Regeling verlenging bewijzen van luchtwaardigheid

Regeling verlenging bewijzen van luchtwaardigheid

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Airworthiness Review: herbeoordeling van de luchtwaardigheid van een luchtvaartuig,

  • Airworthiness Review Certificate (ARC): een certificaat zoals gedefinieerd in artikel 5.a, eerste lid, van de Regeling standaard-BvL,

  • algemene luchtvaart: luchtvaart met vleugelvliegtuigen met een maximale startmassa 5700 kg of minder, helikopters met een maximale startmassa 2730 kg of minder, ballonnen, hete luchtschepen en (motor)zweefvliegtuigen,

  • amateurluchtvaartuig: een luchtvaartuig dat, al dan niet volgens eigen ontwerp, is gebouwd door een amateurbouwer voor privé-gebruik, zonder commercieel oogmerk,

  • BvL: bewijs van luchtwaardigheid,

  • BvL-verlengingsinspectie: de inspectie van een luchtvaartuig in het kader van de verlenging van het BvL, naar aanleiding waarvan de minister wordt geadviseerd over de luchtwaardigheid van dat luchtvaartuig,

  • Continuous Airworthiness Management Organisation (CAMO): een organisatie zoals gedefinieerd in artikel 5.a, eerste lid, van de Regeling standaard-BvL,

  • erkend bedrijf: een door de minister op grond van artikel 93 van de RTL, tot het verrichten van onderhoud aan luchtvaartuigen erkend bedrijf,

  • erkend zweefvliegtechnicus: een zweefvliegtechnicus zoals gedefinieerd in artikel 1, onder a, van de Regeling erkende zweefvliegtechnici,

  • gemachtigde: een door het bedrijf aangewezen personeelslid, dat gemachtigd is een BvL-verlengingsinspectie uit te voeren en het rapport daarover te ondertekenen,

  • inspectie-instituut: een instituut zoals gedefinieerd in artikel 1, onder b, van de Regeling erkende zweefvliegtechnici,

  • JAR-OPS: JAR zoals gedefinieerd in artikel 1, onder b, van de Regeling vergunning tot vluchtuitvoering,

  • JAR 145: JAR zoals gedefinieerd in artikel 1, tweede lid, onder ab, van de RTL,

  • MAL: mededelingen aan Nederlandse luchtvarenden en eigenaren van luchtvaartuigen,

  • maximale startmassa: de startmassa, zoals gedefinieerd in artikel 1, tweede lid, onder w, van de RTL,

  • de minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat,

  • Part M: Bijlage 1 bij Verordening (EG) nr. 2042/2003 (PbEG L 315) waarin worden vastgesteld de maatregelen die moeten worden genomen om zeker te stellen dat de luchtwaardigheid van een luchtvaartuig wordt behouden, inclusief onderhoud, alsmede de voorwaarden die moeten worden vervuld door personen of organisaties die bij permanente luchtwaardigheid zijn betrokken,

  • Part 21: Part zoals gedefinieerd in artikel 5.a, eerste lid, van de Regeling standaard-BvL,

  • Part 21, subpart H: subpart zoals gedefinieerd in artikel 5.a, eerste lid, van de Regeling standaard-BvL,

  • ultra licht vliegtuig: een vliegtuig zoals gedefinieerd in artikel 1, eerste lid, onder ab, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart,

  • vergunninghouder: de houder van een op grond van artikel 104, tweede lid, van de RTL afgegeven vergunning tot vluchtuitvoering voor commercieel luchtvervoer volgens JAR-OPS.

  • Verordening (EG) nr. 1702/2003 (PbEG L 243):verordening zoals gedefinieerd in artikel 5.a, eerste lid, van de Regeling standaard-BvL,

  • Verordening (EG) nr. 2042/2003 (PbEG L 315): verordening zoals gedefinieerd in artikel 5.a, eerste lid, van de Regeling standaard-BvL.

§

2

Toepassingsbereik

Artikel

2

§

3

Aanvraagprocedure

Artikel

3

Artikel

3.a

§

4

Steekproeven

Artikel

4

Artikel

5

§

5

Bevoegdheidsverlening en -intrekking

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

De minister kan de bevoegdheid tot het uitvoeren van BvL-verlengingsinspecties intrekken, indien:

  • a.

    de voorwaarden op grond waarvan die bevoegdheid is verleend, niet worden nagekomen,

  • b.

    een positief advies is uitgebracht over een niet luchtwaardig luchtvaartuig, of

  • c.

    positieve adviezen zijn uitgebracht die op onderdelen onjuist zijn, zonder dat er sprake is van niet luchtwaardige luchtvaartuigen.

§

6

Inhoud inspectie

Artikel

10

§

7

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

11

Aanvragen voor het verlengen van de termijn van geldigheid van een bewijs van luchtwaardigheid kunnen tot zes maanden na de inwerkingtreding van deze regeling vergezeld gaan van een inspectierapport dat is opgesteld volgens de bijlage bij MAL 125/92 dan wel, indien met individuele bedrijven daarover afspraken zijn gemaakt, volgens de afspraken met het betreffende bedrijf.

Artikel

12

De Beleidsregel BVL-V-inspecties voor ballonnen en luchtschepen wordt ingetrokken.

Artikel

13

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

14

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verlenging bewijzen van luchtwaardigheid.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, T.Netelenbos

Bijlage

1

als bedoeld in artikel 3, eerste lid, en artikel 10, derde lid, van de Regeling verlenging bewijzen van luchtvaardigheid

Bijlage

2

als bedoeld in artikel 6, derde lid, en artikel 7, derde lid, van de Regeling verlenging bewijzen van luchtvaardigheid