Artikel
1.1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
–
betrokkene: de ambtenaar in de zin van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, werkzaam bij een diensteenheid, en de ambtenaar in de zin van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken;
-
–
de Commissie: de Commissie integriteit rijksoverheid (sector Rijk), bedoeld in artikel 3.1.;
-
–
het bevoegd gezag: de secretarisgeneraal van een ministerie met uitzondering van de secretaris-generaal van het Ministerie van Defensie, onder wiens gezag betrokkene werkzaam is;
-
–
de diensteenheid: het desbetreffende ministerie met uitzondering van het Ministerie van Defensie, waar betrokkene werkzaam is;
-
–
de vertrouwenspersoon: de ambtenaar die als zodanig binnen de desbetreffende diensteenheid aangewezen is;
-
–
een vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot de diensteenheid waar betrokkene werkzaam is, omtrent:
-
a.
een ernstig strafbaar feit;
-
b.
een grove schending van regelgeving of beleidsregels;
-
c.
het misleiden van justitie;
-
d.
een groot gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu,
of
-
e.
het bewust achterhouden van informatie over deze feiten.
-
a.