de Staatscourant een verklaring omtrent de inachtneming door de aanbieders van de artikelen 35 en 36.
Artikel
38
1
Een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk en van een vaste openbare telefoondienst zoals bedoeld in artikel 35, eerste lid, is slechts gerechtigd kortingsregelingen toe te passen, indien deze kortingsregelingen transparant en niet-discriminerend zijn. Deze kortingsregelingen behoeven de voorafgaande toestemming van het college. Aan een toestemming kunnen voorschriften worden verbonden. Een toestemming kan onder beperkingen worden verleend.
2
Een aanbieder zoals bedoeld in het eerste lid maakt de kortingsregelingen, bedoeld in het eerste lid, op genoegzame wijze bekend. Artikel 11 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel
39
1
Het college kan ontheffing verlenen van de artikelen 35 en 36, alsmede van het in artikel 38, eerste lid, bedoelde vereiste van voorafgaande toestemming, aan aanbieders van de vaste openbare telefoondienst voor een bepaalde relevante markt indien het college van oordeel is dat er op die relevante markt sprake is van daadwerkelijke concurrentie.
2
Aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid en aan een ontheffing als bedoeld in artikel 7.4, tweede lid, onderdeel a, van de wet kunnen voorschriften worden verbonden. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend.
Artikel
40
1
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot normen en specificaties waaraan de eigenschappen van vaste openbare telefoonnetwerken voldoen.
2
Wanneer de vaste openbare telefoondienst via het ISDN-net op het S/T-referentiepunt wordt geleverd, draagt de aanbieder van het vaste openbare telefoonnetwerk ervoor zorg dat de ISDN-netwerkaansluitpunten voldoen aan de betreffende specificaties voor de fysieke interface, met name die voor de contactdoos, welke zijn opgenomen in de overeenkomstig artikel 5 van richtlijn nr. 90/387/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1990 betreffende de totstandkoming van de interne markt voor telecommunicatiediensten door middel van de tenuitvoerlegging van Open Network Provision (ONP) bekendgemaakte lijst van Europese normen.
Paragraaf
4
Toegang
Artikel
41
1
De krachtens artikel 6.4, eerste lid, van de wet aangewezen aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken, van vaste openbare telefoondiensten, van mobiele openbare telefoonnetwerken, van mobiele openbare telefoondiensten en van huurlijnen voldoen onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 6 van de wet, aan alle redelijke verzoeken om toegang tot hun onderscheiden netwerken.
2
Een aanbieder, bedoeld in het eerste lid, mag de gevraagde toegang slechts weigeren met voorafgaande toestemming van het college.
nummers van de mobiele openbare telefoondienst, en
c.
nummers van de persoonlijke nummerdienst.
Artikel
43
Degene, die een nummer als bedoeld in artikel 42, onderdeel a, b en c, in gebruik geeft, stelt op verzoek in een overeengekomen formaat, op billijke, kostengeoriënteerde en niet-discriminerende voorwaarden die nummers met bijbehorende informatie beschikbaar ten behoeve van de beschikbaarstelling van telefoongidsen en de abonnee-informatiedienst, bedoeld in artikel 2, onderdelen c en d, van het Besluit universele dienstverlening.
Paragraaf
6
Carriervoorkeuze
Artikel
44
1
Aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken en van vaste openbare telefoondiensten, aangewezen krachtens artikel 6.4, eerste lid, van de wet, dragen er zorg voor dat uiterlijk met ingang van 1 januari 2000 voor hun afnemers de voorzieningen beschikbaar zijn die het die afnemers mogelijk maken dat reeds door toepassing van artikel 6.1 of 6.9 van de wet voor die afnemer beschikbare geschakelde diensten van andere aanbieders tevens beschikbaar zijn door middel van een door de afnemer bij de aangewezen aanbieder ingestelde voorkeuze. De voorkeuze moet door de afnemer op individuele gespreksbasis kunnen worden gewijzigd door middel van het kiezen van een daartoe bestemd nummer uit een door Onze Minister op grond van artikel 4.1 van de wet vastgesteld nummerplan.
2
Het college kan ontheffing verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, indien de naleving van de verplichting een buitensporige last vormt in de zin van artikel 20, tweede lid, van richtlijn nr. 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP) (PbEG L 199) zoals die is gewijzigd bij richtlijn nr. 98/61/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie tot wijziging van Richtlijn 97/33/EG wat betreft nummerportabiliteit tussen exploitanten en carriervoorkeuze.
3
Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend.
4
Een verzoek om bijzondere toegang als bedoeld in artikel 6.9 van de wet is in ieder geval redelijk voorzover het betrekking heeft op de verplichting, bedoeld in het eerste lid, tenzij voor die verplichting een ontheffing is verleend. In dat geval is een dergelijk verzoek om bijzondere toegang in ieder geval onredelijk voorzover het betrekking heeft op de verplichting waarvoor een ontheffing is verleend.
5
Teneinde te voorkomen dat afnemers worden ontmoedigd in het gebruik van de in het eerste lid bedoelde voorzieningen kunnen bij ministeriële regeling regels worden gesteld met betrekking tot de maximale hoogte van het tarief dat door de aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken en van vaste openbare telefoondiensten, aangewezen krachtens artikel 6.4, eerste lid, van de wet, aan een afnemer in rekening mag worden gebracht.
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel
47
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ONP huurlijnen en telefonie.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J. M. de Vries