Subsidieregeling breedbandproeven

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
de minister:

de Minister van Economische Zaken;

b.
samenwerkingsverband:

een verband van twee of meer gemeenten;

c.
breedband:

infrastructuur met een transmissiecapaciteit van 10 Mbit/s of meer in de richting van de gebruiker;

d.
project:

een samenhangend geheel van activiteiten die op regionaal of lokaal niveau worden uitgevoerd met als doelen:

  • 1°.

    het onderzoek naar een of meer van de volgende vragen:

    • -

      welke voorwaarden noodzakelijk zijn voor de rendabele aanleg van breedband,

    • -

      hoe de vraag naar en het aanbod van breedband en breedbanddiensten gebundeld kunnen worden,

    • -

      welke organisatorische ondersteuning vanuit lokale overheden de aanleg en exploitatie van breedband stimuleert;

    • -

      of de beschikbaarheid van breedbandaansluitingen leidt tot een ander aanbod van diensten,

    • -

      welke nieuwe diensten leiden tot een grotere vraag naar breedband, en

  • 2°.

    de overdracht van de door het onderzoek verkregen kennis.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Als projectkosten worden uitsluitend in aanmerking genomen:

  • a.

    de volgende rechtstreeks aan de uitvoering van het project toe te rekenen, na de indiening van de aanvraag door de subsidieontvanger gemaakte en betaalde kosten:

    • 1°.

      loonkosten, met dien verstande dat wordt uitgegaan van een uurloon, berekend op basis van het jaarloon bij een volledige dienstbetrekking volgens de kolom `loon voor de loonbelasting' van de loonstaat van het betrokken directe personeel, verhoogd met de wettelijke dan wel de op grond van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst verschuldigde opslagen voor sociale lasten, en van 1400 productieve uren per jaar;

    • 2°.

      kosten gemaakt door derden in opdracht van de subsidieontvanger ;

  • b.

    een opslag voor algemene kosten, groot 50 procent van de onder a, onder 1°, bedoelde kosten.

Artikel

5

Artikel

6

§

2

Aanvraag en beslissing op de aanvraag

Artikel

7

Artikel

8

De minister geeft uiterlijk binnen dertien weken na de periode als bedoeld in artikel 7, eerste lid, een beschikking.

Artikel

9

Artikel

10

De minister beslist in ieder geval afwijzend op een aanvraag indien:

  • a.

    de aanvraag niet voldoet aan deze regeling;

  • b.

    hij het onaannemelijk acht dat het project binnen 1 jaar kan worden voltooid.

Artikel

11

Artikel

12

§

3

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

De subsidieontvanger voert een administratie die zodanig is ingericht, dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle projectkosten kunnen worden afgelezen, gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 4, eerste lid, onderscheiden kostensoorten, met dien verstande dat ter zake van de loonkosten een door middel van een sluitende tijdschrijving vastgestelde urenverantwoording per werknemer aanwezig dient te zijn.

Artikel

16

§

4

Voorschotten

Artikel

17

Artikel

18

De minister kan afwijzend beschikken op een aanvraag, indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen.

§

5

Subsidievaststelling

Artikel

19

De minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken.

§

6

Slotbepalingen

Artikel

20

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

21

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling breedbandproeven.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd. Van deze terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

's-Gravenhage
De Minister van Economische Zaken, A.Jorritsma