Besluit van 8 juni 1999, houdende vaststelling van de regeling inzake de aanvullende voorzieningen bij werkloosheid van defensie personeel (Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie)

Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 12 januari 1999, nr. P/98008731;
De Raad van State gehoord (advies van 4 maart 1999, no. WO7.99.0019/II);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 2 juni 1999, nr. P/99002950;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Bovenwettelijke uitkeringen

Artikel

2

Aansluitende uitkering

Artikel

3

Aanvullende uitkering

Betrokkene, die recht heeft op een loongerelateerde WW-uitkering, dan wel een aansluitende uitkering ingevolge artikel 2, heeft recht op een aanvullende uitkering.

Artikel

4

Hoogte aanvullende uitkering

Artikel

5

Aanvullende uitkering bij ziekte

Artikel

6

Aanvullende overlijdensuitkering

Artikel

7

Voorwaarden aanvullende uitkering

Artikel

8

Aanvraag uitkering

Onze Minister beslist over de toekenning van de bovenwettelijke uitkering op aanvraag van betrokkene.

Hoofdstuk

3

Loonaanvulling, aanspraken bij werkloosheid na werkhervatting en privatiseringsontslag

Artikel

9

Loonaanvulling

Artikel

10

Aanspraken bij werkloosheid na werkhervatting

Artikel

11

Privatiseringsontslag

Hoofdstuk

4

Samenloop

Artikel

12

Artikel

13

Indien betrokkene aansluitend aan het ontslag recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering berekend naar een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer, en nadien als gevolg van een vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid op minder dan 80% recht krijgt op een bovenwettelijke uitkering op grond van dit besluit, worden duur en hoogte van de bovenwettelijke uitkering vastgesteld alsof de bovenwettelijke uitkering zou zijn ingegaan op de ingangsdatum van het ontslag.

Hoofdstuk

5

Overige bepalingen

Artikel

14

Tegemoetkoming verhuiskosten

Aan betrokkene, die elders arbeid of bedrijf ter hand gaat nemen, kan ter zake van de kosten, die voor hem aan een daartoe nodige verhuizing zijn verbonden, op zijn aanvraag door Onze Minister een tegemoetkoming worden toegekend tot ten hoogste het bedrag van een vergoeding volgens de normen van het Verplaatsingskostenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie, onder verrekening van een tegemoetkoming in verhuiskosten uit andere hoofde.

Artikel

15

Afkoop

Op aanvraag van betrokkene kan het recht op de bovenwettelijke uitkering, al of niet direct aansluitend aan zijn ontslag, geheel of ten dele worden afgekocht.

Artikel

16

Indien het niveau van de uitkering van de WW een algemene neerwaartse wijziging ondergaat, wordt deze neerwaartse wijziging, behoudens indien in het sector overleg Defensie sociale partners anders overeenkomen binnen 6 maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de maatregel is gepubliceerd, op overeenkomstige wijze ten aanzien van de bovenwettelijke uitkeringen doorgevoerd vanaf de in het Staatsblad vermelde datum van inwerkingtreding van bedoelde maatregel, doch niet eerder dan 6 maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad.

Hoofdstuk

6

Overgangsrecht en slotbepalingen

Artikel

18

Artikel

19

Dit besluit treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

20

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Defensie, H. A. L. van Hoof
De Minister van Justitie, A. H. Korthals