Tijdelijke regeling agrarisch natuurbeheer

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gezien de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen d.d. 17 februari 1999, nr. SG(99)D/ 1274.

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemeen

Artikel

1

Artikel

2

De minister kan ter bevordering van de toepassing op landbouwgronden van landbouwproductiemethoden die verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubescherming en natuurbeheer op aanvraag subsidie verstrekken aan beheerders ten behoeve van:

  • a.

    de instandhouding en ontwikkeling van weidevogelpakketten of

  • b.

    de instandhouding en ontwikkeling van slootkantenpakketten.

Artikel

3

Indien voor dezelfde of vergelijkbare doeleinden eveneens subsidie wordt verstrekt door andere bestuursorganen, wordt de beheerssubsidie voor het desbetreffende terrein zodanig vastgesteld dat het totaal van de subsidies gelijk is aan de subsidie die op grond van deze regeling voor het desbetreffende terrein zou kunnen worden verstrekt indien door andere bestuursorganen voor dezelfde of vergelijkbare doeleinden geen subsidie zou worden verstrekt.

Artikel

4

Artikel

5

Hoofdstuk

2

Aanvragen van beheerssubsidie

Artikel

6

Artikel

7

De aanvraag tot subsidieverlening gaat in ieder geval vergezeld van:

  • a.

    één of meer topografische kaarten met ten hoogste een schaal van 1 : 10.000 waarop de grenzen van het desbetreffende terrein zijn aangegeven;

  • b.

    indien de aanvraag betrekking heeft op meer weidevogelpakketten of slootkantenpakketten worden op de topografische kaart, onderscheidenlijk kaarten, bedoeld in het eerste lid, tevens de grenzen aangegeven van de terreinen waar de verschillende weidevogelpakketten, onderscheidenlijk slootkantenpakketten, waarvoor beheerssubsidie wordt aangevraagd, zullen worden in stand gehouden, onderscheidenlijk ontwikkeld;

  • c.

    een opgave van de kadastrale grootte van het desbetreffende terrein.

Hoofdstuk

3

Beheerssubsidie

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

8

Beheerssubsidie wordt verstrekt voor één tijdvak.

Artikel

9

Beheerssubsidie ten behoeve van terreinen die zijn gelegen in het Groene Hart wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van de instandhouding of ontwikkeling:

  • a.

    van de weidevogelpakketten, opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 6;

  • b.

    van de slootkantenpakketten, opgenomen in de bijlagen 7 en 8.

Artikel

10

Beheerssubsidie ten behoeve van terreinen die zijn gelegen in Waterland wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van de instandhouding of ontwikkeling:

  • a.

    van de weidevogelpakketten, opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 6;

  • b.

    van de slootkantenpakketten, opgenomen in de bijlagen 7 en 8.

Artikel

11

Beheerssubsidie wordt niet verstrekt voor de instandhouding of ontwikkeling van een weidevogelpakket, onderscheidenlijk slootkantenpakket, op een terrein:

  • a.

    waarvan de oppervlakte niet ten minste overeenkomt met het aantal hectares dat is opgenomen als minimumoppervlakte in de bijlage waarin het desbetreffende weidevogelpakket is opgenomen;

  • b.

    waarvan de breedte kleiner, onderscheidenlijk groter, is dan de minimumbreedte, onderscheidenlijk maximumbreedte, en de lengte kleiner is dan de de minimumlengte die onderscheidenlijk zijn opgenomen in de bijlage waarin het desbetreffende slootkantenpakket is opgenomen.

Artikel

12

Beheerssubsidie wordt niet verstrekt ten behoeve van landbouwgronden:

  • a.

    waarop nog verplichtingen van toepassing zijn op grond van de Beschikking steunverlening producenten akkerbouwgewassen 1992,

  • b.

    waarop nog verplichtingen van toepassing zijn op grond van de Beschikking ter zake van het uit produktie nemen van bouwland, of

  • c.

    die zijn gelegen binnen gebieden die zijn begrensd als reservaats- of natuurontwikkelingsgebied op grond van de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling of als natuurgebied op grond van de Subsidieregeling natuurbeheer.

Artikel

13

Beheerssubsidie wordt niet verstrekt ten behoeve van terreinen voorzover op deze terreinen een beheersovereenkomst van kracht is uit hoofde van de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling dan wel de Beschikking beheersovereenkomsten 1983, de Regeling beheersovereenkomsten 1988 of de Regeling beheersovereenkomsten 1993, behoudens voor het geval dat een beheersovereenkomst is gesloten met uitsluitend verplichtingen inzake het handhaven van de natuurlijke handicaps.

Artikel

14

Indien aan een beheerder subsidie wordt verleend ten behoeve van de instandhouding of ontwikkeling van een weidevogelpakket opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 4, dient de beheerder binnen 4 weken na aanvang van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend aan de directeur van LASER een topografische kaart met ten hoogste een schaal van 1 : 10.000 te doen toekomen met daarop aangegeven waar de beheerder de beheersmaatregelen vermeld in de onderdelen 3 en 4 van het weidevogelpakket zal toepassen.

Artikel

15

Artikel

16

Paragraaf

2

Subsidieverlening

Artikel

17

De beschikking tot subsidieverlening vermeldt in ieder geval:

  • a.

    de grootte en ligging van het terrein;

  • b.

    het weidevogelpakket, onderscheidenlijk slootkantenpakket, dat op het terrein in stand gehouden, onderscheidenlijk ontwikkeld, moet worden;

  • c.

    het bedrag aan beheerssubsidie;

  • d.

    de datum met ingang van welke het tijdvak waarover beheerssubsidie wordt verleend, aanvangt;

  • e.

    het aantal hectares waar ruige mest op wordt uitgereden en het bedrag, bedoeld in artikel 15, tweede lid, en

  • f.

    voorzover van toepassing het bedrag, bedoeld in artikel 16.

Paragraaf

3

Verplichtingen

Artikel

18

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    in de beschikking tot subsidieverlening vermelde weidevogelpakket als bedoeld in onderscheidende bijlagen 1 tot en met 4, voorzover het het in onderdeel 2 van het desbetreffende pakket beschreven resultaat betreft, dan wel het weidevogelpakket opgenomen in één van de bijlagen 5 of 6, of slootkantenpakket te ontwikkelen, onderscheidenlijk in stand te houden;

  • b.

    voorzover van toepassing op het in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen aantal hectares minimaal 10 ton en maximaal 20 ton ruige mest per hectare uit te rijden in de periode, bedoeld in artikel 15, tweede lid;

  • c.

    van omstandigheden als gevolg waarvan het redelijkerwijs niet mogelijk is te voldoen aan de verplichting, bedoeld in onderdeel a, binnen twee weken nadat de subsidieontvanger daarvan redelijkerwijs op de hoogte kan zijn aan de directeur van LASER schriftelijk melding te doen, en

  • d.

    uiterlijk 4 weken voordat gehele of gedeeltelijke overdracht van de bevoegdheid tot gebruik en beheer van het desbetreffende terrein plaatsvindt, van het voornemen daartoe aan de directeur van LASER schriftelijk melding te doen.

Paragraaf

4

Subsidievaststelling

Artikel

19

Artikel

20

De beheerssubsidie wordt vastgesteld binnen 8 weken na ontvangst van de in artikel 19 bedoelde aanvraag.

Artikel

21

Artikel

22

Indien in de periode waarover subsidie wordt verleend uit hoofde van de onderhavige regeling ten behoeve van hetzelfde terrein een beheersovereenkomst wordt gesloten op grond van de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling wordt de beschikking tot subsidieverlening op grond van de onderhavige regeling ingetrokken met ingang van de dag volgend op de dag dat de beheersovereenkomst van kracht is.

Artikel

23

Onverschuldigd betaalde subsidies worden teruggevorderd, vermeerderd met de wettelijke rente tot de datum van ontvangst van de teruggevorderde bedragen.

Artikel

24

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze regeling bepaalde zijn belast de ambtenaren van de Dienst landelijk gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel

25

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

26

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling agrarisch natuurbeheer.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G.H.Faber

Bijlage

1

Weidevogelpakket [Weidevogel-gebied met algemene soorten]

Bijlage

2

Weidevogelpakket [Weidevogelgebied met grutto]

Bijlage

3

Weidevogelpakket [Soortenrijk weidevogelgebied]

Bijlage

4

Weidevogelpakket [soortenrijk weidevogelgebied met kritische soorten]

Bijlage

5

Weidevogelpakket [Plas-dras tot 1 april]

Bijlage

6

Weidevogelpakket [Plas-dras tot 26 april]

Bijlage

7

Slootkantenpakket [Kruidenrijke veenweiderand]

Bijlage

8

Slootkantenpakket [Bloemrijke veenweiderand]

Bijlage

9

Begrenzing van het Groene Hart

Vanaf de kruising van de rivier de Lek met de A2, de provinciegrens tussen Utrecht en Zuid-Holland volgend in oostelijke richting tot de kruising van de provincies Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland. Vanaf de kruising van de provincies Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland de provinciegrens tussen Zuid-Holland en Gelderland volgend in zuidelijke richting tot de rivier de Linge. De Linge volgend in westelijke richting tot de kruising met de A15. De A15 volgend in westelijke richting tot de rivier de Noord. De Noord volgend in noordwestelijke richting, overgaand in de Nieuwe Maas tot de gemeentegrens van Krimpen a/d IJssel. De gemeentegrens van Krimpen a/d IJssel volgend in noordoostelijke, later in noordwestelijke richting, overgaand in de gemeentegrens van Capelle a/d IJssel tot de kruising met de N219. De N219 volgend in noordoostelijke, afbuigend in noordwestelijke richting totaan de Middelweg. De Middelweg volgend in zuidwestelijke richting tot aan de Rotte. De Rotte volgend in noordelijke richting tot de kruising met A12. De A12 volgend in westelijke richting tot de kruising met de N209. De N209 volgend in noordelijke richting tot de kruising met de gemeentegrens van Zoetermeer. De gemeentegrens van Zoetermeer volgend in noordwestelijke richting tot de ringsloot van de Zoetermeersche Meerpolder. De ring-sloot van de Zoetermeersche Meerpolder volgend in zuidelijke richting totaan de gemeentegrens van Zoetermeer.

De gemeentegrens van Zoetermeer volgend in zuidwestelijke richting tot de spoorlijn (Den Haag-Zoetermeer). De spoorlijn (Den Haag-Zoetermeer) volgend in noordwestelijke richting tot de A4. De A4 volgend in noordoostelijke richting tot de spoorlijn (Leiden-Alphen a/d/ Rijn). De spoorlijn (Leiden-Alphen a/d/ Rijn) volgend in oostelijke richting tot de gemeentegrens tussen Zoeterwoude en Rijnwoude. De gemeentegrens tussen Zoeterwoude en Rijnwoude volgend in noordelijke richting tot de Oude Rijn. De Oude Rijn volgend in westelijke richting tot aan de Does. De Does volgend in noordoostelijke richting, in noordwestelijke richting overgaand in de Dwarswetering, in noordelijke richting overgaand in de Zijl, in noordwestelijke richting overgaand in de Groote Sloot, in noordoostelijke richting overgaand in de Warmonderleede, overgaand in de Hofleede, in noordwestelijke richting overgaand in de Dinsdagsche Watering tot de spoorlijn (Leiden-Amsterdam). De spoorlijn (Leiden-Amsterdam) volgend in noordoostelijke richting totaan de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder.

Vanaf de kruising van de spoorlijn Leiden-Amsterdam met de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder de Ringvaart van de Haarlemmermeer volgend in noordelijke richting tot de Lisserweg. De Lisserweg volgend in zuidoostelijke richting tot de spoorlijn Leiden-Schiphol. De spoorlijn Leiden-Schiphol volgend in noordoostelijke richting tot de Venneperweg. De Venneperweg volgend in zuidoostelijke richting tot de gemeentegrens van Aalsmeer. De gemeentegrens van Aalsmeer volgend in noordoostelijke richting tot de bebouwingsgrens van Aalsmeer. De bebouwingsgrens van Aalsmeer volgend in zuidelijke richting tot de rand van de Westeinderplassen. De rand van de Westeinderplassen volgend in zuidelijke richting tot de Dwarsweg. De Dwarsweg volgend in zuidoostelijke richting tot de ringvaart van de Kalslager polder en Uithoornse polder. De ringvaart van de Kalslager polder en Uithoornse polder volgend in noordoostelije richting en vervolgens zuidoostelijke richting tot het Zijdelmeer. Het Zijdelmeer volgend in zuidoostelijke richting tot de gemeentegrens van Uithoorn. De gemeentegrens van Uithoorn volgend in noordoostelijke richting en vervolgens noordwestelijke richting tot de Zijdelweg. De Zijdelweg, overgaand in de Bovenkerkerweg volgend in noordoostelijke richting tot de Nesserlaan. De Nesserlaan volgend in oostelijke richting tot de oostelijke bebouwingsgrens van Amstelveen. De oostelijke bebouwingsgrens van Amstelveen volgend in noordelijke richting tot de gemeentegrens van Amsterdam. De gemeentegrens van Amsterdam volgend in oostelijke richting tot de Amstel. De Amstel volgend in noordelijke richting tot de A10. De A10 volgend in zuidoostelijke richting tot de A2. De A2 volgend in zuidoostelijke richting tot de gemeentegrens van Abcoude. De gemeentegrens van Abcoude volgend in noordoostelijke richting tot het Gein. Het Gein volgend in noordoostelijke richting tot de Gaasp. De Gaasp en vervolgens de Stammerdijk volgend in noordwestelijke richting tot de Overdiemerweg. De Overdiemerweg in noordoostelijke richting volgend tot de Diemen. De Diemen volgend in oostelijke richting tot het IJmeer. De rand van het IJmeer volgend in oostelijke richting tot het Gooimeer. De rand van het Gooimeer volgend in zuidoostelijke richting tot voormalig fort Ronduit in Naarden. De gracht van voormalig fort Ronduit in zuidelijke richting volgend tot de vestingsingel. De vestingsingel in zuidwestelijke richting volgend tot de Karnemelksloot. De Karnemelksloot in zuidwestelijke richting volgend tot ’Lagerskamp’. Vanaf ’Lagerskamp’ de gemeentegrens van Bussum volgend in zuidelijke richting tot de Franse Kampweg. De Franse Kampweg volgend in westelijke richting tot Noordereind. Noordereind, overgaand in Zuidereind volgend in zuidelijke richting tot de gemeentegrens van Hilversum. De gemeentegrens van Hilversum volgend in zuidoostelijke richting tot de Noodweg. De Noodweg volgend in zuidoostelijke richting en doortrekkend tot de A27. De A27 volgend in noordelijke richting tot de Hilversumse Straatweg. De Hilversumse Straatweg volgend in oostelijke richting tot de oostelijke gemeentegrens van Maartensdijk. De oostelijke gemeentegrens van Maartensdijk volgend in zuidelijke richting tot Biltse Rading 1. Biltse Rading 1 volgend in westelijke richting tot de A27. De A27 volgend in noordelijke richting tot de N230. De N230 volgend in westelijke richting tot het Amsterdam-Rijnkanaal. Het Amsterdam-Rijnkanaal volgend in noordwestelijke richting tot de bebouwingsgrens van Maarssenbroek. De bebouwingsgrens van Maarssenbroek volgend in zuidwestelijke richting tot de A2. De A2 volgend in zuidoostelijke richting tot de Maarssense Weg. De Maarssense Weg in zuidelijke richting volgend en doortrekkend tot de Dorpeldijk. De Dorpeldijk in westelijke richting volgend tot de gemeentegrens van Harmelen. De gemeentegrens van Harmelen volgend in zuidelijke richting tot de A12. De A12 volgend in oostelijke richting tot de A2. De A2 volgend in zuidelijke richting tot de gemeentegrens van IJsselstein. De gemeentegrens van IJsselstein volgend in noordwestelijke richting tot de bebouwingsgrens van IJsselstein. De bebouwingsgrens van IJsselstein volgend in zuidwestelijke richting tot de gemeentegrens van IJsselstein. De gemeentegrens van Ijsselstein volgend in zuidoostelijke richting tot de Lek. De Lek volgend in oostelijke richting tot de kruising met de A2.

Bijlage

10

Begrenzing Waterland

Ten zuiden van de Beemster uitwatering, ten oosten van de Beemsterring-vaart (uitgezonderd de polder De Purmer), ten westen en zuiden van het Noordhollandsch Kanaal tot aan Spijkerboor, vanaf Spijkerboor ten westen van de Beemsterringvaart tot aan de Fenisserbrug (Oostmijzen), vanaf de Fenisserbrug ten zuiden van de Ursemmervaart tot aan Ursem, vanaf Ursem ten oosten en ten zuiden van de Schermerringvaart tot en met de Vuile Graft, vanaf de Vuile Graft ten zuiden van het Noordhollandsch Kanaal tot Kogerpolderkanaal, ten oosten van de Kogerpolderkanaal en de Markervaart (incl. Westwouder- polder) tot aan de Zaan bij Oost-Knollendam, ten oosten van de Zaan tot aan de A8, ten oosten van de A8 tot aan de rondweg van Amsterdam (A10), ten noorden en van de rondweg Amsterdam (A10) tot aan de Uitdammerdijk, ten noorden en ten westen van de Uitdammerdijk (incl. Polder IJdoorn), ten zuiden van de Waterlandse Zeedijk tot en met de Poel, ten zuiden van de dijk liggend ten noorden van de Poel, ten zuiden van Dijksgat tot aan de N247, ten westen van de N247 van Dijksgat tot aan Hooge Dijk te Katwoude, ten noorden en ten westen van de Hoge Dijk, ten westen van de Zuidpolderzeedijk, ten westen van de IJsselmeerdijk tot aan de Beemsteruitwatering.