Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
universiteit:

een onder a of b van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs, alsmede een onder i van de bijlage van die wet genoemd academisch ziekenhuis ;

b.
onderzoeksinstelling:

een in de bij deze regeling behorende bijlage 1 vermelde instelling;

c.
life sciences:

het op innovatieve wijze toepassen van de mogelijkheden van organismen, celculturen, delen van cellen of delen van organismen ten behoeve van industriële productie en daarmee verband houdende diensten, alsmede de productie van daarop betrekking hebbende hard- en software;

d.
zaaiproject:

een samenhangend geheel van activiteiten, bestaande uit een analyse en een beoordeling van de technische en economische mogelijkheden voor het door een onderzoeker met behulp van resultaten van reeds eerder verricht fundamenteel onderzoek voor eigen rekening en risico opzetten van een onderneming op het terrein van life sciences, met inbegrip van het eventueel daarvoor benodigde industrieel onderzoek, resulterend in een ondernemingsplan;

e.
onderzoeker:

een natuurlijke persoon die in dienst is van de universiteit of onderzoeksinstelling dan wel uiterlijk twee maanden na dagtekening van een beschikking tot subsidieverlening in dienst van deze universiteit of onderzoeksinstelling zal treden en die zich bezig houdt of bezig gehouden heeft met fundamenteel onderzoek op het gebied van life sciences;

f.
onderzoeksondersteunend personeel:

een natuurlijke persoon in dienst van de universiteit of onderzoeksinstelling, die voor het geheel of een gedeelte van zijn diensttijd is belast met de technisch-wetenschappelijke ondersteuning van de onderzoeker bij het uitvoeren van het zaaiproject;

g.
fundamenteel onderzoek:

het uitbreiden van de algemene wetenschappelijke en technische kennis, zonder industriële of commerciële doelstellingen;

h.
industrieel onderzoek:

het opdoen van nieuwe kennis met het doel deze te gebruiken bij de ontwikkeling van nieuwe producten, processen of diensten of om bestaande producten, processen of diensten aanmerkelijk te verbeteren.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

§

2

Aanvraag en beslissing op de aanvraag

Artikel

7

Artikel

8

De minister geeft een beschikking binnen zestien weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat indien de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

§

3

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

12

Op de subsidieontvanger rusten de in de artikelen 13, 14, 15 en 16 opgenomen verplichtingen. De verplichtingen gelden tot de dag waarop de subsidie wordt vastgesteld.

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

16a

Indien de onderzoeker op het tijdstip waarop de beschikking tot subsidieverlening werd genomen niet in dienst van de subsidieontvanger was, zendt de subsidieontvanger de minister zo spoedig mogelijk een afschrift van de arbeidsovereenkomst met dan wel het besluit tot aanstelling van de onderzoeker, waaruit blijkt op welk tijdstip de onderzoeker in dienst is getreden of zal treden.

Artikel

17

De minister kan aan een ontheffing als bedoeld in de artikelen 13 en 16 voorschriften verbinden.

§

4

Verhogingen

Artikel

18

§

5

Voorschotten

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

De minister kan afwijzend beschikken op een aanvraag, indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen.

§

6

Subsidievaststelling

Artikel

22

De minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken.

§

7

Slotbepalingen

Artikel

23

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

24

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 2 tot en met 4, die ter inzage worden gelegd. Van deze terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

's-Gravenhage
De Minister van Economische Zaken, A.Jorritsma-Lebbink

Bijlage

1

1. de Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO;

2. de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek;

3. de Stichting Top-Instituut Voedselwetenschappen;

4. de Vereniging Het Nederlands Kanker Instituut;

5. de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen;

6. de Stichting Dutch Polymer Institute;

7. de Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland;

8. de Stichting Grondmechanica Delft.