Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende de afgifte, wijziging, overdracht, verlenging en vernieuwing van een standaard bewijs van luchtwaardigheid
De aanvraag voor afgifte van een standaard-BvL geschiedt door indiening bij de Minister van Verkeer en Waterstaat van een volledig ingevuld en ondertekend formulier, waarvan exemplaren kosteloos bij de Minister van Verkeer en Waterstaat verkrijgbaar zijn.
2
Bij de aanvraag van een standaard bewijs van luchtwaardigheid wordt ten minste ingediend:
a.
een gewichts- en zwaartepuntsrapport en een beladingsschema indien dit van toepassing is volgens de van toepassing zijnde JAR;
b.
het vlieghandboek, indien vereist door de van toepassing zijnde luchtwaardigheidseisen;
c.
voor een gebruikt luchtvaartuig de historische gegevens ter vaststelling van de productie, modificatie en onderhoudsstandaard van het luchtvaartuig;
d.
een nauwkeurige omschrijving van de eventuele afwijkingen ten opzichte van het geaccepteerde type-ontwerp. Indien de aanvrager hieraan niet kan voldoen, worden de gegevens ingediend, aan de hand waarvan de bedoelde afwijkingen kunnen worden vastgesteld.
3
Indien de gegevens geheel of gedeeltelijk beschikbaar zijn op microfilms of computer-gegevensdragers, kan de Minister van Verkeer en Waterstaat toestaan dat deze microfilms of computer-gegevensdragers bij de aanvraag worden ingediend. De aanvrager verstrekt de benodigde leesapparatuur, die binnen enkele seconden een afdruk van het geprojecteerde beeld of de gegevens kan vervaardigen, aan de Minister van Verkeer en Waterstaat.
4
Het model van het standaard-BvL is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1.
Artikel
2
Afgifte standaard-BvL volgens de JAR 21 procedures voor een luchtvaartuig geïmporteerd uit een verdragsland
Naast de in artikel 1 genoemde documenten worden voor een luchtvaartuig, dat voldoet aan een type-certificaat dat door de Minister van Verkeer en Waterstaat is afgegeven op basis van een door de JAA uitgevoerde certificatie procedure voor de afgifte van het standaard-BvL, bij de Minister van Verkeer en Waterstaat de volgende documenten ingediend:
a.
voor een nieuw luchtvaartuig dat geproduceerd is in een JAA-lidstaat, genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage 2:
1º
een verklaring van conformiteit van de houder van een POA, of
2º
in geval van productie met een toestemming volgens JAR 21 subpart F, een verklaring van conformiteit van de producent, bekrachtigd door de autoriteit van die JAA-lidstaat;
b.
voor een nieuw luchtvaartuig dat geproduceerd is in een staat waarmee de Minister van Verkeer en Waterstaat een overeenkomst heeft gesloten aangaande wederzijdse erkenning van bewijzen van luchtwaardigheid niet zijnde een JAA-lidstaat als bedoeld onder a:
1º
een verklaring van de autoriteit van het exporterende land, dat het luchtvaartuig voldoet aan een door de Minister van Verkeer en Waterstaat geaccepteerd type ontwerp, afgegeven in overeenstemming met de overeenkomst;
c.
voor een gebruikt luchtvaartuig komende uit een JAA-lidstaat genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage 2:
1º
een geldig bewijs van luchtwaardigheid afgegeven door de bevoegde autoriteit van die JAA-lidstaat, of
2º
de documenten waaruit blijkt dat het luchtvaartuig in overeenstemming is met het type-certificaat dan wel met een aanvullend type-certificaat dat voor het type-ontwerp is afgegeven, alsmede met de van toepassing zijnde luchtwaardigheidsaanwijzingen en na inspectie volgens de van toepassing zijnde JAR, luchtwaardig is bevonden en geschikt voor veilige operatie;
d.
voor een gebruikt luchtvaartuig komende uit een staat waarmee de Minister van Verkeer en Waterstaat een overeenkomst heeft gesloten, aangaande wederzijdse erkenning van bewijzen van luchtwaardigheid niet zijnde een JAA-lidstaat als bedoeld onder c:
1º
de documenten waaruit blijkt dat het luchtvaartuig in overeenstemming is met het type-certificaat dan wel met een aanvullend type-certificaat dat voor het type-ontwerp is afgegeven, alsmede met de van toepassing zijnde luchtwaardigheidsaanwijzingen en na inspectie volgens de van toepassing zijnde JAR, luchtwaardig is bevonden en geschikt voor veilige operatie.
Artikel
3
Afgifte standaard-BvL volgens de procedures van vóór de introductie van JAR 21 voor een luchtvaartuig geïmporteerd uit een verdragsland
1
Naast het indienen van de in artikel 1 genoemde documenten wordt, voor een luchtvaartuig dat voldoet aan een type-certificaat dat op basis van een door de Minister van Verkeer en Waterstaat uitgevoerde certificatieprocedure is afgegeven, of een door de Minister van Verkeer en Waterstaat geaccepteerd type-ontwerp:
a.
dat is ontworpen, gebouwd, beproefd en uitgerust in de Verenigde Staten van Amerika en wordt geïmporteerd uit de Verenigde Staten van Amerika binnen het raam van de Overeenkomst inzake afgifte van bewijzen van luchtwaardigheid (Trb. 1974, 60), voor de afgifte van het standaard-BvL, aangetoond dat het:
1º
is ontworpen, gebouwd, beproefd en uitgerust overeenkomstig de van toepassing zijnde wetten, bepalingen en eisen van de Verenigde Staten van Amerika;
2º
voldoet aan alle bijzondere eisen die op de datum van aanvraag voor het standaard-BvL van toepassing zijn, voor zover die eisen ter kennis zijn gebracht van de Verenigde Staten van Amerika;
3º
is voorzien van een door de FAA afgegeven bewijs van luchtwaardigheid voor export naar Nederland;
b.
dat is ontworpen, gebouwd, beproefd en uitgerust in Canada en wordt geïmporteerd uit Canada binnen het raam van de Overeenkomst inzake afgifte van bewijzen van luchtwaardigheid, voor de afgifte van het standaard-BvL, aangetoond dat het:
1º
is ontworpen, gebouwd, beproefd en uitgerust overeenkomstig de van toepassing zijnde wetten, bepalingen en eisen van Canada;
2º
voldoet aan alle bijzondere eisen die op de datum van aanvraag voor het standaard-BvL van toepassing zijn;
3º
is voorzien van een door de Transport Canada afgegeven bewijs van luchtwaardigheid voor export naar Nederland;
c.
dat is ontworpen, gebouwd, beproefd en uitgerust in het gebied van een overeenkomst sluitende staat als bedoeld in de Multilaterale Overeenkomst inzake bewijzen van luchtwaardigheid van ingevoerde luchtvaartuigen (Trb. 1961, 117) en die binnen het raam van die overeenkomst wordt geïmporteerd, voor de afgifte van het standaard-BvL, aangetoond dat het:
1º
is ontworpen, gebouwd, beproefd en uitgerust overeenkomstig de van toepassing zijnde wetten, bepalingen en eisen van de staat waarin dat is gebeurd;
2º
voldoet aan de van toepassing zijnde minimum eisen die zijn vastgesteld overeenkomstig het Verdrag van Chicago;
3º
voldoet aan alle overige bijzondere eisen, die op de datum van aanvraag voor het standaard-BvL van toepassing zijn, voor zover die eisen ter kennis zijn gebracht van de overeenkomst sluitende staten;
4º
is voorzien van een door de exporterende staat afgegeven bewijs van luchtwaardigheid, of een bewijs van luchtwaardigheid voor export naar Nederland, dat niet eerder is afgegeven dan 60 dagen onmiddellijk voorafgaand aan de datum van aanvraag voor afgifte van een standaard-BvL.
2
Naast het indienen van de in artikel 1 genoemde documenten worden, voor een luchtvaartuig dat voldoet aan een type-certificaat dat op basis van een door de Minister van Verkeer en Waterstaat uitgevoerde certificatieprocedure is afgegeven, of een door de Minister van Verkeer en Waterstaat geaccepteerd type-ontwerp:
a.
dat in de Verenigde Staten van Amerika is vervaardigd en dat uit een andere staat waarmee de Minister van Verkeer en Waterstaat een overeenkomst heeft gesloten, aangaande wederzijdse erkenning van bewijzen van luchtwaardigheid, wordt geïmporteerd, voor de afgifte van het standaard-BvL eerste lid onder a.1° en a.2° van toepassing verklaart en door de aanvrager nog de volgende gegevens ingediend:
1º
het destijds afgegeven Amerikaanse bewijs van luchtwaardigheid voor export;
2º
een bewijs van luchtwaardigheid, of een bewijs van luchtwaardigheid voor export naar Nederland, afgegeven door de staat waaruit het vliegtuig wordt geïmporteerd, niet eerder dan 60 dagen, onmiddellijk voorafgaande aan de datum van de aanvraag voor afgifte van een standaard-BvL;
b.
dat in Canada is vervaardigd en dat uit een andere staat waarmee de Minister van Verkeer en Waterstaat een overeenkomst heeft gesloten, aangaande wederzijdse erkenning van bewijzen van luchtwaardigheid, wordt geïmporteerd, voor de afgifte van het standaard-BvL eerste lid onder b.1° en b.2° van toepassing verklaard en door de aanvrager nog de volgende gegevens ingediend:
1º
het destijds afgegeven Canadese bewijs van luchtwaardigheid voor export;
2º
een bewijs van luchtwaardigheid of een bewijs van luchtwaardigheid voor export naar Nederland, afgegeven door de staat waaruit het vliegtuig wordt geïmporteerd, niet eerder dan 60 dagen, onmiddellijk voorafgaande aan de datum van de aanvraag voor afgifte van een standaard-BvL;
c.
dat is vervaardigd in een overeenkomst sluitende staat als bedoeld in de Multilaterale Overeenkomst inzake bewijzen van luchtwaardigheid van ingevoerde luchtvaartuigen (Trb. 1961, 117) en dat uit een andere staat waarmee de Minister van Verkeer en Waterstaat een overeenkomst heeft gesloten, aangaande wederzijdse erkenning van bewijzen van luchtwaardigheid, voor de afgifte van het standaard-BvL eerste lid onder c.1° t/m c.3° van toepassing verklaard en door de aanvrager nog de volgende gegevens ingediend:
1º
het destijds door de staat, waarin het luchtvaartuig is vervaardigd, afgegeven bewijs van luchtwaardigheid voor export;
2º
een bewijs van luchtwaardigheid, of een bewijs van luchtwaardigheid voor export naar Nederland, afgegeven door de staat waaruit het luchtvaartuig wordt geïmporteerd, niet eerder dan 60 dagen, onmiddellijk voorafgaande aan de datum van de aanvraag.
Artikel
4
Import uit een niet verdragsland
Naast de in artikel 1 genoemde documenten worden, voor een luchtvaartuig dat is vervaardigd in een staat, waarmee Nederland een overeenkomst heeft gesloten inzake wederzijdse erkenning van bewijzen van luchtwaardigheid en dat wordt geïmporteerd uit een staat waarmee Nederland geen overeenkomst heeft gesloten inzake wederzijdse erkenning van bewijzen van luchtwaardigheid, voor de afgifte van het standaard-BvL bij de Minister van Verkeer en Waterstaat de volgende documenten ingediend:
a.
het destijds door de staat, waarin het luchtvaartuig is vervaardigd, afgegeven bewijs van luchtwaardigheid voor export;
b.
de documenten waaruit blijkt dat het luchtvaartuig in overeenstemming is met het type-certificaat, of het door de Minister van Verkeer en Waterstaat geaccepteerd type-ontwerp, dan wel een aanvullend type-certificaat dat voor het type-ontwerp is afgegeven, alsmede de van toepassing zijnde luchtwaardigheidsaanwijzingen en na inspectie volgens de van toepassing zijnde luchtwaardigheidseisen, luchtwaardig is bevonden en geschikt voor veilige operatie.
Artikel
5
Nederlandse bijzondere luchtwaardigheidsaanwijzingen
Ten aanzien van luchtvaartuigen als bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4, moeten de Nederlandse bijzondere luchtwaardigheidsaanwijzingen voor zover zij van toepassing en van kracht zijn, zijn opgevolgd.
Paragraaf
2
Wijziging, overdracht, verlenging en vernieuwing van het standaard BvL
Artikel
6
Wijziging van het standaard-BvL
1
Indien is gebleken, dat de gegevens, vermeld op het standaard-BvL, niet met de werkelijkheid overeenkomen, wordt een standaard-Bvl, dat de juiste gegevens vermeldt, aan de houder gezonden.
2
De eigenaar of houder is verplicht het vroeger ontvangen standaard-BvL binnen een week na de datum van verzending van het in het vorige lid bedoelde gewijzigde exemplaar aan de Minister van Verkeer en Waterstaat te zenden.
Artikel
7
Overdracht van het standaard-BvL
Bij de overdracht van een luchtvaartuig van wordt het Standaard BvL door de voormalige houder van dat luchtvaartuig overgedragen aan de nieuwe houder van dat luchtvaartuig.
Artikel
8
Verlenging van het standaard-BvL
1
De aanvraag voor de verlenging van het standaard-BvL wordt ingediend en afgehandeld volgens de Regeling verlenging bewijzen van luchtwaardigheid. De verlenging van de termijn van geldigheid kan nog tot hoogstens zes maanden na het verstrijken van de op het standaard-BvL vermelde termijn van geldigheid geschieden.
2
Bij verlenging wordt aan de houder een nieuw bewijs gezonden, waaruit blijkt tot en met welke datum het bewijs geldig is.
Artikel
9
Vernieuwing van het standaard-BvL
1
Een standaard-BvL kan door de Minister van Verkeer en Waterstaat worden vernieuwd, indien het is verloren of indien het onleesbaar, beschadigd of anderszins onbruikbaar is geworden.
2
Indien een standaard-BvL wegens verlies is vernieuwd en het verloren bewijs wordt teruggevonden, is de eigenaar of houder van het luchtvaartuig verplicht het teruggevonden standaard-BvL zo spoedig mogelijk aan de Minister van Verkeer en Waterstaat te zenden.
3
Indien een standaard-BvL anders dan wegens vermissing is vernieuwd, is de eigenaar of houder van het luchtvaartuig verplicht het oorspronkelijke standaard-BvL binnen een week na de datum van verzending van het nieuwe bewijs aan de Minister van Verkeer en Waterstaat te zenden.
Artikel
10
Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 oktober 2001.
Artikel
11
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling standaard-BvL.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, T.Netelenbos
Bijlage
1
als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van de Regeling afgifte standaard-BvL
Bijlage
2
als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a en c, van de Regeling afgifte standaard-BvL
Van de volgende lidstaten van de JAA wordt een verklaring van conformiteit van de houder van een POA geaccepteerd voor de afgifte van een standaard-BvL voor een nieuw luchtvaartuig, zoals beschreven in artikel 2 eerste lid onder a:
Duitsland,
Frankrijk,
Italië,
Nederland,
Spanje,
Verenigd koninkrijk,
Zweden.
Van de volgende lidstaten van de JAA wordt een geldig BvL geaccepteerd voor de afgifte van een standaard-BvL voor een gebruikt luchtvaartuig, zoals beschreven in artikel 2 eerste lid onder c: