Regeling procedure inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken,
Gelet op het gevoelen van de Ministerraad;

Besluit:

Hoofdstuk

1

Definities

Artikel

1.1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • betrokkene: de ambtenaar in de zin van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, werkzaam bij een diensteenheid, en de ambtenaar in de zin van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken;

  • de Commissie: de Commissie integriteit rijksoverheid (sector Rijk), bedoeld in artikel 3.1.;

  • het bevoegd gezag: de secretarisgeneraal van een ministerie met uitzondering van de secretaris-generaal van het Ministerie van Defensie, onder wiens gezag betrokkene werkzaam is;

  • de diensteenheid: het desbetreffende ministerie met uitzondering van het Ministerie van Defensie, waar betrokkene werkzaam is;

  • de vertrouwenspersoon: de ambtenaar die als zodanig binnen de desbetreffende diensteenheid aangewezen is;

  • een vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot de diensteenheid waar betrokkene werkzaam is, omtrent:

    • a.

      een ernstig strafbaar feit;

    • b.

      een grove schending van regelgeving of beleidsregels;

    • c.

      het misleiden van justitie;

    • d.

      een groot gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu,

      of

    • e.

      het bewust achterhouden van informatie over deze feiten.

Hoofdstuk

2

Interne procedure

Artikel

2.1

Interne melding aan leidinggevende of vertrouwenspersoon

Artikel

2.2

Een standpunt

Hoofdstuk

3

De Commissie integriteit rijksoverheid (sector Rijk)

Paragraaf

3.1

De Commissie

Artikel

3.1

Instelling en taakstelling van de Commissie

Artikel

3.2

Samenstelling van de Commissie

Artikel

3.3

Secretaris

De Commissie wordt bijgestaan door een secretaris en een plaatsvervangende secretaris, die door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden benoemd, geschorst en ontslagen.

Artikel

3.4

Jaarverslag

Paragraaf

3.2

Het onderzoek, het oordeel omtrent de ontvankelijkheid en het advies

Artikel

3.5

Ontvangstbevestiging en het onderzoek

Artikel

3.6

Niet ontvankelijkheid

Artikel

3.7

Advies van de Commissie

Hoofdstuk

4

Rechtsbescherming

Artikel

4.1

Hoofdstuk

5

Inwerkingtreding

Artikel

5.1

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2001 en vervalt zodra een wettelijke regeling omtrent hetzelfde onderwerp in werking is getreden.

Artikel

5.2

Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de Regeling procedure inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand.

Deze regeling zal met de toelichting worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.G. de Vries