Artikel
1
Dit besluit verstaat onder:
-
a.
explosieven: bommen en gevechtsladingen; geleide en ballistische projectielen; munitie voor artillerie, mortieren en klein-kaliberwapens; alle mijnen, torpedo's en dieptebommen; vernielingsladingen; al dan niet pyrotechnische vuurwerken; bundelrekken, moederbommen en dispensers; inrichtingen in werking gesteld door patronen en stuwstoffen; electrische ontstekingsrichtingen;
-
b.
opsporing: onderzoeken van een bepaald gebied in verband met de vermoede aanwezigheid van explosieven afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog;
-
c.
opsporingswerkzaamheden: detecteren (vaststellen van de aanwezigheid van een voorwerp op of onder het maaiveld) en lokaliseren (vaststellen van de exacte ligplaats van een voorwerp, dat op of onder het maaiveld is gedetecteerd);
-
d.
ruiming: benaderen, veiligstellen, afvoeren of vernietigen van een explosief, afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog, dat in een bepaald gebied is aangetroffen;
-
e.
ruimingswerkzaamheden: werkzaamheden die verband houden met de ruiming van een aangetroffen explosief dan wel van een voorwerp waarvan de exacte ligplaats bij opsporingswerkzaamheden op of onder het maaiveld is gedetecteerd;
-
f.
bestuursorgaan: het gemeentebestuur, en bij opsporingen of ruimingen in gebieden die niet gemeentelijk zijn ingedeeld, de bevoegde burgerlijke autoriteit ter plaatse;
-
g.
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
-
h.
deskundigen: personen die voldoen aan de, in de bijlage bij de circulaire van 31 juli 1998, kenmerk fip 98/624 M, van het ministerie van Financiën:« Voorlopige eisen en voorwaarden inzake opsporingswerkzaamheden naar conventionele explosieven door gemeentelijke en civiele explosieven opsporingsbedrijven», gestelde eisen van vakbekwaamheid op het niveau van opruimer explosieven;
-
i.
opsporingsbedrijven: bedrijven die voldoen aan de, in de bijlage bij de circulaire van 31 juli 1998, kenmerk fip 98/624 M, van het ministerie van Financiën: «Voorlopige eisen en voorwaarden inzake opsporingswerkzaamheden naar conventionele explosieven door gemeentelijke en civiele explosieven opsporingsbedrijven», gestelde eisen;
-
j.
bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente zoals deze op basis van luchtfoto's uit 1992 is bepaald door de Topografische Dienst Nederland van het ministerie van Defensie voor de vaststelling van de bebouwingsgegevens voor de berekening van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds;
-
k.
schervengevarenzone: de zone waarbinnen een explosief, waarvan de ligging bekend is dan wel wordt vermoed, volgens de richtlijnen van het ministerie van Defensie, schade kan aanrichten bij een detonatie;
-
l.
infrastructuur: het geheel van auto-, spoor-, straat-, waterwegen, havens, vliegvelden, elektrische installaties en dergelijke;
-
m.
kwetsbare infrastructuur: dat deel van de infrastructuur waaraan als gevolg van detonatie van een vermoedelijk aanwezig dan wel aanwezig explosief zodanige schade kan worden aangericht dat er grote risico's ontstaan voor de bevolking;
-
n.
begroting: de begroting van Onze Minister van Financiën.