Besluit van 21 december 1999 tot vaststelling van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000

Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 23 september 1999, nr. 78770/99/6;
De Raad van State gehoord (advies van 30 november 1999, nr. WO3.99.0493/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 16 december 1999, nr. 5000238/99/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemeen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet op de rechtsbijstand;

  • b.

    procedure: een zaak die aanhangig is gemaakt bij een bij wet ingesteld tuchtrechtelijk college alsmede een zaak op het terrein van het burgerlijk of bestuursrecht die aanhangig is gemaakt bij:

    • de burgerlijke rechter,

    • de administratieve rechter,

    • het bestuursorgaan dat in administratief beroep oordeelt,

    • het bestuursorgaan dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht oordeelt over een bezwaar,

    • de regionaal directeur voor de arbeidsvoorziening in het kader van het geven van een oordeel over een ontslagvergunning op grond van artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945,

    • de huurcommissie die oordeelt in het kader van de Huurprijzenwet woonruimte,

    • de instantie die oordeelt over een geschil dat is onderworpen aan arbitrage of bindend advies,

    • de instantie die oordeelt in een wettelijk geregelde klachtprocedure,

    • de Minister van Justitie in het kader van het inbrengen van een zienswijze tegen het voornemen om een beslissing te nemen met betrekking tot een verblijfsvergunning, bedoeld in de artikelen 39 en 41 van de Vreemdelingenwet 2000;

  • c.

    advieszaak: een zaak op het terrein van het tuchtrecht of het burgerlijk of bestuursrecht die geen procedure is;

  • d.

    strafzaak: een strafzaak jegens een verdachte als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering en een andere zaak die in de bijlage als strafrechtelijke zaak is aangemerkt;

  • e.

    piketzaak: een zaak waarin een rechtsbijstandverlener rechtsbijstand heeft verleend in het kader van een door de raad getroffen regeling voor het beurtelings verlenen van rechtsbijstand in de gevallen, bedoeld in het eerste lid van artikel 23.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Hoofdstuk

II

Vergoedingsnormen

par. 1

zaken op het terrein van het burgerlijk en bestuursrecht en het tuchtrecht

Artikel

5

Artikel

6

In afwijking van het eerste lid van artikel 5, worden aan een procedure die in cassatie is gevoerd vijftien punten toegekend. Artikel 8 is niet van toepassing.

Artikel

7

Artikel

8

In een procedure betreffende echtscheiding als bedoeld in de bijlage, waarin geen tegenspraak is gevoerd, wordt het aantal toe te kennen punten met drie verlaagd.

Artikel

9

Indien in een procedure rechtsbijstand is verleend door achtereenvolgens twee of meer rechtsbijstandverleners die niet werkzaam zijn in hetzelfde samenwerkingsverband, wordt het aantal toe te kennen punten één maal met twee verhoogd.

Artikel

10

In het geval een rechtsbijstandverlener in een procedure, die wordt gevoerd in een ander arrondissement dan het arrondissement der rechtbank, bij welke de rechtsbijstandverlener is ingeschreven, wordt bijgestaan door een wettelijk verplichte procureur wordt het aantal toe te kennen punten met twee verhoogd.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

par. 2

strafzaken

Artikel

14

Aan een strafzaak wordt het aantal punten toegekend dat in de bijlage voor het desbetreffende rechtsterrein of soort zaak is bepaald.

Artikel

15

Artikel

16

Indien in een strafzaak in eerste aanleg of in hoger beroep over de gevangenhouding of gevangenneming van de rechtzoekende is geoordeeld, wordt, in afwijking van artikel 18, het aantal toe te kennen punten met drie verhoogd.

Artikel

17

Indien de rechtsbijstandverlener in het kader van een gerechtelijk vooronderzoek of een daarmee gelijk gesteld onderzoek bij het verhoor van een getuige of van de verdachte of bij een descente aanwezig is geweest, wordt het aantal toe te kennen punten verhoogd met één punt per gehoorde getuige, verdachte onderscheidenlijk per descente.

Artikel

18

Artikel

19

Indien een strafzaak vóór het onderzoek ter terechtzitting of voor de behandeling in rechte van de hoofdzaak of hoofdvordering wordt beëindigd, worden in afwijking van artikel 14 vijf punten toegekend, tenzij in de bijlage een lager puntenaantal is bepaald.

Artikel

20

Indien in een strafzaak rechtsbijstand is verleend door achtereenvolgens twee of meer rechtsbijstandverleners die niet werkzaam zijn in hetzelfde samenwerkingsverband, wordt het aantal toe te kennen punten één maal met twee verhoogd.

Artikel

21

Artikel

22

par. 3

piketzaken

Artikel

23

Hoofdstuk

III

Vergoedingen in verband met reistijdverlet en overige kosten

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

De kosten die de rechtsbijstandverlener heeft moeten maken doordat hij zich bij de verlening van rechtsbijstand in een strafzaak of een piketzaak van een tolk heeft moeten bedienen, worden vergoed tot ten hoogste het bedrag waarop een tolk ingevolge het Besluit tarieven in strafzaken aanspraak heeft.

Artikel

27

Voor de administratieve kosten die in het kader van de rechtsbijstandverlening worden gemaakt, wordt per toevoeging een vergoeding van f 60,–Bij Stcrt. 2000/120 is dit bedrag m.i.v. 1 juli 2000 vastgesteld op f 62,36. Bij Stcrt. 2001/128 is dit bedrag m.i.v. 1 juli 2001 vastgesteld op f 65,13 (€ 29,55). toegekend.

Hoofdstuk

IV

Toepassing

par. 1

vaststelling van de vergoeding

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

Indien na de vaststelling van de vergoeding feiten of omstandigheden bekend worden waarvan het bureau redelijkerwijs niet bij de vaststelling op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de vergoeding lager zou zijn vastgesteld, dan wel indien de vaststelling onjuist was en de rechtsbijstandverlener dit wist of behoorde te weten, kan het bureau de vaststelling met terugwerkende kracht wijzigen of intrekken, tenzij vijf jaren zijn verstreken sedert de dag van de vaststelling.

Artikel

31

par. 2

betaling en verrekening

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

par. 3

bevoorschotting

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

37

Indien de inschrijving van de advocaat door de raad wordt doorgehaald overeenkomstig artikel 17 van de wet, is de advocaat gehouden op vordering van het bureau het verleende voorschot met verrekening van de toegekende vergoedingen onverwijld terug te betalen.

Artikel

38

Hoofdstuk

V

Afwijkende vergoedingen

Artikel

39

Hoofdstuk

VI

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

Wijzigt het Besluit regels vergoeding advocaat voor rechtsbijstand ex artikel 817 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Artikel

43

Wijzigt het Deurwaardersreglement.

Artikel

44

Het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 1994 wordt ingetrokken.

Artikel

45

Artikel

46

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Artikel

47

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Justitie, M. J. Cohen
De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Bijlage

De punten geven het gewicht per rechtsterrein of soort zaak aan:

Zaken op het terrein van het burgerlijk recht

– arbeidsrecht

– arbeidsrecht algemeen

11

– ontslagvergunning

7

– ontbinding arbeidsovereenkomst

8

– personen/familierecht

– echtscheiding

10

– echtscheiding, gemeenschappelijk verzoek

7

– alimentatie/levensonderhoud

7

– ouderlijke macht/omgangsregeling

7

– boedelscheiding/erfrecht

12

– overige

7

– verbintenissenrecht

11

– huurrecht

– huurrecht algemeen

9

– wet huurprijzen woonruimte

5

– onderhoud door verhuurder

12

– goederenrecht

12

overige zaken burgerlijk recht

9

Bestuursrechtelijke zaken

– bestuurszaken algemeen

8

– uitkering vervolgingsslachtoffers

11

– vreemdelingenrecht algemeen

8

– asiel

– voornemen

7

– beroep

8

– hoger beroep

5

– ambtenarenrecht

10

Strafrechtelijke zaken

– strafrecht verdachten

– zaken waarvan de kennisneming in eerste aanleg heeft of zou hebben plaatsgevonden door de kantonrechter

5

– jeugdstrafzaken

6

– rijden onder invloed

5

– zaken betreffende misdrijven waarvan de kennisneming in eerste aanleg heeft of zou hebben plaatsgevonden door de enkelvoudige kamer

6

– zaken betreffende misdrijven waarvan de kennisneming in eerste aanleg heeft of zou hebben plaatsgevonden door de meervoudige kamer

8

– strafrecht niet-verdachten

– Uitleveringswet

9

– Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (Wots)

8

– Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz)

4

– vreemdelingenbewaring

4

– terbeschikkingstelling (Tbs)

7

– geschillen/klachtzaken gedetineerden

5

– vordering benadeelde partij

5

– beklag niet-vervolging

5

– ontnemingsvordering

3

– tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf

3

– overige strafzaken

4