Regeling ammoniak en veehouderij

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

bijlage:

bij deze regeling behorende bijlage;

de minister:

de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Artikel

2

Voor de berekening van de ammoniakemissie van een veehouderij gelden de emissiefactoren die zijn opgenomen in bijlage 1.

Artikel

3

Artikel

4

Een beschikking genomen op grond van artikel 4a, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij wordt gelijkgesteld met een beschikking als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze regeling.

Artikel

5

Totdat een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8.44 van de Wet milieubeheer met betrekking tot de maximale emissiewaarden van kracht is, gelden voor de toepassing van de wet de waarden die zijn opgenomen in bijlage 2.

Artikel

6

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de wet in werking treedt.

Artikel

7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling ammoniak en veehouderij.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.P.Pronk

Bijlage

1

als bedoeld in artikel 2

Emissiefactoren voor de emissie vanuit het dierenverblijf, inclusief de emissie van de mest die in het dierenverblijf is opgeslagen

Categorie

emissie in kg NH³ per dierplaats per jaar

HOOFDCATEGORIE A: RUNDVEE

A 1

diercategorie melk- en

kalfkoeien ouder dan 2

jaar

A 1.1

grupstal met drijfmest,

4,3

emitterend mestoppervlak

van grup en kelder max.

1,2 m² per koe (Groen

Label BB 93.06.009)

A 1.2

loopstal met hellende

vloer en giergoot of met

roostervloer;

beide met spoelsysteem

A 1.2.1

beweiden

7,5

A 1.2.2

permanent opstallen

8,6

A 1.3

loopstal met hellende

vloer en giergoot;

max. 3 m² mestbesmeurd

oppervlak per koe

(Groen Label BB

93.03.003V1; BB

93.03.003/A 93.04.004V1;

BB 93.03.003/B

93.04.005V1; BB

93.03.003/C 93.04.006V1;

BB 93.03.003/D

94.06.020V1)

A 1.3.1

beweiden

7,5

A 1.3.2

permanent opstallen

8,6

A 1.4

loopstal met hellende

vloer en spoelsysteem;

max. 3,75 m² mestbesmeurd

oppervlak per koe (Groen

Label BB 94.02.015V1)

A 1.4.1

beweiden

6,8

A 1.4.2

permanent opstallen

7,8

A 1.5

loopstal met sleufvloer

en mestschuif (Groen

Label BB 97.05.055)

A 1.5.1

beweiden

7,7

A 1.5.2

permanent opstallen

9,2

A 1.6

overige

huisvestingssystemen

A 1.6.1

beweiden

9,5

A 1.6.2

permanent opstallen

11

A 2

diercategorie zoogkoeien

5,3

ouder dan 2 jaar

A 3

diercategorie vrouwelijk

3,9

jongvee tot 2 jaar

A 4

diercategorie

vleeskalveren tot 8

maanden

A 4.1

mechanisch geventileerde

0,3

stal met een chemisch

luchtwassysteem met 90%

emissiereductie

A 4.2

overige

2,5

huisvestingsystemen

A 5

diercategorie

2,5

vleesstierkalveren tot 6

maanden

A 6

diercategorie

7,2

vleesstieren en overig

vleesvee van 6 tot 24

maanden

(roodvleesproductie)

A 7

diercategorie fokstieren

9,5

en overig rundvee ouder

dan 2 jaar

HOOFDCATEGORIE B: SCHAPEN

B 1

diercategorie schapen

0,7

ouder dan 1 jaar,

inclusief lammeren tot 45

kg 1De emissie heeft betrekking op een stalperiode van maximaal drie maanden in de winter.2De emissiefactor geldt inclusief opfok, jongvee onderscheidenlijk jongen, en reuen, waardoor zij niet apart meetellen voor de berekening van de ammoniakemissie.

HOOFDCATEGORIE C: GEITEN

C l

diercategorie geiten

1,9

ouder dan 1 jaar

C 2

diercategorie opfokgeiten

0,8

van 61 dagen tot en met

één jaar

C 3

diercategorie opfokgeiten

0,2

en afmestlammeren tot en

met 60 dagen

HOOFDCATEGORIE D: VARKENS

D l

fokzeugen, inclusief

biggen tot 25 kg 3 Indien er meer dan 36 biggenplaatsen voor gespeende biggen per 10 fokzeugenplaatsen zijn, geldt voor de biggenplaatsen boven de 36 voor het desbetreffende stalsysteem de emissiefactor voor vleesvarkens.

D 1.1

diercategorie biggenopfok

(gespeende biggen)

D 1.1.1

vlakke gecoate

keldervloer met

tandheugelschuifsysteem

(Groen Label BB 93.03.001

V1)

D 1.1.1.1

hokoppervlak maximaal

0,18

0,35 m²

D 1.1.1.2

hokoppervlak groter dan

0,23

0,35 m²

D 1.1.2

spoelgotensysteem met

dunne mest en

gedeeltelijk roostervloer

(Groen Label BB

94.06.021V3; BB

94.06.021V1/A

97.01.049V1)

D 1.1.2.1

hokoppervlak maximaal

0,21

0,35 m²

D 1.1.2.2

hokoppervlak groter dan

0,27

0,35 m²

D 1.1.3

mestgoot met schuine wand

en ontmestingssysteem

(Groen Label BB

95.12.031V1)

D 1.1.3.1

hokoppervlak maximaal

0,13

0,35 m²

D 1.1.3.2

hokoppervlak groter dan

0,16

0,35 m²

D 1.1.4

ondiepe mestkelders met

water- en mestkanaal

D 1.1.4.1

hokoppervlak maximaal

0,26

0,35 m² (Groen Label BB

96.03.033V2)

D 1.1.4.2

hokoppervlak groter dan

0,33

0,35 m²

D 1.1.5

halfrooster met verkleind

mestoppervlak (max. 60%

van het totale

hokoppervlak bestaat uit

een roostervloer)

D 1.1.5.1

hokoppervlak maximaal

0,34

0,35 m²

D 1.1.5.2

hokoppervlak groter dan

0,43

0,35 m²

D 1.1.6

mestopvang in en spoelen

met aangezuurde vloeistof

(Groen Label (volledig

roostervloer) BB

96.04.038V2)

D 1.1.6.1

hokoppervlak maximaal

0,16

0,35 m²

D 1.1.6.2

hokoppervlak groter dan

0,2

0,35 m²

D 1.1.7

mestopvang in en spoelen

met aangezuurde vloeistof

(Groen Label

(gedeeltelijk

roostervloer) BB

96.04.038V2)

D 1.1.7.1

hokoppervlak maximaal

0,22

0,35 m²

D 1.1.7.2

hokoppervlak groter dan

0,28

0,35 m²

D 1.1.8

gescheiden afvoer van

mest en urine door middel

van hellende mestband

(Groen Label BB

96.06.040V1)

D 1.1.8.1

hokoppervlak maximaal

0,2

0,35 m²

D 1.1.8.2

hokoppervlak groter dan

0,25

0,35 m²

D 1.1.9

biologisch

luchtwassysteem 70%

emissiereductie

(Groen Label BB

96.10.042V1; BB

96.10.042/A 96.10.044V1;

BB 96.10.042/B

96.10.045V1; BB

96.10.042/C 96.10.046V1)

BB 96.10.042V1/D

99.06.075; BB

96.10.042V1/E 00.06.087)

D 1.1.9.1

hokoppervlak maximaal

0,18

0,35 m²

D 1.1.9.2

hokoppervlak groter dan

0,23

0,35 m²

D 1.1.10

chemisch luchtwassysteem

70% emissiereductie

(Groen Label BB

96.10.043V1; BB

96.10.043V1/A 99.06.074)

D 1.1.10.1

hokoppervlak maximaal

0,18

0,35 m²

D 1.1.10.2

hokoppervlak groter dan

0,23

0,35 m²

D 1.1.11

koeldeksysteem (150%

koeloppervlak)

(Groen Label BB

97.01.052V2; BB

00.06.093)

D 1.1.11.1

hokoppervlak maximaal

0,15

0,35 m²

D 1.1.11.2

hokoppervlak groter dan

0,19

0,35 m²

D 1.1.12

opfokhok met schuine

putwand

D 1.1.12.1

emitterend mestoppervlak

0,17

maximaal 0,07 m²,

ongeacht groepsgrootte

D 1.1.12.2

hokoppervlak maximaal

0,21

0,35 m², emitterend

mestoppervlak groter dan

0,07 m², echter kleiner

dan 0,10 m², en in kleine

groepen, tot 30 biggen,

gehuisvest

D 1.1.12.3

hokoppervlak groter dan

0,18

0,35 m², emitterend

mestoppervlak groter dan

0,07 m², echter kleiner

dan 0,10 m², in grote

groepen, vanaf 30 biggen,

gehuisvest

(Groen Label BB

99.06.072; BB 99.06.072/A

99.11.080; BB 99.06.072/A

99.11.082)

D 1.1.13

volledig rooster met

0,2

water- en mestkanalen,

eventueel voorzien van

schuine putwand(en),

emitterend mestoppervlak

kleiner dan 0,10 m²

(Groen Label BB

99.06.073)

D 1.1.14

chemisch luchtwassysteem

95% emissiereductie

(Groen Label BB

99.06.076; BB 00.02.084)

D 1.1.14.1

hokoppervlak maximaal

0,03

0,35 m²

D 1.1.14.2

hokoppervlak groter dan

0,04

0,35 m²

D 1.1.15

overige

huisvestingssystemen

D 1.1.15.1

hokoppervlak maximaal

0,6

0,35 m²

D 1.1.15.2

hokoppervlak groter dan

0,75

0,35 m²

D 1.2

diercategorie kraamzeugen

(incl. biggen tot spenen)

D 1.2.1

spoelgotensysteem,

3,3

spoelen met dunne mest

(Groen Label BB

93.11.012V2; BB

93.11.012V2/A 99.11.077)

D 1.2.2

kunststof schijnvloer met

3,7

schuif onder de roosters

(voormalig Groen Label BB

94.02.014V1)4 In verband met wijziging van de grenswaarden (Stcrt. 1999, 60) is de Groen-Label-erkenning per 1 juli 1999 ingetrokken.

D 1.2.3

vlakke, gecoate

4

keldervloer met

tandheugelschuifsysteem

(voormalig Groen Label BB

94.04.018) 4 In verband met wijziging van de grenswaarden (Stcrt. 1999, 60) is de Groen-Label-erkenning per 1 juli 1999 ingetrokken.

D 1.2.4

mestschuif met gecoate,

3,1

hellende keldervloer en

giergoot

(Groen Label BB

94.06.019)

D 1.2.5

mestgoot met

3,2

mestafvoersysteem (Groen

Label BB 94.06.022)

D 1.2.6

ondiepe mestkelders met

4

mest- en waterkanaal

(voormalig Groen Label BB

95.12.032)4 In verband met wijziging van de grenswaarden (Stcrt. 1999, 60) is de Groen-Label-erkenning per 1 juli 1999 ingetrokken.

D 1.2.7

kraamopfokhok met

5

hellende plaat

D 1.2.8

mestopvang in en spoelen

3,1

met aangezuurde vloeistof

(Groen Label BB

96.04.037V1)

D 1.2.9

schuiven in mestgoot

2,5

D 1.2.10

biologisch

2,5

luchtwassysteem 70%

emissiereductie

(Groen Label BB

96.10.042V1; BB

96.10.042/A 96.10.044V1;

BB 96.10.042/B

96.10.045V1; BB

96.10.042/C 96.10.046V1;

BB 96.10.042V1/D

99.06.075; BB

96.10.042V1/E 00.06.087)

D 1.2.11

chemisch luchtwassysteem

2,5

70% emissiereductie

(Groen Label BB

96.10.043V1; BB

96.10.043V1/A 99.06.074)

D 1.2.12

koeldeksysteem (150%

2,4

koeloppervlak)

(Groen Label BB

97.01.051V1; BB

00.06.093)

D 1.2.13

mestpan/-bak onder

2,9

kraamhok

(Groen Label BB

98.10.063)

D 1.2.14

mestpan met water- en

2,9

mestkanaal onder kraamhok

Groen Label BB 99.11.081)

D 1.2.15

chemisch luchtwassysteem

0,42

95% emissiereductie

(Groen Label BB

99.06.076; BB 00.02.084)

D 1.2.16

Mest- en waterkanaal met

2,9

polypropeen

scheidingswand

D 1.2.17

overige

8,3

huisvestingssystemen

D 1.3

diercategorie guste en

dragende zeugen

D 1.3.1

smalle ondiepe

2,4

mestkanalen met metalen

driekantroostervloer en

rioleringssysteem (alleen

toepasbaar bij

individuele huisvesting)

(Groen Label BB

95.02.027V1)

D 1.3.2

mestgoot met

1,8

combinatierooster en

frequente mestafvoer

(alleen toepasbaar bij

individuele huisvesting)

(Groen Label BB

95.06.028)

D 1.3.3

spoelgotensysteem met

2,5

dunne mest

(Groen Label bij

individuele huisvesting

BB 95.10.030)

(Groen Label bij

groepshuisvesting BB

95.10.030/A 98.10.060; BB

95.10.030/B 99.11.078)

D 1.3.4

mestopvang in en spoelen

1,8

met aangezuurde vloeistof

(Groen Label bij

individuele huisvesting

BB 96.04.036V1)

(Groen Label bij

groepshuisvesting BB

96.04.036V1/A 98.10.061)

D 1.3.5

schuiven in mestgoot

2,2

(alleen toepasbaar bij

individuele huisvesting)

D 1.3.6

biologisch

1,3

luchtwassysteem 70%

emissiereductie

(Groen Label bij

individuele huisvesting

BB 96.10.042V1; BB

96.10.042/A 96.10.044V1;

BB 96.10.042/B

96.10.045V1; BB

96.10.042/C 96.10.046V1;

BB 96.10.042V1/D

99.06.075; BB

96.10.042V1/E 00.06.087)

(Groen Label bij

groepshuisvesting BB

96.10.042V1; BB

96.10.042/A 96.10.044V1;

BB 96.10.042/B

96.10.045V1; BB

96.10.042/C 96.10.046V1;

BB 96.10.042V1/D

99.06.075; BB

96.10.042V1/E 00.06.087)

D 1.3.7

chemisch luchtwassysteem

1,3

70% emissiereductie

(Groen Label bij

individuele huisvesting

BB 96.10.043V1; BB

96.10.043V1/A 99.06.074)

(Groen Label bij

groepshuisvesting BB

96.10.043V1; BB

96.10.043V1/A 99.06.074)

D 1.3.8

koeldeksysteem

D 1.3.8.1

115% koeloppervlak (Groen

2,2

Label bij individuele

huisvesting en

groepshuisvesting BB

97.03.054; BB 00.06.093)

D 1.3.8.2

135% koeloppervlak (Groen

2,2

Label bij

groepshuisvesting BB

97.03.054/A 98.10.062; BB

00.06.093)

D 1.3.9

groepshuisvestingssysteem

2,3

met voerligboxen of

zeugenvoerstations,

zonder strobed, met

metalen driekantroosters

en schuine putwanden in

het mestkanaal (Groen

Label BB 00.06.085V1)

D 1.3.10

rondloopstal met

2,6

zeugenvoerstation en

strobed

(Groen Label BB

00.06.086)

D 1.3.11

chemisch luchtwassysteem

0,21

95% emissiereductie

(Groen Label bij

individuele huisvesting

BB 99.06.076; BB

00.02.084)

(Groen Label bij

groepshuisvesting BB

99.06.076; BB 00.02.084)

D 1.3.12

overige

4,2

huisvestingssystemen,

individuele huisvesting

D 1.3.13

overige

4,2

huisvestingssystemen,

groepshuisvesting

D 2

diercategorie dekberen, 7

maanden en ouder

D 2.1

biologisch

1.7

luchtwassysteem 70%

emissiereductie

(Groen Label BB

96.10.042V1; BB

96.10.042/A 96.10.044V1;

BB 96.10.042/B

96.10.045V1; BB

96.10.042/C 96.10.046V1;

BB 96.10.042V1/D

99.06.075; BB

96.10.042V1/E 00.06.087)

D 2.2

chemisch luchtwassysteem

1,7

70% emissiereductie

(Groen Label BB

96.10.043V1; BB

96.10.043V1/A 99.06.074)

D 2.3

chemisch luchtwassysteem

0,28

95% emissiereductie

(Groen Label 99.06.076;

BB 00.02.084)

D 2.4

overige

5,5

huisvestingssystemen

D 3

diercategorie

vleesvarkens, opfokberen

van ca. 25 kg tot 7

maanden, opfokzeugen van

ca. 25 kg tot eerste

dekking 5Voor opfokzeugen na de eerste dekking wordt de emissiefactor voor fokzeugen gehanteerd.

D 3.1

volledig roostervloer

D 3.1.1

hokoppervlak maximaal 0,8

3

D 3.1.2

hokoppervlak groter dan

4

0,8 m²

D 3.2

gedeeltelijk roostervloer

D 3.2.1

gehele dierplaats

onderkelderd zonder

stankafsluiter

D 3.2.1.1

hokoppervlak maximaal 0,8

3

D 3.2.1.2

hokoppervlak groter dan

4

0,8 m²

D 3.2.2

mestopvang in en spoelen

met NH\/3/\-arme

vloeistof (inclusief

aanzuren)

D 3.2.2.1

hokoppervlak maximaal 0,8

1,4

m² (Groen Label BB

93.06.010V1; BB

93.11.011; BB 93.11.011/A

95.04.024)

D 3.2.2.2

hokoppervlak groter dan

2

0,8 m²

D 3.2.3

koeldeksysteem met

metalen

driekantroostervloer

(170% koeloppervlak)

D 3.2.3.1

hokoppervlak maximaal 0,8

1,4

m² (Groen Label BB

95.04.023; BB 00.06.093)

D 3.2.3.2

hokoppervlak groter dan

2

0,8 m²

D 3.2.4

mestopvang in met

formaldehyde behandelde

mestvloeistof in

combinatie met metalen

driekantroostervloer

(Groen Label BB

95.02.025V2)

D 3.2.4.1

hokoppervlak maximaal 0,8

0,8

D 3.2.4.2

hokoppervlak groter dan

1,1

0,8 m²

D 3.2.5

mestopvang in water in

combinatie met metalen

driekantroostervloer

(Groen Label BB

95.10.029V3)

D 3.2.5.1

hokoppervlak maximaal 0,8

1,1

D 3.2.5.2

hokoppervlak groter dan

1,5

0,8 m²

D 3.2.6

koeldeksysteem (200%

koeloppervlak)

D 3.2.6.1

met metalen roostervloer

1,2

(maximaal 0,8 m²

emitterend mestoppervlak)

(Groen Label BB

96.04.035V1; BB

00.06.093)

D 3.2.6.2

met roostervloer anders

dan metaal

D 3.2.6.2.1

emitterend mestoppervlak

1,4

maximaal 0,6 m²

(Groen Label BB

99.02.069; BB 00.06.093)

D 3.2.6.2.2

emitterend mestoppervlak

2

groter dan 0,6 m², doch

kleiner dan 0,8 m²

D 3.2.7

mestkelders met (water-

en) mestkanaal, bij een

maximaal 0,18 m²

emitterend mestoppervlak

(door schuine putwand)

D 3.2.7.1

met metalen

driekantroosters op het

mestkanaal

(Groen Label BB

97.07.056V2; BB

97.07.056/A 97.11.059V2)

D 3.2.7.1.1

emitterend mestoppervlak

1

maximaal 0,18 m²

D 3.2.7.1.2

emitterend mestoppervlak

1,4

groter dan 0,18 m², maar

kleiner dan 0,27 m²

D 3.2.7.2

met roosters anders dan

metalen driekant op het

mestkanaal

(Groen Label BB

99.02.070)

D 3.2.7.2.1

emitterend mestoppervlak

1,2

maximaal 0,18 m²

D 3.2.7.2.2

emitterend mestoppervlak

1,5

groter dan 0,18 m², maar

kleiner dan 0,27 m²

D 3.2.8

biologisch

luchtwassysteem 70%

emissiereductie

(Groen Label BB

96.10.042V1; BB

96.10.042/A 96.10.044V1;

BB 96.10.042/B

96.10.045V1; BB

96.10.042/C 96.10.046V1;

BB 96.10.042V1/D

99.06.075; BB

96.10.042V1/E 00.06.087)

D 3.2.8.1

hokoppervlak maximaal 0,8

0,8

D 3.2.8.2

hokoppervlak groter dan

1,1

0,8 m²

D 3.2.9

chemisch luchtwassysteem

70% emissiereductie

(Groen Label BB

96.10.043V1; BB

96.10.043V1/A 99.06.074)

D 3.2.9.1

hokoppervlak maximaal 0,8

0,8

D 3.2.9.2

hokoppervlak groter dan

1,1

0,8 m²

D 3.2.10

bollevloerhok met

betonnen morsrooster en

metalen driekantrooster

D 3.2.10.1

hokoppervlak maximaal 0,8

1,4

D 3.2.10.2

hokoppervlak groter dan

2

0,8 m²

D 3.2.11

hok met gescheiden

mestkanalen

D3.2.11.1

hokoppervlak maximaal 0,8

1,8

D 3.2.11.2

hokoppervlak groter dan

2,5

0,8 m²

D 3.2.12

spoelgotensysteem met

metalen driekantroosters

(Groen Label BB

98.10.064)

D 3.2.12.1

hokoppervlak maximaal 0,8

1

D 3.2.12.2

hokoppervlak groter dan

1,3

0,8 m²

D 3.2.13

spoelgotensysteem met

roosters

(Groen Label BB

98.10.065; BB 98.10.065/A

99.11.079V1)

D 3.2.13.1

hokoppervlak maximaal 0,8

1,2

D 3.2.13.2

hokoppervlak groter dan

1,5

0,8 m²

D 3.2.14

chemisch luchtwassysteem

95% emissiereductie

(Groen Label BB

99.06.076; BB 00.02.084)

D 3.2.14.1

hokoppervlak maximaal 0,8

0,13

D 3.2.14.2

hokoppervlak groter dan

0,18

0,8 m²

D 3.3

scharrel vleesvarkens

D 3.3.1

beddenstal met maximaal

1,9

0,14 m² emitterend

mestoppervlak per dier

tot 50 kg levend gewicht

en met maximaal 0,29 m²

emitterend mestoppervlak

per dier vanaf 50 kg

levend gewicht

D 3.3.2

overige

3

huisvestingssystemen

scharrel vleesvarkens

D 3.4

overige

huisvestingssystemen

D 3.4.1

hokoppervlak maximaal 0,8

2,5

D 3.4.2

hokoppervlak groter dan

3,5

0,8 m²

HOOFDCATEGORIE E: KIPPEN

E 1

diercategorie opfokhennen

en hanen van legrassen;

jonger dan 18 weken

E 1.1

open mestopslag onder de

0,045

batterij al dan niet

voorzien van een

mestschuif (flat-deck-

kooien, trapkooien of

compactkooien voor natte

mest)

E 1.2

mestbandbatterij voor

0,02

natte mest met afvoer

naar een gesloten opslag

(minimaal 2 maal per week

ontmesten)

(voormalig Groen Label BB

93.06.007,4 In verband met wijziging van de grenswaarden (Stcrt. 1999, 60) is de Groen-Label-erkenning per 1 juli 1999 ingetrokken.

E 1.3

compactbatterij waarvan

0,011

de natte mest 2 maal

daags door middel van

mestschuiven en een

centrale mestband

afgevoerd wordt naar een

gesloten opslag

(voormalig Groen Label BB

95.06.026, 4 In verband met wijziging van de grenswaarden (Stcrt. 1999, 60) is de Groen-Label-erkenning per 1 juli 1999 ingetrokken.

E 1.4

batterij met geforceerde

0,208

mestdroging (kanalenstal)

E 1.5

mestbandbatterij met

geforceerde mestdroging

6 De aangegeven emissiefactor geldt in gevallen waarin de mest direct van het bedrijf wordt afgevoerd, of gedurende een periode van ten hoogste twee weken op het bedrijfsterrein wordt opgeslagen in een afgedekte container. In overige situaties dient bij deze emissiefactor de emissiefactor van de nageschakelde techniek (E6) te worden opgeteld. (voor

nageschakelde technieken:

zie E 6)

E 1.5.1

mestbandbatterij voor

0,02

droge mest met

geforceerde mestdroging

(voormalig Groen Label BB

93.06.008, 4 In verband met wijziging van de grenswaarden (Stcrt. 1999, 60) is de Groen-Label-erkenning per 1 juli 1999 ingetrokken.

E 1.5.2

mestbandbatterij met

0,006

geforceerde mestdroging,

belucht met 0,4 m^3 lucht

per opfokhen per uur;

mestafdraaien per vijf

dagen, de mest heeft dan

een droge stofgehalte van

minimaal 55% (Groen Label

BB 97.07.058)

E 1.5.3

batterijhuisvesting

0,002

volgens categorie E 1.5.1

met chemisch

luchtwassysteem met 90%

emissiereductie;

E 1.5.4

batterijhuisvesting

0,001

volgens categorie E 1.5.2

met chemisch

luchtwassysteem met 90%

emissiereductie;

E 1.6

batterijsysteem met

0,01

mestbandbeluchting en

bovenliggende droogtunnel

(Groen Label BB

99.06.071)

E 1.7

grondhuisvesting

0,17

(strooiselvloer,

roostervloer)

E 1.8

volière-opfokhuisvesting,

0,05

minimaal 50% van de

leefruimte is rooster,

met daaronder een

mestband. Mestbanden

minimaal eenmaal per week

afdraaien. Roosters

minimaal in twee etages

6 De aangegeven emissiefactor geldt in gevallen waarin de mest direct van het bedrijf wordt afgevoerd, of gedurende een periode van ten hoogste twee weken op het bedrijfsterrein wordt opgeslagen in een afgedekte container. In overige situaties dient bij deze emissiefactor de emissiefactor van de nageschakelde techniek (E6) te worden opgeteld. 10 Het volièresysteem is al dan niet van mestbandbeluchting voorzien. Bij toepassing van een mestnadroogsysteem moet de mest echter minimaal 2x per week worden afgedraaid.

(voor nageschakelde

technieken: zie E 6)

E 1.9

chemisch luchtwassysteem

0,017

90% emissiereductie;

volière- en

grondhuisvesting (Groen

Label BB 00.06.089/A

00.06.090)

E 1.10

overige

0,045

huisvestingssystemen

batterijhuisvesting

E 1.11

overige

0,17

huisvestingssystemen

niet-batterijhuisvesting

E 2

diercategorie legkippen

en (groot-)ouderdieren

van legrassen

E 2.1

open mestopslag onder de

0,1

batterij al dan niet

voorzien van een

mestschuif (flat-deck-

kooien, trapkooien of

compactkooien voor natte

mest)

E 2.2

mestbandbatterij voor

0,042

natte mest met afvoer

naar een gesloten opslag

(minimaal 2 maal per week

ontmesten)

(voormalig Groen Label BB

93.06.007,4 In verband met wijziging van de grenswaarden (Stcrt. 1999, 60) is de Groen-Label-erkenning per 1 juli 1999 ingetrokken.

E 2.3

compactbatterij waarvan

0,024

de natte mest 2 maal

daags door middel van

mestschuiven en een

centrale mestband

afgevoerd wordt naar een

gesloten opslag

(voormalig Groen Label BB

95.06.026, 4 In verband met wijziging van de grenswaarden (Stcrt. 1999, 60) is de Groen-Label-erkenning per 1 juli 1999 ingetrokken.

E 2.4

batterij met geforceerde

0,463

mestdroging (deeppitstal

of highrise-stal,

kanalenstal)

E 2.5

mestbandbatterij met

geforceerde mestdroging

6 De aangegeven emissiefactor geldt in gevallen waarin de mest direct van het bedrijf wordt afgevoerd, of gedurende een periode van ten hoogste twee weken op het bedrijfsterrein wordt opgeslagen in een afgedekte container. In overige situaties dient bij deze emissiefactor de emissiefactor van de nageschakelde techniek (E6) te worden opgeteld.

(voor nageschakelde

technieken: zie E 6)

E 2.5.1

mestbandbatterij voor

0,042

droge mest met

geforceerde mestdroging

(voormalig Groen Label BB

93.06.008, 4 In verband met wijziging van de grenswaarden (Stcrt. 1999, 60) is de Groen-Label-erkenning per 1 juli 1999 ingetrokken.

E 2.5.2

mestbandbatterij met

0,012

geforceerde mestdroging,

belucht met 0,7 m^3 lucht

per dier per uur.

Mestafdraaien per vijf

dagen; de mest heeft dan

een droge stofgehalte van

minimaal 55%.

(Groen Label BB

97.07.058)

E 2.5.3

batterijhuisvesting

0,004

volgens categorie E 2.5.1

met chemisch

luchtwassysteem met 90%

emissiereductie;

E 2.5.4

batterijhuisvesting

0,001

volgens categorie E 2.5.2

met chemisch

luchtwassysteem met 90%

emissiereductie;

E 2.6

batterijsysteem met

0,018

mestbandbeluchting en

bovenliggende droogtunnel

(Groen Label BB

99.06.071)

E 2.7

grondhuisvesting van

0,315

legrassen (circa 1/3

strooiselvloer + circa

2/3 roostervloer)

E 2.8

grondhuisvesting met

0,11

beluchting onder

gedeeltelijk verhoogde

roostervloer

(perfosysteem) (Groen

Label BB 00.06.088)

E 2.9

grondhuisvesting met

0,125

mestbeluchting via buizen

onder de beun

E 2.10

chemisch luchtwassysteem

0,032

90% emissiereductie;

volière- en

grondhuisvesting (Groen

Label BB 00.06.089)

E 2.11

volièrehuisvesting,

0,09

minimaal 50% van de

leefruimte is rooster met

daaronder een mestband.

Mestbanden minimaal

eenmaal per week

afdraaien. Roosters

minimaal in twee etages

6 De aangegeven emissiefactor geldt in gevallen waarin de mest direct van het bedrijf wordt afgevoerd, of gedurende een periode van ten hoogste twee weken op het bedrijfsterrein wordt opgeslagen in een afgedekte container. In overige situaties dient bij deze emissiefactor de emissiefactor van de nageschakelde techniek (E6) te worden opgeteld. 11 Indien in de tabel wordt verwezen naar een Groen-Labelnummer, wordt de desbetreffende emissiefactor uitsluitend gehanteerd bij de berekening van de emissie vanuit een stal die is of zal worden gebouwd overeenkomstig de door de Stichting Groen Label bij de verlening van het Groen-Labelnummer gepubliceerde beschrijving van het stalsysteem, die van dat Groen-Labelnummer is voorzien.

(voor nageschakelde

technieken: zie E 6).

E 2.12

Scharrelstal in twee

0,065

verdiepingen met

mestbanden onder de

roosters (twee maal per

week afdraaien),

bezetting 9 dieren per m²

6 De aangegeven emissiefactor geldt in gevallen waarin de mest direct van het bedrijf wordt afgevoerd, of gedurende een periode van ten hoogste twee weken op het bedrijfsterrein wordt opgeslagen in een afgedekte container. In overige situaties dient bij deze emissiefactor de emissiefactor van de nageschakelde techniek (E6) te worden opgeteld. (voor

nageschakelde technieken:

zie E 6).

E 2.13

overige

0,1

huisvestingssystemen

batterijhuisvesting

E 2.14

overige

0,315

huisvestingssystemen

niet-batterijhuisvesting

E 3

diercategorie (groot-

0,25

)ouderdieren van

vleeskuikens in opfok;

jonger dan 19 weken

E 4

diercategorie (groot-

)ouderdieren van

vleeskuikens

6 De aangegeven emissiefactor geldt in gevallen waarin de mest direct van het bedrijf wordt afgevoerd, of gedurende een periode van ten hoogste twee weken op het bedrijfsterrein wordt opgeslagen in een afgedekte container. In overige situaties dient bij deze emissiefactor de emissiefactor van de nageschakelde techniek (E6) te worden opgeteld. (voor

nageschakelde technieken:

zie E 6)

E 4.1

groepskooi voorzien van

0,08

mestband en geforceerde

mestdroging

(Groen Label BB

95.12.039; BB 95.12.039/A

96.06.041)

E 4.2

volièrehuisvesting met

0,17

geforceerde mestdroging

(Groen Label BB

97.01.050; BB 97.01.050/

A 99.02.067)

E 4.3

volièrehuisvesting met

0,13

geforceerde mest- en

strooiseldroging

(Groen Label BB

97.01.053; BB 97.01.053/A

99.02.068)

E 4.4

grondhuisvesting met

0,25

mestbeluchting van

bovenaf

E 4.5

perfosysteem op

0,23

gedeeltelijk verhoogde

roostervloer

(Groen Label BB

98.10.066)

E 4.6

chemisch luchtwassysteem

0,058

90% emissiereductie;

volière- en

grondhuisvesting (Groen

Label BB 00.06.089/B

00.06.091)

E 4.7

overige

0,58

huisvestingssystemen

E 5

diercategorie

vleeskuikens

E 5.1

zwevende vloer met

0,005

strooiseldroging

(Groen Label BB

93.03.002; BB 93.03.002/A

94.04.017V1; BB

93.03.002/B 96.04.034; BB

93.03.002/C 96.10.048)

E 5.2

geperforeerde vloer met

0,014

strooiseldroging

(Groen Label BB

94.04.016; BB 94.04.016/A

96.10.047)

E 5.3

etagesysteem met

0,005

volledige roostervloer en

mestbandbeluchting

(Groen Label BB

97.07.057)

E 5.4

chemisch luchtwassysteem

0,005

90% emissiereductie,

grondhuisvesting

(Groen Label BB

00.02.083; BB 00.06.089/C

00.06.092)

E 5.5

grondhuisvesting met

0,045

vloerverwarming en

vloerkoeling

E 5.6

overige

0,08

huisvestingssystemen

E 6

nageschakelde technieken,

additioneel aan de

emissiefactor van E 1.5,

E 1.8, E 2.5, E 2.11, E

2.12 en E 4

E 6.1

mestdroogsystemen met

0,010/0,015

geperforeerde doek

7 Het eerste getal geldt voor de huisvestingssystemen onder E 1.5 en E 1.8; het tweede getal geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12 en E 4. De emissiefactor voor E 6.4 (overige opslag van mest) geldt alleen indien er geen andere nageschakelde technieken (E 6.1, E 6.2 of E 6.3) worden toegepast.

E 6.2

droogtunnel met

0,010/0,015

oppervlaktedroging

(dichte banden)

7 Het eerste getal geldt voor de huisvestingssystemen onder E 1.5 en E 1.8; het tweede getal geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12 en E 4. De emissiefactor voor E 6.4 (overige opslag van mest) geldt alleen indien er geen andere nageschakelde technieken (E 6.1, E 6.2 of E 6.3) worden toegepast.

E 6.3

lucht uit een

0.003/0,005

composteringsunit met

chemische luchtwassing

7 Het eerste getal geldt voor de huisvestingssystemen onder E 1.5 en E 1.8; het tweede getal geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12 en E 4. De emissiefactor voor E 6.4 (overige opslag van mest) geldt alleen indien er geen andere nageschakelde technieken (E 6.1, E 6.2 of E 6.3) worden toegepast.

E 6.4

overige opslag van mest

0,030/0,050

7 Het eerste getal geldt voor de huisvestingssystemen onder E 1.5 en E 1.8; het tweede getal geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12 en E 4. De emissiefactor voor E 6.4 (overige opslag van mest) geldt alleen indien er geen andere nageschakelde technieken (E 6.1, E 6.2 of E 6.3) worden toegepast.

HOOFDCATEGORIE F: KALKOENE

N

F 1

diercategorie ouderdieren

0,15

van vleeskalkoenen in

opfok; tot 6 weken

F 2

diercategorie ouderdieren

0,47

van vleeskalkoenen in

opfok; van 6 tot 30 weken

F 3

diercategorie ouderdieren

0,59

van vleeskalkoenen van 30

weken en ouder

F 4

diercategorie

vleeskalkoenen

F 4.1

gedeeltelijk verhoogde

0,36

strooiselvloer

9 Het aantal dierplaatsen dient te worden vastgesteld door het aantal dieren in de 10e week na opzetten te tellen.

F 4.2

chemisch luchtwassysteem

0,07

90% emissiereductie

F 4.3

overige

0,68

huisvestingssystemen

9 Het aantal dierplaatsen dient te worden vastgesteld door het aantal dieren in de 10e week na opzetten te tellen.

HOOFDCATEGORIE G: EENDEN

G 1

diercategorie ouderdieren

0,32

van vleeseenden tot 24

maanden

G 2

diercategorie vleeseenden

G 2.1

binnen mesten

0,21

G 2.2

buiten mesten (per

0,019

afgeleverde eend)

HOOFDCATEGORIE H: PELSDIER

EN

H 1

diercategorie nertsen,

per fokteef 2De emissiefactor geldt inclusief opfok, jongvee onderscheidenlijk jongen, en reuen, waardoor zij niet apart meetellen voor de berekening van de ammoniakemissie.

H 1.1

open mestopslag onder de

0,58

kooi

H 1.2

dagontmesting met afvoer

0,25

naar een gesloten opslag

(Groen Label BB

94.02.013)

H 2

diercategorie

1,35

zilvervossen, per fokmoer

2 De emissiefactor geldt inclusief opfok, jongvee onderscheidenlijk jongen, en reuen, waardoor zij niet apart meetellen voor de berekening van de ammoniakemissie.

H 3

diercategorie

2,7

blauwvossen, per fokmoer

2 De emissiefactor geldt inclusief opfok, jongvee onderscheidenlijk jongen, en reuen, waardoor zij niet apart meetellen voor de berekening van de ammoniakemissie.

HOOFDCATEGORIE I: KONIJNEN

I 1

diercategorie voedster

1,2

inclusief 0,15 ram en

bijbehorende jongentot

speenleeftijd

I 2

diercategorie vlees en

0,2

opfokkonijnen tot

dekleeftijd

HOOFDCATEGORIE J: PARELHOENDERS

J 1

diercategorie

0,05

parelhoenders voor de

vleesproductie

HOOFDCATEGORIE K: PAARDEN

8 Het onderscheid tussen paarden en pony's ligt bij een stokmaat (schofthoogte) van 156,0 cm.

K 1

diercategorie volwassen

5

paarden (3 jaar en ouder)

K 2

diercategorie paarden in

2,1

opfok (jonger dan 3 jaar)

K 3

diercategorie volwassen

3,1

pony's (3 jaar en ouder)

K 4

diercategorie pony's in

1,3

opfok (jonger dan 3 jaar)

HOOFDCATEGORIE L: STRUISVO

GELS

L 1

diercategorie

2,5

struisvogelouderdieren

L 2

diercategorie

0,3

opfokstruisvogels (tot 4

maanden)

L 3

diercategorie

1,8

vleesstruisvogels (4 tot

12 maanden)

Bijlage

2

als bedoeld in artikel 5

Diercategorie

maximale emissiewaarde

in kg NH3 per dierplaats per jaar

melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar weken

9,5 1de maximale emissiewaarde is niet van toepassing toepassing indien de dieren worden gehouden overeenkomstig de biologische productiemethoden, zoals bedoeld in het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode.

biggenopfok (gespeende biggen)

0,202de maximale emissiewaarde is niet van toepassing indien de varkens worden gehouden overeenkomstig de bepalingen van de PVV-regeling scharrelvarkens.3indien biggen worden gehouden in een dierenverblijf gezamenlijk met zeugen en /of guste en dragende zeugen en ter beperking van de ammoniakemissie een biologisch luchtwassysteem wordt toegepast, bedraagt de maximale emissiewaarde 0,23.

kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)

2,9

guste en dragende zeugen

2,6

vleesvarkens, opfokberen van ca. 25 kg

1,2

tot 7 maanden, opfokzeugen van ca. 25

kg tot eerste dekking

opfokhennen en hanen van legrassen;

jonger dan 18

batterijhuisvesting 0,006

legkippen en (groot- )ouderdieren van

legrassen

batterijhuisvesting: 0,013

niet-batterij huisvesting: 0,125

ouderdieren van vleeskuikens

0,250

vleeskuikens

0,045