Kaderregeling ontheffingen experiment ’Golden Harvest’

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

De aanvraag, bedoeld in artikel 2, wordt door tussenkomst van het bestuur van de vereniging uiterlijk op 31 december 1999 ingediend bij het Bureau Heffingen, met gebruikmaking van een daartoe door de minister vastgesteld formulier dat volledig is ingevuld en ondertekend. De producent overlegt hierbij de verklaring, bedoeld in artikel 4, onderdeel a.

Artikel

4

Ontheffing wordt slechts verleend indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

  • a.

    uit een schriftelijke verklaring van het bestuur van de vereniging blijkt dat het bedrijf deelneemt aan Golden Harvest;

  • b.

    met het verlenen van de ontheffing wordt het aantal van veertig ontheffingen niet overschreden en wordt de hoeveelheid meststoffen waarvoor ingevolge deze regeling in het totaal een ontheffing wordt verleend niet groter dan 1.250.000 kilogram fosfaat per kalenderjaar;

  • c.

    voor het bedrijf gold op 1 januari 1996 een mestproductierecht voor varkens en kippen van ten minste 5.000 kilogram fosfaat per kalenderjaar;

  • d.

    de mestproductie in 1996, afkomstig van de dieren van de diercategorieën die in bijlage A bij de wet worden aangeduid met de nummers 300, 301, 310, 311 en 312, die volgens de aangifte overschotheffing 1996 in 1996 gemiddeld op het bedrijf zijn gehouden, komt, berekend op basis van de aan desbetreffende diercategorie in bijlage A bij de wet gerelateerde mestproductie, ten minste overeen met 3.000 kilogram fosfaat;

  • e.

    na 1 januari 1996 is het voor het bedrijf geldende niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen niet afgenomen door een registratie als bedoeld in artikel 9 of 10 van de Wet verplaatsing mestproductie;

  • f.

    er heeft in het kader van de Opkoopregeling varkenshouderij, de Opkoopregeling varkenshouderij 1998, of enige andere regeling, geen doorhaling als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit 30%-korting mestproductierechten voor varkens en kippen, en artikel 15 van het Besluit administratieve verplichtingen Meststoffenwet, plaatsgevonden van de ten aanzien van het bedrijf geregistreerde gegevens met betrekking tot het niet-grondgebonden mestproductierecht voor varkens en kippen.

Artikel

5

Indien het bedrijf is ontstaan als gevolg van een afsplitsing van een ander bedrijf, gelden in afwijking van artikel 4, onderdelen c, d en e de volgende voorwaarden:

  • a.

    het bedrijf waarvan het ontstane bedrijf deel uitmaakte, voldeed in de periode tot het moment van afsplitsing aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 4, onderdelen c tot en met f;

  • b.

    de afsplitsing heeft niet tot gevolg dat mestproductie gaat plaatsvinden op een locatie die voor de splitsing niet voor de mestproductie werd gebruikt;

  • c.

    het na afsplitsing onstane bedrijf is van dezelfde persoon, rechtspersoon, of samenwerkingsverband van personen of rechtspersonen als het bedrijf waarvan het voor de splitsing deel uitmaakte;

  • d.

    het voor het bedrijf geldende mestproductierecht voor varkens en kippen komt ten minste overeen met de mestproductie van dieren van de diercategorieën die in bijlage A bij de wet worden aangeduid met de nummers 300, 301, 310, 311 en 312, die volgens de aangifte overschotheffing 1996 in 1996 gemiddeld op het bedrijf waarvan het deel uitmaakte plaatsvond, omgerekend naar de aan de desbetreffende diercategorie in bijlage A bij de wet gerelateerde mestproductie, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat per kalenderjaar;

  • e.

    sinds het ontstaan van het bedrijf is het voor het bedrijf geldende niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen niet afgenomen door een registratie als bedoeld in artikel 9 of 10 van de Wet verplaatsing mestproductie.

Artikel

6

Artikel

6a

Artikel

7

De overeenkomst, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel c, verplicht de verwerker ertoe om:

  • a.

    gedurende de gehele periode waarvoor de ontheffing wordt verleend, alle door het bedrijf geproduceerde kippenmest, behoudens de mest, bedoeld in artikel 8, eerste lid, af te nemen en deze te verwerken tot gevaloriseerde mest;

  • b.

    ten minste 67% van de totale in het kalenderjaar aan hem door het bedrijf afgeleverde hoeveelheid kippenmest in dat kalenderjaar tot gevaloriseerde mest te verwerken en af te zetten in het buitenland, en de resterende hoeveelheid vóór 1 juli van het daarop volgende kalenderjaar;

  • c.

    steeds vóór 1 april aan de producent schriftelijk opgave te doen van de in het vorige kalenderjaar door de producent aan hem afgeleverde hoeveelheid kippenmest, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, en van de in het kalenderjaar vóór 1 maart door de producent aan hem afgeleverde hoeveelheid kippenmest, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, en deze opgave op eerste verzoek onder overlegging van daartoe strekkende gegevens en bescheiden te staven;

  • d.

    steeds vóór 1 augustus aan de producent schriftelijk opgave te doen van de in het vorige kalenderjaar in het buitenland afgezette hoeveelheid gevaloriseerde mest waarin de door het bedrijf geleverde kippenmest is verwerkt, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, en van de vóór 1 juli van het kalenderjaar in het buitenland afgezette hoeveelheid gevaloriseerde mest waarin de door het bedrijf geleverde kippenmest is verwerkt, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, en deze opgave op eerste verzoek onder overlegging van daartoe strekkende gegevens en bescheiden te staven.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

De ontheffing vervalt indien:

  • a.

    een verkleining van het voor het bedrijf geldende pluimveerecht plaatsvindt door een registratie als bedoeld in artikel 58q van de wet;

  • b.

    een vergroting van het voor het bedrijf geldende pluimveerecht plaatsvindt door een registratie als bedoeld in artikel 58q van de wet, voor een hoeveelheid fosfaat overeenkomend met deze toename;

  • c.

    er een kennisgeving van het vervallen of het gedeeltelijk vervallen van het voor het bedrijf geldende pluimveerecht wordt gedaan als bedoeld in artikel 58x van de wet;

  • d.

    niet wordt voldaan aan het voorschrift, gesteld in artikel 6, eerste lid, onderdeel f.

Artikel

13

De ontheffing wordt geheel of gedeeltelijk ingetrokken indien één of meer van de voorschriften, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen a tot en met e en g, en vijfde lid, 9, of artikel 10 niet worden nagekomen.

Artikel

14

Artikel

15

Deze regeling wordt aangehaald als: Kaderregeling ontheffingen experiment ’Golden Harvest’.

Artikel

16

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, H.H.Apotheker