Subsidieregeling BANS klimaatconvenant

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Besluit:

Artikel

1

Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    uitvoeringskosten: kosten voor personeel, onderzoek en communicatie;

  • b.

    Prestatiekaart gemeenten: het in de bijlage bij deze regeling opgenomen overzicht van thema's en doelstellingen, onderscheiden in een actief, voorlopend en innovatief niveau, die zijn gericht op CO2-reductie;

  • c.

    Prestatiekaart provincies: het door de minister goedgekeurde overzicht van thema's en doelstellingen, onderscheiden naar niveaus, die zijn gericht op CO2-reductie;

  • d.

    gemeentelijke prioritaire thema's: de op de Prestatiekaart gemeenten vermelde thema's betreffende:

    • 1°.

      woningbouw, en

    • 2°.

      duurzame energie, in de betekenis van hernieuwbare energie;

  • e.

    provinciale prioritaire thema's: de thema's betreffende:

    • 1°.

      energie in de bouw, en

    • 2°.

      duurzame energie, in de betekenis van hernieuwbare energie;

  • f.

    basispakket:

    • 1°.

      pakket aan doelstellingen ter uitvoering van het gemeentelijk klimaatbeleid dat ten minste betrekking heeft op de prioritaire thema's en één thema naar eigen keuze op ten minste het actieve niveau, zoals vermeld op de Prestatiekaart gemeenten, of

    • 2°.

      pakket aan doelstellingen ter uitvoering van het provinciaal klimaatbeleid dat ten minste betrekking heeft op de prioritaire thema's en één thema naar eigen keuze, op ten minste het niveau, zoals vermeld op de Prestatiekaart provincies;

  • g.

    pluspakket:

    • 1°.

      pakket aan doelstellingen ter uitvoering van het gemeentelijk klimaatbeleid ten opzichte van de nulsituatie, bestaande uit het basispakket en, hetzij twee andere thema's, hetzij een hoger niveau van twee thema's van het basispakket, zoals vermeld op de Prestatiekaart gemeenten, of

    • 2°.

      pakket aan doelstellingen ter uitvoering van het provinciaal klimaatbeleid ten opzichte van de nulsituatie, bestaande uit het basispakket en, hetzij twee andere thema's, hetzij een hoger niveau van twee thema's van het basispakket, zoals vermeld op de Prestatiekaart provincies;

  • h.

    nulsituatie: een op basis van de Klimaatscan uitgevoerde beschrijving van het gemeentelijk klimaatbeleid onderscheidenlijk het provinciaal beleid inzake duurzame energie en energiebesparing, zoals dat is gevoerd tot een door de desbetreffende gemeente of provincie bepaalde datum, welke datum niet mag liggen vóór 1 januari 2001, alsmede de resultaten van het tot die datum gevoerde beleid;

  • i.

    Klimaatscan: de klimaatscan zoals opgesteld door de Nederlandse onderneming voor energie en milieu, en

  • j.

    de minister: de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Artikel

2

Doel

Deze regeling heeft als doel de uitvoering van het gemeentelijk en provinciaal klimaatbeleid te stimuleren, opdat gemeenten en provincies, die krachtens deze regeling subsidie hebben ontvangen, binnen vier jaar een bijdrage leveren aan de reductie van de CO2 uitstoot in Nederland dan wel hun bijdrage daaraan intensiveren.

Artikel

3

Beoordelingscriteria

Artikel

4

Subsidiabele kosten

Artikel

5

Hoogte van de subsidie

Artikel

6

Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    het plan van aanpak, waarvoor subsidie is verleend, uit te voeren binnen vier jaar na de datum van toekenning van subsidie;

  • b.

    het geactualiseerde overzicht van activiteiten waarvoor subsidie is verleend als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit milieusubsidies in de veertiende maand na de datum van toekenning van de subsidie en vervolgens in elke twaalfde maand daarna aan de minister te verstrekken op basis van een door hem voorgeschreven model;

  • c.

    het verslag omtrent het verloop, de uitvoering en de resultaten van het plan van aanpak, bedoeld in artikel 14, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit milieusubsidies binnen zes maanden na uitvoering van het plan van aanpak aan de minister te verstrekken aan de hand van een door de minister voorgeschreven model.

Artikel

7

Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de periode 2002 tot 2005 bedraagt: 37.000.000 euro.

Artikel

8

Aanvraag tot subsidieverlening en subsidievaststelling.

Artikel

9

Voorschotten

Aan een provincie of gemeente, waaraan subsidie is verleend, worden voorschotten ter beschikking gesteld ter grootte van:

  • a.

    40% van het verleende subsidiebedrag en wel binnen vier weken na de dagtekening van de beschikking tot subsidieverlening;

  • b.

    30% van het verleende subsidiebedrag en wel binnen vier weken, nadat een jaar is verstreken, na de dagtekening van de beschikking tot subsidieverlening, en

  • c.

    25% van het verleende subsidiebedrag en wel binnen vier weken, nadat twee jaren zijn verstreken, na de dagtekening van de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel

10

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.P.Pronk

Bijlage

behorende bij de toelichting op de Subsidieregeling BANS klimaatconvenant