Regeling randapparaten en radioapparaten

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op richtlijn nr. 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (PbEG L 91), op Beschikking nr. 6/4/2000 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 april 2000 houdende vaststelling van de eerste indeling van radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparaten en de overeenkomstige merktekens (PbEG L 97), op artikel 3, tweede lid en de sectorbijlage betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika (PbEG 1999/L31), artikel 2, derde lid en de sectorbijlage betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Canada (PbEG 1998/L280), artikel 2, tweede lid en de sectorbijlage betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, certificaten en markeringen tussen de Europese Gemeenschap en Australië (PbEG 1998/L229) en artikel 2, tweede lid en de sectorbijlage betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur van de Overeenkomst inzake de wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland (PbEG 1998/L229) en op de artikelen 1, onderdeel i, 5, derde lid, 11, 13, 14, derde lid en 21 van het Besluit randapparaten en radioapparaten;

Besluit:

Paragraaf

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

b.
beschikking nr. 2000/299/EG:

beschikking nr. 2000/299/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 april 2000 houdende vaststelling van de eerste indeling van radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de overeenkomstige merktekens (PbEG L 97);

c.
beschikking nr. 2000/637/EG:

beschikking nr. 2000/637/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 september 2000 over de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die onder de regionale regeling betreffende de radiotelefoondienst op binnenwateren valt (PbEG L 269);

d.
beschikking nr. 2000/638/EG:

beschikking nr. 2000/638/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 september 2000 over de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bestemd is om op niet-SOLAS-zeeschepen te worden geïnstalleerd voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem en die niet onder Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen valt (PbEG L 269);

e.
beschikking nr. 2001/148/EG:

beschikking nr. 2001/148/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 februari 2001 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG op lawinebakens (PbEG L55);

f.
divisie Telecom:

divisie Telecom van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

Paragraaf

2

Kennisgeving

Artikel

2

Paragraaf

3

Essentiële eisen

Artikel

3

Paragraaf

4

Markeringen en informatie

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Indien bij de conformiteitsbeoordelingsprocedures, bedoeld in artikel 8 van het besluit, een of meer aangemelde instanties zijn betrokken, gaat de in artikel 4 bedoelde CE-markering vergezeld van het identificatienummer van deze aangemelde instantie, onderscheidenlijk aangemelde instanties.

Artikel

8

In de in artikel 4 bedoelde CE-markering alsmede in de gebruiksaanwijzing of de handleiding en in andere documenten met betrekking tot de randapparaten of radioapparaten, die deze apparaten vergezellen, wordt door degene die de randapparaten of radioapparaten in de handel brengt het referentienummer van richtlijn nr. 1999/5/EG, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen opgenomen.

Artikel

9

Paragraaf

5

Aanwijzing van aangemelde instanties

Artikel

10

Een aanvraag tot aanwijzing als bedoeld in artikel 12 van het besluit wordt ingediend bij de divisie Telecom en bevat:

  • a.

    gegevens waaruit blijkt dat de instantie waarop de aanvraag betrekking heeft blijkens accreditatie aantoonbaar voldoet aan de norm NEN-EN 45011 of de norm NEN-EN 45012, en

  • b.

    de categorieën van randapparaten of radioapparaten en de conformiteitsbeoordelingsprocedures dan wel de onderdelen daarvan, waarop de aanvraag betrekking heeft.

Paragraaf

6

Overeenkomsten

Artikel

11

De overeenkomsten, bedoeld in artikel 1, onderdeel i, van het besluit zijn de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika (PbEG 1999/L31), de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Canada (PbEG 1998/L280), de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, certificaten en markeringen tussen de Europese Gemeenschap en Australië (PbEG 1998/L229), de Overeenkomst inzake de wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland (PbEG 1998/L229) of de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Japan (PbEG 2002/L284).

Paragraaf

7

Wijziging in andere regelgeving

Artikel

12

Wijzigt de Regeling storingsklachten.

Artikel

13

Wijzigt de Regeling vergoedingen RDR 2000.

Artikel

14

Wijzigt de Regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang.

Paragraaf

8

Slotbepalingen

Artikel

15

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

16

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling randapparaten en radioapparaten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. deVries