Besluit van 27 augustus 2001, houdende nadere regels over het DNA-onderzoek in strafzaken (Besluit DNA-onderzoek in strafzaken)

Besluit DNA-onderzoek in strafzaken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 7 mei 2001, nr. 5096282/01/6;
De Raad van State gehoord (advies van 16 juli 2001, nr. W03.01 0218/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 20 augustus 2001, nr. 5113447/01/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

§

2

Wijze van afnemen van celmateriaal en waarborgen voor een zorgvuldige behandeling en registratie van afgenomen en inbeslaggenomen celmateriaal

Artikel

2

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

§

3

Verrichten van DNA-onderzoek

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

§

4

Bewaren en vernietigen van celmateriaal en DNA-profielen en het verstrekken van informatie daarover

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

§

5

Slotbepalingen

Artikel

19

Het Besluit DNA-onderzoeken wordt ingetrokken.

Artikel

20

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 5 juli 2001 tot wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken (Stb. 2001, 335) in werking treedt.

Artikel

21

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit DNA-onderzoek in strafzaken.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, A. H. Korthals
De Minister van Justitie, A. H. Korthals