Besluit van 21 december 2000, houdende regels met betrekking tot de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder een bedrijfstakpensioenfonds vrijstelling van de verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds verleent, kan verlenen, intrekt en kan intrekken (Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000)

Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, van 11 oktober 2000, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/V&P/00/64573;
De Raad van State gehoord (advies van 26 oktober 2000, no. W12.00.0477/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, van 18 december 2000, nr. SV/V&P/00/72196;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel

1a

Termijnen

Artikel

2

Op verzoek van een werkgever wordt door een bedrijfstakpensioenfonds voor alle werknemers of een deel van de werknemers van die werkgever, met ingang van de dag dat de verplichtstelling in werking treedt respectievelijk als gevolg van gewijzigde bedrijfsactiviteiten op hem en zijn werknemers van toepassing wordt, vrijstelling verleend, indien:

  • a.

    die werknemers van die werkgever al deelnemen in een pensioenregeling die ten minste zes maanden voor het moment van indiening van de in behandeling genomen aanvraag tot verplichtstelling, van kracht was; of

  • b.

    indien de werkgever voor die werknemers al een pensioenvoorziening heeft getroffen die al ten minste zes maanden voor het moment dat de verplichtstelling op hem en zijn werknemers van toepassing wordt, van kracht was.

Artikel

3

Vrijstelling in verband met groepsvorming

Artikel

4

Vrijstelling in verband met eigen cao

Op verzoek van een werkgever wordt door een bedrijfstakpensioenfonds voor alle werknemers of een deel van de werknemers van die werkgever vrijstelling verleend voorzover een besluit tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst op die werkgever niet van toepassing is of, indien dat besluit wel op hem en zijn werknemers van toepassing is, voorzover hij hiervan vrijstelling heeft gekregen en met de bij het arbeidsvoorwaardenoverleg betrokken vakorganisaties een afzonderlijke pensioenvoorziening is overeengekomen. Het verzoek om vrijstelling wordt mede door of namens de bij het arbeidsvoorwaardenoverleg betrokken vakorganisaties gedaan.

Artikel

4a

Vrijstelling in geval van nettopensioen

Op verzoek van een werkgever wordt door een bedrijfstakpensioenfonds voor alle werknemers of een deel van de werknemers van die werkgever vrijstelling verleend voor zover het nettopensioen betreft.

Artikel

5

Vrijsteling in verband met onvoldoende beleggingsrendement

Artikel

5a

Performancetoets na fusie van bedrijfstakpensioenfondsen

Voor de performancetoets, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van een bedrijfstakpensioenfonds dat is ontstaan door de fusie van twee of meer bedrijfstakpensioenfondsen waarop artikel 5, derde lid niet van toepassing is, wordt, voor de kalenderjaren vóór de fusie, gebruik gemaakt van de gegevens van de gefuseerde bedrijfstakpensioenfondsen waarbij de verhouding tussen deze gegevens gelijk is aan de verhouding tussen de totale vermogens van de gefuseerde bedrijfstakpensioenfondsen ten tijde van de fusie.

Artikel

6

Vrijstelling om andere redenen

Op verzoek van een werkgever kan door het bedrijfstakpensioenfonds voor alle werknemers of een deel van de werknemers van die werkgever ook om andere redenen dan genoemd in de artikelen 2, 3, eerste lid, 4, 4a en 5, eerste lid, vrijstelling worden verleend.

Artikel

7

Voorschriften bij het verlenen van vrijstelling

Artikel

7a

Fusie werkgevers met vrijstellingen van zelfde bedrijfstakpensioenfonds

Artikel

7b

Fusie werkgevers met en zonder vrijstellingen van zelfde bedrijfstakpensioenfonds

Artikel

7c

Fusie werkgevers met en zonder vrijstellingen van verschillende bedrijfstakpensioenfondsen

Artikel

7d

Vrijstelling na splitsing

Artikel

7e

Vrijstelling na doorstart

Artikel

8

Intrekking van de vrijstelling

Artikel

8a

Vaststelling hoogte boete

Artikel

8b

Recidive

De door de toezichthouder met toepassing van artikel 8a vast te stellen bestuurlijke boete wordt verdubbeld indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert het opleggen van een bestuurlijke boete aan de overtreder ter zake van eenzelfde overtreding.

Artikel

8c

Draagkracht

Artikel

8d

Schade voor derden bij pensioenuitvoerders

Artikel

8e

Overtredingen

Overtreding van een voorschrift, gesteld in een hierna genoemd artikel van de wet, is als volgt beboetbaar:

5

2

6

2

7

2

8

2

9, eerste en tweede lid

1

Artikel

9a

Overgangsrecht

Artikel 1a is van toepassing indien het verzoek tot vrijstelling, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 5 en 6, wordt gedaan na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, van het Besluit van 29 augustus 2007 tot wijziging van het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 in verband met de invoering van termijnen voor de behandeling van een verzoek tot vrijstelling en enige andere wijzigingen.

Artikel

9b

Overgangsrecht Wet toekomst pensioenen

Artikel

10

Inwerkingtreding

Artikel

11

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Bijlage

1

Performance toets

Bijlage bij artikel 5, eerste lid

Vervallen

Bijlage

2

Rekenregels verzekeringstechnisch nadeel

Bijlage bij artikel 7, vierde lid

Vervallen

Bijlage

3

Actuariële en financiële gelijkwaardigheid

Bijlage bij artikel 7, vijfde lid

Vervallen