Wet van 26 november 1998, houdende bepalingen inzake redenominatie van schuldtitels in verband met de deelname door Nederland aan de Economische en Monetaire Unie (Wet schuldredenominatie)

Wet schuldredenominatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op de toepassing van artikel 8, vierde lid, van de verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van de Europese Unie van 3 mei 1998 over de invoering van de euro (PbEG L 139), een voorziening te treffen om eenzijdige wijziging van de muntaanduiding van in dat artikel bedoelde schuld mogelijk te maken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a.

    verordening: de verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van de Europese Unie van 3 mei 1998 over de invoering van de euro (PbEG L 139);

  • b.

    lid-staat: een staat die lid is van de Europese Unie;

  • c.

    uitstaande schuld: uitstaande schuld als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de verordening;

  • d.

    overheid: de overheidsbesturen, bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de verordening.

Artikel

2

Artikel

3

De debiteur, niet behorende tot de overheid, die besluit gebruik te maken van de aan hem op grond van artikel 8, vierde lid, van de verordening toekomende bevoegdheid de muntaanduiding te wijzigen van

  • a.

    obligaties en andere vormen van in effecten belichaamde schuld die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, en

  • b.

    geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven volgens Nederlands recht, doet van dat besluit ten minste één maand voor de inwerkingtreding ervan mededeling in een landelijk verspreid dagblad in Nederland en, indien de aanduiding van de schuld luidt in de munteenheid van een andere lid-staat die deelneemt aan de Economische en Monetaire Unie, in een landelijk verspreid dagblad in die lid-staat.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Verwisseling van een inschrijving in een schuldregister voor geldleningen ten laste van het Rijk vindt na wijziging van de muntaanduiding plaats in schuldbewijzen met een nominale waarde in de euro-eenheid, vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 5, eerste lid. Van het verschil tussen het in de euro-eenheid omgerekende bedrag en het op een gehele euro afgeronde bedrag kan geen verwisseling worden gevraagd. Dit bedrag is aan de houder van de inschrijving verschuldigd.

Artikel

7

Indien een houder van effecten anders dan bedoeld in artikel 5, eerste lid, meerdere effecten in bezit heeft, wordt een aandeel in de schuld als bedoeld in artikel 4 gelijk gesteld aan de nominale waarde van één effect. In afwijking van het bepaalde in artikel 4, eerste lid, eerste volzin, wordt de nominale waarde van een aandeel na wijziging van de muntaanduiding vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 5, eerste lid.

Artikel

8

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van deze wet.

Artikel

9

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

10

Deze wet wordt aangehaald als: Wet schuldredenominatie.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën, W. A. F. G. Vermeend
De Minister van Justitie, A. H. Korthals