Regeling van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij houdende regels voor de verstrekking van een tegemoetkoming in de oogstschade als gevolg van de extreme weersomstandigheden in het najaar van 1998
Regeling oogstschade 1998
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Besluit:
Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
de minister:
de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
b.
referentieperiode:
de jaren 1995, 1996 en 1997;
c.
peildatum:
7 december 1998;
d.
schade:
het door de extreme weersomstandigheden in het najaar van 1998 veroorzaakte financieel verlies dat is geleden door een mindere opbrengst dan redelijkerwijs mocht worden verwacht gedurende de schadetermijn als gevolg van verlies of beschadiging van schadegewassen in het schadegebied, waardoor een vermindering in kwantiteit of kwaliteit is ontstaan;
e.
schadegewassen:
gewassen waarvoor ingevolge bijlage 1 een tegemoetkoming bij schade kan worden gegeven en die op de peildatum te velde stonden;
f.
gewascategorie:
de volgens bijlage 1 als gewascategorie te beschouwen gewassen of groepen van gewassen;
g.
schadetermijn:
de op de peildatum in gang zijnde teeltcyclus, doch uiterlijk eindigend op 1 september 1999;
rechtspersoon, anders dan een publiekrechtelijke rechtspersoon;
j.
landbouwbedrijf:
het geheel of gedeelte van bij de gedupeerde in gebruik zijnde productie-eenheden, bestaande uit een of meer gebouwen of gedeelten daarvan en daarbij behorende cultuurgrond, uitsluitend of onder meer dienende tot de uitoefening van akker- of tuinbouw;
k.
LASER:
Dienst Landelijke service bij regelingen van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
l.
geprognotiseerde opbrengst:
opbrengst die zou zijn gerealiseerd indien geen schade zou zijn geleden, berekend op basis van de in de bijlage opgenomen normbedragen;
m.
boekhouding gewassen:
boekhouding gewassen 1998 bij de aanvraag steunverlening akkerbouwgewassen of de opgave voederareaal voor de Regeling dierlijke EG-premies.
Artikel
2
De minister kan een gedupeerde op aanvraag een bijdrage verlenen als tegemoetkoming voor de in de schadetermijn opgetreden schade aan schadegewassen.
Artikel
3
Voor een bijdrage ingevolge deze regeling komt in aanmerking de natuurlijke of rechtspersoon die in 1998 een landbouwbedrijf voor eigen rekening en risico exploiteerde:
a.
waarop blijkens de gegevens van de landbouwtelling 1998 dan wel de opgave, bedoeld in artikel 6, tweede lid, één of meer van de in bijlage 1 aangeven gewassen werden geteeld in een zodanige omvang dat de geprognotiseerde opbrengst van het totaal van deze gewassen tenminste f 40.000,- bedraagt,
b.
waarop blijkens de gegevens van de landbouwtellingen, gehouden in de referentieperiode, in elk jaar van die periode een of meer van de in bijlage 1 aangegeven gewassen werden geteeld, en
c.
waarop een totale schade aan schadegewassen van tenminste f 10.000,- is ontstaan,
d.
die ter zake van de schade aanspraak kan maken op een tegemoet-koming van tenminste f 2.000,
en die
e.
een accurate opgave van de voor deze regeling vereiste gegevens doet,
f.
de minister toestemming verleent om alle informatie in te winnen die vereist is voor de beoordeling van het verzoek,
g.
aan de met het toezicht op deze regeling belaste personen alle medewerking verleent die deze vereisen in het kader van hun toezichthoudende taak, en
h.
geen opruimings- of oogstactiviteiten heeft ondernomen alvorens daarvoor toestemming te hebben verkregen van de minister.
Artikel
4
1
Een tegemoetkoming in de schade of een voorschot daarop wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.
2
De beslissing tot verlening van een tegemoetkoming of een voorschot daarop kan worden ingetrokken of gewijzigd ter verkrijging van de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze regeling, of wegens het uitblijven daarvan.
Artikel
5
1
De voor de tegemoetkoming in aanmerking te nemen schade per gewas wordt vastgesteld volgens de formule:
A x B x C
waarbij:
A = het deel van de geprognotiseerde opbrengst van het betreffende gewas, uitgedrukt in een percentage, dat in de schadetermijn verloren gaat door vermindering van kwaliteit of kwantiteit als gevolg van de extreme weersomstandigheden;
B = de totale oppervlakte die op het bedrijf beteeld is met het gewas;
C = het in bijlage 1 voor het betreffende gewas vastgestelde normbedrag voor de opbrengst, in het geval dat daarbij een jaaraanwas is gegeven vermenigvuldigd met het aantal jaren dat de teelt van het betreffende gewas gevorderd was op het moment van de schade.
2
De voor de tegemoetkoming in aanmerking te nemen schade per gewascategorie wordt vastgesteld volgens de formule:
D – (0,3 x E)
waarbij:
D = de som van de volgens het eerste lid berekende schadebedragen ter zake van tot de betreffende gewascategorie behorende gewassen;
E = de som van de geprognotiseerde opbrengsten van de tot de gewascategorie behorende gewassen, berekend aan de hand van de normbedragen van bijlage 1 en de gegevens van de landbouwtelling 1998 dan wel de boekhouding gewassen of de opgave, bedoeld in artikel 6, tweede lid.
Indien de in aanmerking te nemen schade voor een gewascategorie negatief is, wordt deze vastgesteld op f 0,- .
3
De tegemoetkoming bedraagt 90% van de som van de voor de tegemoetkoming in aanmerking te nemen schades per gewascategorie.
4
Indien de gedupeerde geen gebruik maakt van de landbouwregeling als bedoeld in artikel 27 van de Wet op de omzetbelasting wordt het in aanmerking te nemen schadebedrag met 6/106e deel verminderd.
Artikel
6
1
De gedupeerde die aanspraak wenst te maken op een tegemoetkoming op basis van deze regeling, meldt dit uiterlijk 25 januari 1999 door middel van een door LASER verstrekt schademeldingsformulier.
2
Op het formulier doet de gedupeerde opgave van het gerealiseerde teeltplan 1998 alsmede een opgave van de oppervlakte van de gewassen te velde op de peildatum.
3
De melding gaat vergezeld van:
a.
een of meer topografische kaarten, schaal 1:10.000, waarop elk tot het landbouwbedrijf behorende perceel is aangegeven, alsmede met betrekking tot elk van die percelen, het daarop verbouwde gewas en de ligging van de delen waar naar verwachting schade is opgetreden;
b.
een rapport van bevindingen van een accountant of een accountant- administratieconsulent als bedoeld in artikel 393, eerste lid, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, overeenkomstig het in bijlage 2 opgenomen model, waarin hij zijn bevindingen rapporteert bij de in het tweede lid bedoelde opgave.
4
De accountant of accountant-administratieconsulent, bedoeld in het tweede lid, controleert met inachtneming van het in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen protocol.
Artikel
7
1
Na ontvangst van het schademeldingsformulier draagt LASER zorg voor opneming van de schade, tenzij blijkt dat op de schademelding beslist kan worden zonder voorafgaande opname.
2
Bij de beslissing omtrent schadeopneming, alsmede bij de keuze van de personen of instanties die daarmee worden belast, wordt ten behoeve van een snelle en adequate afhandeling van de meldingen een onderscheid gemaakt op basis van factoren als bedrijfstype, gewassoort en omvang van de vermoedelijke schade.
Artikel
8
Na ontvangst van de melding en opneming van de schade kan de minister op verzoek een voorschot van ten hoogste 50 % van de berekende tegemoetkoming verstrekken.
Artikel
9
1
LASER verstrekt een schadevaststellingsformulier aan de gedupeerde bij gelegenheid van de schadeopneming, dan wel, indien geen opneming van de schade plaatsvindt, zendt dit formulier aan de gedupeerde uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van het schademeldingsformulier.
2
Binnen 14 dagen nadat het formulier aan de gedupeerde is verstrekt, dan wel binnen 14 dagen na dagtekening van de brief waarmee dit formulier aan gedupeerde is gezonden, verzoekt de gedupeerde om verstrekking van een tegemoetkoming in de schade door het schadevaststellingsformulier ondertekend retour te zenden.
3
In het schadevaststellingsformulier tekent de gedupeerde aan welke bijstellingen in neerwaartse richting op de in het meldingsformulier opgegeven beschadigde oppervlakten dienen plaats te vinden.
4
Indien de gedupeerde niet binnen de daarvoor gestelde termijn het schadevaststellingsformulier retour zendt, vervalt de aanspraak op een tegemoetkoming.
5
Toezending van een schadevaststellingsformulier blijft achterwege indien uit de ter beschikking staande gegevens blijkt dat de gedupeerde geen aanspraak op een tegemoetkoming kan doen gelden.
Artikel
10
De minister beslist binnen dertien weken na ontvangst van het schadevaststellingsformulier, dan wel, in het in artikel 9, vijfde lid bedoelde geval, binnen 8 weken na ontvangst van het schademeldingsformulier, op het verzoek. Indien de minister niet binnen dertien weken een besluit op de aanvraag kan nemen, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt daarbij een termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Artikel
11
1
De minister kan de beslissing tot verlening van een tegemoetkoming intrekken of ten nadele van de gedupeerde wijzigen:
a.
op grond van feiten of omstandigheden waarvan deze bij het nemen van de beslissing redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de tegemoetkoming lager zou zijn vastgesteld;
b.
indien de beslissing onjuist was en de gedupeerde dit wist of behoorde te weten, of
Indien de gewijzigde tegemoetkoming meer dan 10% lager zou zijn dan de aanvankelijk toegekende tegemoetkoming en deze aanvankelijke onjuistheid in overwegende mate de gedupeerde valt aan te rekenen, kan de minister besluiten dat geen recht op een tegemoetkoming bestaat.
Bij de terugvordering worden onverschuldigd betaalde bedragen ter zake van tegemoetkoming of bevoorschotting vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf de eerste betaling tot aan het moment van algehele voldoening.
Artikel
13
Met het toezicht op het bepaalde bij of krachtens deze regeling worden belast:
a.
de medewerkers regeling buitendienst van LASER;
b.
de door LASER ingeschakelde schade-experts;
c.
de medewerkers van de Algemene Inspectiedienst;
d.
de medewerkers van de Accoun-tantsdienst van het ministerie van LNV.
Artikel
14
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Rapport van bevindingen inzake het onderzoek overeenkomstig het protocol behorende bij de Regeling Oogstschade 1998
Opdracht
Wij hebben van de hieronder vermelde gedupeerde
naam:
adres:
woonplaats:
relatienummer:
die in het kader van de Regeling oogstschade 1998 een schademelding heeft gedaan, onderzocht of de gedupeerde
een juiste opgave van het gerealiseerde teeltplan 1998, zoals in de bijlage opgenomen, heeft gedaan;
in 1998 voor eigen rekening en risico een landbouwbedrijf exploiteert;
blijkens de gegevens van de landbouwtelling 1998 een of meer van de in bijlage 1 bij de Regeling oogstschade 1998 aangegeven gewassen in een zodanige omvang heeft geteeld dat de geprognotiseerde opbrengst van het totaal van deze gewassen tenminste f 40.000 bedraagt;
de in rekening gebrachte omzetbelasting kan verrekenen.
Het onderzoek is verricht in overeenstemming met het protocol voor de accountantswerkzaamheden in het kader van de Regeling oogstschade 1998, dat is gebaseerd op algemeen aanvaarde richtlijnen inzake opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden.
Bevindingen
In deze paragraaf geven wij voor de door ons conform het protocol verrichte werkzaamheden aan of deze aanleiding geven tot het vermelden van specifieke bevindingen. Bij ons onderzoek hebben wij gebruik gemaakt van de volgende aanwezige documentatie:
Wij rapporteren de volgende specifieke bevindingen:
Doel rapport
Dit rapport is onderdeel van de bij LASER in te dienen schademelding. Het doel van het rapport is om het LASER mogelijk te maken zich een oordeel te vormen:
over de juistheid van de opgave van het gerealiseerde teeltplan 1998;
over de vraag of de gedupeerde in 1998 een of meer van de in bijlage 1 bij de Regeling oogstschade 1998 genoemde gewassen heeft geteeld met een geprognotiseerde opbrengst van tenminste f 40.000;
over de vraag of de gedupeerde in 1998 voor eigen rekening en risico een landbouwbedrijf exploiteert;
of de gedupeerde de in rekening gebrachte omzetbelasting kan verrekenen, in aanmerking genomen de door de regelgeving gestelde eisen en de reikwijdte van de door ons verrichte werkzaamheden. Het rapport mag uitsluitend voor dat doel worden aangewend.
Ter identificatie is als bijlage een afschrift van het teeltplan 1998 opgenomen.
Het onderzoek van de door de gedupeerde bij de schademelding gedane opgave van het gerealiseerde teeltplan 1998 heeft ten doel vast te stellen of deze juist is.
De door de accountant uit te voeren werkzaamheden zijn:
Vaststellen dat de in het gerealiseerde teeltplan 1998 opgenomen gewassen zijn geteeld en wel voor de oppervlakte zoals vermeld in de opgave van de gedupeerde. Hierbij dient, voorzover beschikbaar, voor het onderzoek ondermeer gebruikt gemaakt te worden van:
het voor het bedrijf beschikbare areaal, op basis van kadastrale gegevens en (erf)pachtovereenkomsten;
de hoeveelheid aangekocht en gebruikt poot- en zaaigoed;
eventuele nota’s van loonwerkbedrijven;
de opgave voor de landbouwtelling 1998;
de gegevens overlegd in de ’Boekhouding gewassen 1998’ bij de aanvraag Steunverlening akkerbouwgewassen of de opgave voederareaal voor de Regeling dierlijke EG-premies;
controlerapporten van SKAL (Controle organisatie voor biologische productiemethoden) te Zwolle;
gegevens van de Bloembollen Keuringsdienst (BKD) te Lisse;
verklaringen/keuringsrapporten van de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor pootgoed en zaaizaad (NAK) te Emmeloord inzake pootaardappelen.
Indien het gerealiseerde teeltplan 1998 afwijkt van de opgave bij de landbouwtelling 1998 en de ’Boekhouding gewassen 1998’, dient de accountant dit in zijn rapport van bevindingen uitdrukkelijk te bevestigen.
Het onderzoek of de gedupeerde in 1998 voor eigen rekening en risico een landbouwbedrijf exploiteert heeft ten doel vast te stellen of de door de gedupeerde terzake gedane opgave juist is.
De door de accountant hierbij ondermeer uit te voeren werkzaamheden zijn:
afstemming met de eigendomsverhoudingen ten aanzien van het bedrijf;
afstemming met de administratie.
Het onderzoek of de gedupeerde in 1998 gewassen heeft geteeld met een geprognotiseerde opbrengst van tenminste f 40.000 heeft ten doel vast te stellen of de gedupeerde voldoet aan de voorwaarde van artikel 3, onderdeel a van de Regeling oogstschade 1998.
De door de accountant hierbij ondermeer uit te voeren werkzaamheden zijn:
afstemming van de gewassen volgens de landbouwtelling 1998 met bijlage 1 van de Regeling oogstschade 1998 en vaststellen of de geprognotiseerde opbrengst hiervan, volgens de norm-bedragen van bijlage 1, tenminste f 40.000 bedraagt.
Het onderzoek of de gedupeerde recht heeft op verrekening van omzetbelasting is van belang voor de hoogte van de toe te kennen tegemoetkoming in de schade.
De door de accountant hierbij ondermeer uit te voeren werkzaamheden zijn:
afstemming met de administratie.
De minister behoudt zich het recht voor een review te laten uitvoeren op de door de accountant van de aanvrager in het kader van de Regeling oogstschade 1998 verrichte werkzaamheden.