Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder «bestuur van een gerecht»: de Hoge Raad, het bestuur van een rechtbank dan wel het bestuur van een gerechtshof.
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit wordt verstaan onder «bestuur van een gerecht»: de Hoge Raad, het bestuur van een rechtbank dan wel het bestuur van een gerechtshof.
De voorzitter van de meervoudige kamer of degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer kan bepalen dat in verband met de omstandigheden in een bepaalde zaak danwel de organisatie van het gerecht, buitengewone zittingen worden gehouden.
De voorzitter van de meervoudige kamer of degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer is belast met de handhaving van de orde tijdens de zittingen. Hij is bevoegd aan de procespartijen, advocaten, procureurs, gemachtigden en in persoon procederende partijen, die optreden in zaken in zijn kamer aanhangig, inlichtingen te vragen naar aanleiding van de processtukken en de mondelinge voordrachten.
De griffie is in de hoofdplaats, de nevenvestigingsplaats en de nevenzittingsplaats:
op de dagen waarop terechtzittingen worden gehouden tenminste een half uur voor de aanvang daarvan geopend;
op zaterdagen geopend, mits op een dergelijke dag zittingen worden gehouden;
op zondagen en dagen die bij of krachtens de Algemene termijnenwet zijn aangemerkt als algemeen erkende feestdagen gesloten, tenzij op een dergelijke dag een zitting wordt gehouden.
Naast de bij of krachtens de wet aan de griffier opgedragen taken bestaan griffierswerkzaamheden in ieder geval uit:
het bijwonen van terechtzittingen en verhoren;
het bijwonen van andere dan de onder a genoemde bijeenkomsten, tenzij de voorzitter van de betrokken kamer of degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer anders beslist;
het maken van aantekeningen zoals vereist door de wet of door een rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast, en
het bieden van ondersteuning aan een rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast in al diens ambtsverrichtingen.
Het bestuur van een gerecht draagt er zorg voor dat een algemene rol wordt gehouden voor burgerlijke zaken waarop alle zaken worden ingeschreven:
in de volgorde waarin zij worden aangebracht,
met de namen van de partijen, de advocaten, de gemachtigden en de procureurs,
onder toekenning van een afzonderlijk nummer, en
voorzien van een korte aantekening van al hetgeen in de zaak voorvalt.
Indien binnen de gerechten meerdere kamers zijn gevormd voor de behandeling van burgerlijke zaken, krijgt elke kamer een afzonderlijke rol. De zaken worden in dat geval onverwijld aangebracht bij de kamer die daartoe is aangewezen in het bestuursreglement, bedoeld in artikel 19, en in het geval van de Hoge Raad in het reglement, bedoeld in artikel 75, vierde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Het bestuur van een rechtbank of gerechtshof geeft voor burgerlijke zaken die met een dagvaarding worden ingeleid en die in een nevenvestigings- of nevenzittingsplaats worden of kunnen worden behandeld, in het bestuursreglement, bedoeld in artikel 19 van de Wet op de rechterlijke organisatie, aan in welke plaats de rolbehandeling plaatsvindt.
Het bestuur van een gerecht draagt er zorg voor dat voor elke zitting een uittreksel van de rol beschikbaar is, die de zaken vermeldt die moeten worden opgeroepen.
Indien een zaak niet tijdens een zitting kan worden afgedaan, wordt de behandeling op een andere dag voortgezet, waarbij de oorspronkelijke volgorde van de zaken gehandhaafd blijft.
Indien tegen een bij verstek gewezen vonnis of arrest in verzet wordt gekomen, herneemt de zaak haar oude plaats op de rol, tenzij de voorzitter van de meervoudige kamer of degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer een dag vaststelt waarop het verzet wordt behandeld.
Het bestuur van een rechtbank of een gerechtshof draagt er zorg voor dat een afzonderlijke rol wordt gehouden voor de zaken die door de voorzieningenrechter in kort geding worden behandeld.
Het bestuur van een gerecht draagt er zorg voor dat een rol wordt gehouden voor strafzaken waarop alle zaken die op de openbare terechtzitting worden behandeld, worden ingeschreven, overeenkomstig de onderdelen van a tot en met d van artikel 13, eerste lid.
Het bestuur van een gerechtshof draagt er zorg voor dat een rol wordt gehouden voor belastingzaken waarop alle zaken worden ingeschreven, overeenkomstig de onderdelen a tot en met d van artikel 13, eerste lid.
In strafzaken waarin de stukken ingevolge de wet aan de griffie moeten worden toegezonden of ter griffie ter inzage moeten worden neergelegd, bepaalt het bestuur van een gerecht de tijden waarop inzage in de stukken kan worden verkregen door de rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de ambtenaren van het openbaar ministerie of van het parket bij de Hoge Raad en de raadslieden van de verdachten.
Indien een verdachte of een raadsman van een verdachte ingevolge de wet bevoegd is kennis te nemen van de processtukken wordt hem daartoe de gelegenheid geboden hetzij ter griffie hetzij, indien de verdachte rechtens van zijn vrijheid is beroofd, daar waar hij zich bevindt hetzij elders.
De mogelijkheid tot kennisneming wordt aldus geboden:
van de stukken wordt het origineel dan wel een afschrift voorgelegd;
de betrokkene kan uit de stukken aantekeningen maken;
aan de verdachte die rechtens van zijn vrijheid is beroofd, worden desgewenst de voor het maken van de aantekeningen vereiste middelen ter beschikking gesteld.
Indien noodzakelijk geschiedt de kennisneming onder verantwoordelijkheid van:
de rechter-commissaris tijdens het gerechtelijk vooronderzoek;
leden van het openbaar ministerie tijdens het overige voorbereidend onderzoek;
de voorzitter van de kamer dan wel degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer door wie de zaak wordt behandeld van het tijdstip af, bedoeld in artikel 33 van het Wetboek van Strafvordering.
Op hun verzoek worden afschriften van processtukken waarvan de kennisneming wettelijk is toegestaan, zo spoedig als mogelijk is verstrekt aan de verdachte of diens raadsman, zonder dat daardoor het onderzoek vertraging ondervindt.
Het nemen van een conclusie op de daarvoor vastgestelde dag door ambtenaren van het openbaar ministerie of de procureur-generaal bij de Hoge Raad, kan slechts eenmaal worden uitgesteld.
De in artikel 72, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, genoemde rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en de griffier vormen tezamen de gerechtsvergadering van de Hoge Raad.
In de gedingen, bedoeld in artikel 76 van de Wet op de rechterlijke organisatie, zal een lid van de bij het reglement van inwendige dienst, bedoeld in artikel 75, vierde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, aangewezen kamer tot commissaris worden benoemd, en wordt tevens de behandeling aan die kamer opgedragen, met uitzondering van de behandeling op de openbare terechtzitting.
De ambtenaren van het openbaar ministerie werkzaam bij de ressortsparketten en bij de arrondissementsparketten zenden een afschrift van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, arrest of uitspraak van een rechtbank of gerechtshof in burgerlijke zaken en belastingzaken naar de procureur-generaal bij de Hoge Raad, indien dit naar hun mening in aanmerking komt voor cassatie in het belang der wet.
De ambtenaren van het openbaar ministerie zenden een afschrift van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest in strafzaken van een rechtbank of gerechtshof waarbij hun arrondissementsparket onderscheidenlijk ressortsparket gevestigd is, naar de procureur-generaal bij de Hoge Raad, indien dit naar hun mening onder zijn aandacht moet worden gebracht vanwege het algemeen belang of een andere reden.
De president van de Hoge Raad stelt een verzoek om dispensatie of gratie onverwijld in handen van de procureur-generaal bij de Hoge Raad.
Over het verzoek, bedoeld in het eerste lid, verschaft de procureur-generaal inlichtingen of brengt hij een schriftelijk advies uit, aan de kamer die het verzoek behandelt. Alvorens zijn advies uit te brengen vraagt de procureur-generaal inlichtingen aan de bij deze zaak meest betrokken ambtenaar van het openbaar ministerie, wanneer hij deze voor de behandeling van het verzoek noodzakelijk acht.
Het Reglement I wordt ingetrokken.
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit orde van dienst gerechten.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.