Besluit van 8 juli 2000 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur houdende nieuwe regels betreffende de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten)

Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid J. F. Hoogervorst van 28 april 2000, nr. SV/WV/00/26762;
De Raad van State gehoord (advies van 6 juni 2000, No.W12.00.0178/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, van 7 juli 2000, nr. SV/WV/00/45397;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel

1a

Geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie

Artikel

2

De arbeidsongeschiktheidsbeoordeling

Artikel

2a

Eenmalige afwijkende beoordeling op grond van artikel 8:10b van de Wajong

Hoofdstuk

2

Het verzekeringsgeneeskundig onderzoek

Artikel

3

Doel verzekeringsgeneeskundig onderzoek

Artikel

4

Kwaliteitseisen verzekeringsgeneeskundig onderzoek

Hoofdstuk

3

Het arbeidsdeskundig onderzoek

Artikel

5

Doel arbeidsdeskundig onderzoek

§

1

Maatmaninkomen

Artikel

6

Maatmaninkomen WAO, Wet WIA, Waz en de hoofdstukken 2 en 3 van de Wajong

Artikel

6a

Delegatiebepaling in verband met vaststelling maatmaninkomen

Vervallen

Artikel

7

Inkomsten en verdiensten voor vaststelling van het maatmaninkomen

Artikel

7a

De berekening van het maatmaninkomen bij inkomsten en verdiensten in de vorm van loon

Artikel

8

Indexering maatmaninkomen en maatmaninkomen bij hernieuwde vaststelling, heropening, herleving of herziening van de mate van arbeidsongeschiktheid

§

2

Resterende verdiencapaciteit

Artikel

9

Vaststelling in aanmerking te nemen arbeid

Bij bepaling van hetgeen betrokkene nog met arbeid kan verdienen worden de volgende regels in acht genomen:

  • a.

    in aanmerking wordt genomen die algemeen geaccepteerde arbeid waarmee betrokkene per uur het meest kan verdienen, waaronder mede wordt begrepen arbeid waarvoor bekwaamheden nodig zijn die algemeen gebruikelijk zijn en binnen zes maanden kunnen worden verworven, tenzij betrokkene niet over dergelijke bekwaamheden beschikt en als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek dergelijke bekwaamheden niet kan verwerven. Onder deze bekwaamheden worden ten minste verstaan mondelinge beheersing van de Nederlandse taal en eenvoudig computergebruik. Deze arbeid wordt nader omschreven in de vorm van ten minste drie verschillende in Nederland uitgeoefende functies. Deze functies vertegenwoordigen ieder ten minste drie arbeidsplaatsen. De gegevens met betrekking tot de in aanmerking genomen functies, met alle daaraan verbonden specifieke aspecten inzake belasting, beloning en opleidingseisen mogen op het moment van de datum waarop de ter gelegenheid van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling gegeven beschikking betrekking heeft, niet ouder zijn dan 24 maanden;

  • b.

    bij het bepalen van de urenomvang van de onder a bedoelde functies mogen ook functies in aanmerking worden genomen met een omvang groter dan de urenomvang van de door de in artikel 6artikel 1 van de Wet WIA of artikel 19aa, vijfde lid, van de ZW bedoelde gezonde persoon uitgeoefende arbeid, tenzij betrokkene voor een geringer aantal uren belastbaar is, in welk geval de urenomvang van de onder a bedoelde functies niet meer bedraagt dan dat aantal uren;

  • c.

    arbeid, die door betrokkene alleen kan worden verricht na toepassing van zodanige voorzieningen, dat het accepteren van die toepassing in redelijkheid niet van een werkgever kan worden verlangd, blijft bij de toepassing van onderdeel a buiten beschouwing;

  • d.

    arbeid, die niet door betrokkene kan worden verricht omdat voor het verrichten van die arbeid een in de wet of collectieve arbeidsovereenkomst neergelegde functionele leeftijdsgrens geldt, die door betrokkene is overschreden of nog niet is bereikt, blijft bij de toepassing van onderdeel a buiten beschouwing;

  • e.

    indien betrokkene zodanige kenmerken heeft, dat van een werkgever in redelijkheid niet kan worden verlangd hem in bepaalde arbeid te werk te stellen, blijft die arbeid bij de toepassing van onderdeel a buiten beschouwing;

  • f.

    bij de toepassing van onderdeel a blijft arbeid die meer dan incidenteel tussen 0.00 uur en 6.00 uur wordt verricht buiten beschouwing, tenzij de gezonde persoon, bedoeld in artikel 6artikel 1 van de Wet WIA of artikel 19aa, vijfde lid, van de ZW, in dergelijke arbeid werkzaam is;

  • g.

    Indien betrokkene de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt wordt onderdeel a toegepast alsof hij die leeftijd heeft bereikt;

  • h.

    in afwijking van de onderdelen b en f wordt uitgegaan van de arbeid die feitelijk wordt verricht, mits dit leidt tot een lagere mate van arbeidsongeschiktheid dan de met toepassing van onderdeel a en artikel 10 vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid;

  • i.

    voor de toepassing van onderdeel h wordt onder arbeid die feitelijk wordt verricht mede verstaan arbeid die na het intreden van de arbeidsongeschiktheid feitelijk is verricht en waartoe de betrokkene met zijn krachten en bekwaamheden in staat is.

Artikel

10

Berekening loonwaarde in aanmerking te nemen arbeid

§

2a

Vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspercentage waarnaar uitbetaald wordt bij anticumulatie

Artikel

10a

Vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspercentage waarnaar uitbetaald wordt bij anticumulatie

§

3

Overige regels

Artikel

11

Nadere regels

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de berekening van het maatmaninkomen en de resterende verdiencapaciteit ten behoeve van de vaststelling, bedoeld in artikel 5. Daarbij kan worden bepaald wat mede wordt verstaan onder bekwaamheden die algemeen gebruikelijk zijn en binnen zes maanden kunnen worden verworven als bedoeld in artikel 9, onderdeel a.

Artikel

11a

Correcties voor vakantiebijslag en componenten arbeidsvoorwaardenbedrag

Hoofdstuk

4

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

12

Overgangsbepaling maatmaninkomen

Indien de mate van arbeidsongeschiktheid voor de eerste maal is vastgesteld op een datum gelegen vóór 10 augustus 1994 wordt, bij een hernieuwde vaststelling of een herziening van de uitkering na laatstgenoemde datum, geen rekening gehouden met de sedert de laatste vaststelling of herziening van de mate van arbeidsongeschiktheid opgetreden wijzingen in het maatmaninkomen. Voor personen, bedoeld in de artikelen XX, XXI, XXIV en XXV van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen, zoals deze artikelen luidden voor de inwerkingtreding van de eerste fase van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen, wordt de in de eerste zin bedoelde datum gesteld op 1 januari 1998.

Artikel

12a

Overgangsbepaling wijzigingsbesluit met betrekking tot functieduiding en maatmaninkomensgarantie arbeidsongeschiktheidswetten

Artikel

12b

Overgangsrecht met betrekking tot de bepaling van het maatmaninkomen en de resterende verdiencapaciteit

Artikel

12c

Overgangsbepaling wijzigingsbesluit in verband met het invoeren van periodeloonvergelijking

Vervallen

Artikel

13

Intrekking Schattingsbesluit WAO, Waz en Wajong

Artikel

14

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

15

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie, A. H. Korthals