Wet van 21 december 2000, houdende regels met betrekking tot het beëindigen van de overeenkomst van samenwerking van de elektriciteitsproductiesector en tot het aandeelhouderschap van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet (Overgangswet elektriciteitsproductiesector)

Overgangswet elektriciteitsproductiesector

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is in verband met de liberalisering van de elektriciteitsproductie te voorzien in regels voor de verdeling van rechten en verplichtingen bij de beëindiging van de overeenkomst van samenwerking van de elektriciteitsproductiesector, voor de tegemoetkoming in de daarmee verband houdende kosten van die sector en voor de overgang van de meerderheid van de aandelen van de vennootschap die is aangewezen als netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet naar de Staat;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf

1

Algemeen

Artikel

1

Paragraaf

2

Verdeling van rechten en verplichtingen

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

De vorderingsrechten van de productiebedrijven uit hoofde van door hen met de aangewezen vennootschap gesloten overeenkomsten inzake de bouw van productiemiddelen vervallen.

Artikel

5

De productiebedrijven hebben naar rato van hun bijdrage in de kosten, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdelen a en c, jegens de aangewezen vennootschap recht op levering van de elektriciteit die door die installatie wordt geproduceerd, onderscheidenlijk op levering van de elektriciteit die of het gas dat ter uitvoering van die overeenkomsten aan die vennootschap wordt geleverd.

Paragraaf

3

Tegemoetkoming in de kosten

Artikel 6

Vervallen

Artikel

7

Onze Minister verstrekt jaarlijks tot 1 januari 2011 een tegemoetkoming:

  • a.

    in de kosten die voortvloeien uit overeenkomsten met betrekking tot stadsverwarming die tussen productiebedrijven en leveranciers zijn gesloten voor het tijdstip van intrekking van de Elektriciteitswet 1989, voor zover de daarbij overeengekomen projecten in uitvoering zijn genomen voor dat tijdstip, en

  • b.

    in de kosten verbonden aan het vervreemden en overdragen van de aandelen van de n.v. Demkolec of van de experimentele kolenvergassingsinstallatie Demkolec.

Artikel

8

Artikel

9

Paragraaf

4

Verkrijging aandelen landelijk netbeheerder

Artikel

10

Artikel

11

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Paragraaf

5

Overige bepalingen

Artikel

12

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Artikel

15

Vervallen

Paragraaf

6

Wijziging andere wetten

Artikel

16

Wijzigt de Elektriciteitswet 1998.

Artikel

17

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

18

Wijzigt de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie.

Artikel

19

Wijzigt de Wet energiedistributie.

Artikel

20

Wijzigt de Gaswet.

Paragraaf

7

Slotbepalingen

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Onze Minister zendt vóór 31 december 2002 aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van artikel 10 van deze wet en van artikel 11a van de Elektriciteitswet 1998, waarbij in het bijzonder overwogen zal worden of en onder welke voorwaarden aandelen in de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet door de Staat verkocht kunnen worden.

Artikel

24

Deze wet wordt aangehaald als: Overgangswet elektriciteitsproductiesector.

Artikel

25

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Justitie, A. H. Korthals