Subsidieregeling houtmodificatie CO2-reductieplan

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
een houtmodificatieproject:

het aanschaffen of voortbrengen, installeren en in gebruik nemen van voorzieningen ten behoeve van het modificeren van hout die, alleen of in samenhang met andere voorzieningen, leiden tot een vermindering van de uitstoot van CO2 van ten minste 3 kiloton per jaar, en een kosteneffectiviteit hebben van ten hoogste € 22,69 per ton CO2-reductie;

b.
kosteneffectiviteit:

de annuïteit van de subsidie, gedeeld door de gemiddelde jaarlijkse CO2-reductie, berekend over een door de aanvrager aannemelijk gemaakte technische levensduur van de voorziening van ten hoogste 25 jaar, overeenkomstig de in de artikelen 3 en 5 tot en met 18 van de Uitvoeringsregeling subsidies CO2-reductieplan gestelde regels, uitgedrukt in een bedrag in euro's per vermeden ton CO2;

c.
annuïteit:

annuïteit met een rente van 6%;

d.
een samenwerkingsverband:

een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee natuurlijke personen of rechtspersonen;

e.
een ondernemer:

een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een onderneming in stand houdt;

f.
een groep:

een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:

  • 1º.

    een natuurlijke persoon of rechtspersoon die direct of indirect:

    • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

    • volledig aansprakelijk vennoot is van, of

    • overwegende zeggenschap heeft over

      een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

  • 2º.

    laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Bij de vaststelling van de kosten, bedoeld in artikel 3, wordt uitgegaan van een in de gehele organisatie van de subsidieontvanger gebruikelijke, controleerbare methodiek, met dien verstande dat:

  • a.

    met betrekking tot de kosten van aanschaf van de voorzieningen wordt uitgegaan van historische aanschafprijzen, tenzij een voorziening wordt aangeschaft door middel van een

    lease-overeenkomst, in welk geval het vereiste dat de kosten moeten zijn betaald niet van toepassing is en als kosten van aanschaf in aanmerking worden genomen de contante waarde van de in totaal verschuldigde leasetermijnen, verdisconteerd op jaarbasis;

  • b.

    met betrekking tot de loonkosten wordt uitgegaan van een uurloon, berekend op basis van het bruto jaarloon bij een volledige dienstbetrekking volgens de kolommen 3, 4 en 13 van de loonstaat van het betrokken directe personeel, exclusief volledig winstafhankelijke uitkeringen, verhoogd met de wettelijke dan wel op grond van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst verschuldigde opslagen voor sociale lasten;

  • c.

    niet in aanmerking worden genomen:

    • 1º.

      winstopslagen bij transacties binnen een groep;

    • 2º.

      financieringskosten en alle rentevergoedingen;

  • d.

    de kosten in aanmerking worden genomen met inbegrip van omzetbelasting, indien de subsidieontvanger omzetbelasting niet in aftrek kan brengen.

2

Artikel

5

Artikel

6

Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op aanvragen die zijn ontvangen in de periode als bedoeld in:

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

De minister beslist in ieder geval afwijzend op een aanvraag indien de Adviescommissie CO2-reductieplan een negatief advies heeft uitgebracht.

Artikel

10

§

3

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

De minister kan bij de subsidieverlening verplichtingen opleggen met betrekking tot:

  • a.

    het aan de minister verschaffen van inlichtingen omtrent de resultaten van het houtmodificatieproject en de exploitatie van de betrokken voorzieningen;

  • b.

    het geven van bekendheid aan het houtmodificatieproject en de resultaten ervan, en

  • c.

    het gebruik van de voorzieningen.

§

4

Voorschotten

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

De minister kan afwijzend beschikken op een aanvraag, indien een subsidieontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen.

§

5

Subsidievaststelling

Artikel

19

De minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken. Indien de beschikking niet binnen dertien weken kan worden gegeven, stelt de minister de betrokkene daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

§

6

Slotbepalingen

Artikel

20

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

21

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling houtmodificatie CO2-reductieplan.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Economische Zaken voor technologie, energie en milieu, Senter, Grote Marktstraat 43, ’s-Gravenhage, alsmede bij het Projectbureau CO2-reductieplan, Dokter van Deenweg 108, Zwolle.

De Minister van Economische Zaken, A.Jorritsma-Lebbink