Regeling criminele inlichtingen eenheden

De Ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie;
Gezien het advies van de Registratiekamer;

Besluiten:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
criminele inlichtingeneenheid:

de eenheid bij de regionale politiekorpsen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Besluit beheer regionale politiekorpsen alsmede de eenheid bij het Korps landelijke politiediensten, bij de bijzondere ambtenaren van politie (rijksrecherche) en bij de Koninklijke marechaussee, belast met de taak, bedoeld in artikel 2;

b.
nationale criminele inlichtingen eenheid:

de eenheid bij de divisie Centrale Recherche Informatie van het Korps landelijke diensten als bedoeld in artikel 8;

c.
Ministers:

de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezamenlijk;

d.
informantgegevens:

gegevens omtrent een persoon die, anders dan als getuige of verdachte, aan een opsporingsambtenaar informatie verstrekt omtrent door anderen gepleegde of te plegen strafbare feiten, met inbegrip van de door deze persoon verstrekte gegevens, waarvan de verstrekking gevaar voor de geregistreerde of voor derden oplevert;

e.
criminele inlichtingen:

gegevens die in aanmerking komen voor registratie in het register zware criminaliteit of het voorlopig register;

f.
beheerder:
g.
CIE-officier van justitie:

de als zodanig aangewezen officier van justitie, verantwoordelijk voor de taakuitoefening van de CIE.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Criminele inlichtingen eenheden registreren informantgegevens overeenkomstig het daartoe vastgestelde modelreglement, onder gelijktijdige codetoekenning. Informantgegevens kunnen slechts worden verstrekt, voorzover dit noodzakelijk is voor de verantwoording van de verrichtingen naar aanleiding van de opgenomen gegevens.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

De beheerder draagt ervoor zorg dat onbevoegde kennisneming van criminele inlichtingen en informantgegevens niet kan plaatsvinden. In dat kader ziet de beheerder erop toe dat:

  • a.

    deze informatie niet door onbevoegden waarneembaar is;

  • b.

    deze informatie niet zonder toestemming wordt vermenigvuldigd of vernietigd dan wel uit de vertrekken, bedoeld in artikel 11, wordt meegenomen;

  • c.

    informatiedragers op afdoende wijze vernietigd kunnen worden;

  • d.

    toegang tot geautomatiseerde registers wordt beveiligd met een gebruikersnaam en periodiek wisselende wachtwoorden;

  • e.

    bij geautomatiseerd transport van criminele inlichtingen voldoende beveiligingsmaatregelen worden getroffen;

  • f.

    bij gebruik van een netwerksysteem voldoende beveiligingsmaatregelen zijn getroffen tegen het verloren gaan van de informatie en ter voorkoming van onbevoegde bevraging.

Artikel

13

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie, A.H.Korthals
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.G. deVries
De Minister van Defensie, F.H.G. deGrave

Bijlage

1

van de CIE-regeling 2000

Bijlage

2

van de CIE-regeling 2000