Artikel
I
Wijzigt de Bestrijdingsmiddelenwet 1962.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt de Bestrijdingsmiddelenwet 1962.
Biociden, die als niet-landbouwbestrijdingsmiddelen of als gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet zijn toegelaten, worden onverminderd het bepaalde in de artikelen 5 en 7 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, geacht te zijn toegelaten.
Niet-landbouwbestrijdingsmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, waarvoor voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet een volledige aanvraag tot toelating is ingediend, worden beoordeeld aan de hand van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 zoals deze luidde voor die inwerkingtreding.
Wijzigt de Wet op de economische delicten.
De tekst van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 wordt door Onze Minister van Justitie in het Staatsblad geplaatst.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze wet in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren aan wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.