Regeling technische maatregelen 2000

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van de Europese Unie van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (PbEG L 125);

Besluit:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

2b

Het is verboden te handelen in strijd met artikel 49, eerste lid, van verordening nr. 1224/2009.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

5a

Het is verboden met een vissersvaartuig met een lengte over alles van 10 meter of minder mariene organismen over te laden of over te nemen van een ander vaartuig.

Artikel

6

Artikel

7

Het is verboden:

  • a.

    ten behoeve van de heekvisserij met sleepnetten, Deense zegennetten of soortgelijk gesleept tuig te vissen in de geografische zones en gedurende de periodes, genoemd in artikel 28 van verordening nr. 850/98;

  • b.

    ten behoeve van de heekvisserij sleepnetten, Deense zegennetten of soortgelijk gesleept tuig aan boord te houden in de zones en gedurende de periodes genoemd onder a, tenzij dit is toegestaan op grond van artikel 28, tweede lid, van verordening nr. 850/98;

  • c.

    Zeekreeften, langousten, tweekleppige en buikpotige weekdieren of Noordzeekrabben aan boord te houden of aan te voeren, tenzij dit is toegestaan op grond van artikel 18, derde of vierde lid, van verordening nr. 850/98;

  • d.

    haring aan boord te houden, die is gevangen in de geografische zones en tijdens de periodes, genoemd in artikel 20, eerste lid, van verordening nr. 850/98, tenzij dit is toegestaan op grond van het tweede en derde lid van dat artikel;

  • e.

    sprot aan boord te houden die is gevangen in de geografische zones en tijdens de periodes, genoemd in artikel 21, eerste lid, van verordening nr. 850/98, tenzij dit is toegestaan op grond van het tweede lid van dat artikel;

  • f.

    makreel aan boord te houden in de gevallen genoemd in artikel 22, eerste en tweede lid, van verordening nr. 850/98, met inachtneming van het derde lid van dat artikel;

  • g.

    ansjovis die met pelagische trawls is gevangen aan boord te houden, of hierop met genoemd vistuig te vissen, in de sector, genoemd in artikel 23, eerste lid, van verordening nr. 850/98;

  • h.

    tonijn, gestreepte tonijn, grootoogtonijn of geelvintonijn aan boord te houden of hierop te vissen, in de gevallen genoemd in artikel 24 van verordening nr. 850/98;

  • i.

    Noordzeegarnalen of ringsprietgarnalen aan boord te houden, in de gevallen genoemd in artikel 25, eerste lid, van verordening nr. 850/98, met inachtneming van het tweede lid van dat artikel, tenzij dit is toegestaan op grond van het derde lid van dat artikel;

  • j.

    zalm en zeeforel aan boord te houden, over te laden, aan te voeren, te vervoeren, op te slaan, te verkopen, uit te stallen of te koop aan te bieden, in de gevallen genoemd in artikel 26 van verordening nr. 850/98;

  • k.

    kever aan boord te houden die met gesleept tuig is gevangen in de zone, genoemd in artikel 27, eerste lid, van verordening nr. 850/98, tenzij dit is toegestaan op grond van het tweede lid van dat artikel;

  • l.

    te vissen op tong of deze vissoort aan boord te houden, tenzij deze is gevangen in de wateren benoorden 48° noorderbreedte met staand vistuig met een minimummaaswijdte van 90mm;

  • m.

    scholen of groepen zeezoogdieren met ringzegens in te sluiten.

Artikel

7a

Artikel

7b

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 22 en 27 van de verordening van 18 december 2008 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2004.

Artikel

7c

Artikel

7d

Artikel

7e

Artikel

7f

Artikel

7g

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

10b

Artikel

10c

Vervallen

Artikel

10d

Het verbod, bedoeld in artikel 10, tweede lid, is niet van toepassing indien:

  • a.

    op het desbetreffende vaartuig satellietvolgapparatuur als bedoeld in de artikelen 17 en 18, tweede lid, van verordening nr. 2244/2003, is geïnstalleerd;

  • b.

    de datatransmissie met de in onderdeel a bedoeld apparatuur voldoet aan artikel 18, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van verordening nr. 2244/2003, en met ingang van 1 januari 2006 tevens aan onderdeel d, van dat artikellid, en plaatsvindt overeenkomstig de artikelen 20 en 21 van die verordening, met dien verstande dat de automatische doorgifte van de gegevens ten minste eenmaal in de twee uur geschiedt en onder ‘VCC’ in artikel 21 moet worden verstaan: het visserijcontrolecentrum van de Algemene Inspectiedienst te Kerkrade;

  • c.

    de kapitein van het vissersvaartuig voldoet aan artikel 19, eerste en tweede lid, van verordening nr. 2244/2003, en

  • d.

    in geval van een defect of anderszins niet functioneren van de apparatuur, bedoeld onder a, wordt voldaan aan artikel 23, eerste tot en met derde lid, van verordening nr. 2244/2003.

Artikel

10e

Artikel

10f

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 6, derde lid, en 19, derde lid, van verordening nr. 2244/2003.

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Artikel

12a

Artikel

12b

Het is verboden met een vaartuig van een niet-verdragsluitende partij als bedoeld in artikel 2, tiende lid, van de in artikel 12a, eerste lid, bedoelde verordening, vis aan te landen of over te laden in strijd met artikel 25 van die verordening.

Artikel

12c

Artikel

12d

Artikel

12e

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 5, eerste lid, 7, 8, 9, 10, 20, tweede lid, derde lid, onderdeel a, vierde lid, onderdeel b, 21, 23, 26, eerste lid, 27 en 29 van verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad van de Europese Unie van 7 mei 2007 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 973/2001 (PbEU L 123).

Artikel

12f

Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 4 tot en met 9 van verordening (EG) nr. 2056/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 2001 tot vaststelling van aanvullende technische maatregelen voor het herstel van de kabeljauwbestanden in de Noordzee en ten westen van Schotland (PbEG L 277).

Artikel

12g

Artikel

12 h

Het is verboden haaienvinnen als bedoeld in artikel 2, onder 1, van verordening (EG) nr. 1185/2003 van de Raad van de Europese Unie van 26 juni 2003 betreffende het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vissersvaartuigen (PbEU L 167) af te snijden aan boord van een vissersvaartuig, aan boord te houden, over te laden, aan te landen, aan te kopen, te koop aan te bieden of te verkopen, tenzij dit in overeenstemming is met de artikelen 3, 4 en 5 van die verordening.

Artikel

12i

Het is verboden in strijd te handelen met artikel 30, vierde lid en vijfde lid, van verordening nr. 850/98.

Artikel

12j

Artikel

12k

Artikel

12l

Het is verboden mariene organismen aan boord te houden, aan te landen en over te laden, indien deze organismen zijn gevangen in het gebied, bedoeld in het eerste lid, door een vaartuig dat op grond van de in het eerste lid genoemde verordening niet gerechtigd was om in dat gebied visserijactiviteiten uit te oefenen.

Artikel

12m

Artikel

12n

Artikel

12o

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 18, 22, 23, eerste lid, en 24, tweede lid, van verordening nr. 1006/2008.

Artikel

12p

Artikel

12q

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 5, 6, 9, eerste lid, 10 eerste en tweede lid, 11, tweede lid, 13, derde lid, 14, derde lid, 15, 16, eerste lid, 17, eerste tot en met derde lid, 18, eerste lid, 19, eerste tot en met vierde en zesde lid, 20, vierde lid, 21, eerste lid, 27 en onderdelen 2, onderdeel a, 3, en 5 van Annex I van de Verordening van 19 december 2007 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee en tot wijziging van verordening (EG) nr. 520/2007.

Artikel

12r

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 14, 15, tweede lid, en 16, van verordening 676/2007 van de Raad van de Europese Unie van 11 juni 2007 tot vaststelling van een beheersplan voor de bevissing van de schol- en tongbestanden in de Noordzee (PbEU L 157).

Artikel

12s

Artikel

12t

Vanaf de datum, bedoeld in artikel 50, tweede lid, van verordening nr. 1224/2009 is het voor vissersvaartuigen en vissersvaartuigen van andere lidstaten en derde landen met een lengte van 12 meter over alles of meer verboden te handelen in strijd met artikel 50, derde en vierde lid, van verordening nr. 1224/2009.

Artikel

12u

Artikel

12v

Artikel

12w

Het is verboden te handelen in strijd met artikel 52, eerste lid, van verordening nr. 1224/2009.

Artikel

13

Artikel

13a

Artikel

14

Indien ontheffing wordt verleend van deze regeling in verband met het uitoefenen van de visserij ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of visserij ten behoeve van het kunstmatig uitzetten of overbrengen van mariene organismen, geschiedt dit in overeenstemming met de artikelen 43 en 44 van verordening nr. 850/98 en artikel 2, tweede lid, van de verordening inzake vangstmogelijkheden.

Artikel

15

De Regeling technische maatregelen wordt ingetrokken.

Artikel

16

Wijzigt de Regeling eisen satellietvolgapparatuur.

Artikel

17

Wijzigt de Regeling vangstbeperking.

Artikel

18

Wijzigt de Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij.

Artikel

19

Wijzigt de Vrijstellingsregeling Westerschelde.

Artikel

20

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2000. Deze regeling kan worden aangehaald als de Regeling technische maatregelen 2000.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J.F. deLeeuw