Wet van 12 juli 1962, houdende vaststelling van nieuwe regelen met betrekking tot de handel in en het gebruik van bestrijdingsmiddelen

Bestrijdingsmiddelenwet 1962

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regelen vast te stellen met betrekking tot de handel in en het gebruik van bestrijdingsmiddelen, zowel uit een oogpunt van deugdelijkheid voor het doel, waarvoor zij bestemd zijn, als uit een oogpunt van veiligheid en gezondheid van de mens en van dieren, welker instandhouding gewenst is;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

§

1a

College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen

Artikel

1a

Artikel

1b

Artikel

1c

Artikel

1d

Artikel

1e

Artikel

1f

Artikel

1g

Artikel

1h

Artikel

1i

Artikel

1j

Onze betrokken Minister kan het college aanwijzingen van algemene aard geven met betrekking tot de uitoefening van de aan het college opgedragen taken.

Artikel

1k

In de Staatscourant worden bekendgemaakt:

  • a.

    de door het college vastgestelde reglementen;

  • b.

    de door Onze betrokken Minister gegeven aanwijzingen van algemene aard, voor zover zij te beschouwen zijn als algemene regels omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van de aan het college toegekende bevoegdheden.

Artikel

1l

Artikel

1m

§

2

De toelating van bestrijdingsmiddelen

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

3

Artikel

3a

Artikel

4

Artikel

4a

Artikel

4b

Artikel

5

Artikel

5a

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Tegen een op grond van deze wet genomen besluit kan een belanghebbende beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Artikel

9

Artikel

9a

§

3

Ge- en verbodsbepalingen met betrekking tot toegelaten bestrijdingsmiddelen

Artikel

10

Artikel

11

Het is verboden toegelaten bestrijdingsmiddelen af te leveren, en, voor zover ze voor de handel bestemd zijn, voorhanden of in voorraad te hebben, indien de krachtens artikel 5, tweede lid, of krachtens artikel 9, tweede lid, voor het gebruik gegeven voorschriften niet op de daarbij voorgeschreven wijze op, aan of bij de verpakking zijn vermeld, en indien het gehalte aan werkzame stof en de verdere samenstelling kleur, vorm, afwerking, verpakking, aanduidingen of vermeldingen op, aan of bij de verpakking niet voldoen aan de krachtens artikel 3, tweede lid, onderdeel b, gegeven algemene voorschriften, of de krachtens artikel 5, derde lid, of artikel 9, derde lid, gegeven nadere voorschriften.

Artikel

11a

Het aanbevelen of aanprijzen van een niet ingevolge deze wet toegelaten bestrijdingsmiddel of van enig gebruik van een bestrijdingsmiddel in strijd met het bij of krachtens deze wet bepaalde, is verboden.

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

13a

Onze betrokken Minister kan regels stellen omtrent het voeren van een administratie en het verstrekken van gegevens door toelatinghouders en, voor zover zij geen toelatinghouder zijn, door fabrikanten, importeurs, handelaren en gebruikers met betrekking tot de door hen in voorraad gehouden, ontvangen, afgeleverde en gebruikte hoeveelheden van aangewezen bestrijdingsmiddelen of groepen van bestrijdingsmiddelen. De regels hebben geen betrekking op onderwerpen die uit hoofde van het bepaalde in artikel 13, tweede lid, aanhef en onderdeel f, gesteld kunnen worden.

Artikel

13b

Artikel

13c

Artikel

14

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de veiligheid en de gezondheid van de mens en van dieren, welker instandhouding gewenst is, voorschriften worden gegeven betreffende het aanbrengen van waarschuwingstekens in verband met het gebruik van bestrijdingsmiddelen.

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

16a

Artikel

16b

§

4

Monsterneming

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Onze Ministers kunnen bij in de Staatscourant bekend te maken regeling regelen geven betreffende de wijze van monsterneming, het verpakken en het verzegelen der monsters.

§

5

Adviesinstantie

Artikel

20

Vervallen

Artikel

20a

Vervallen

Artikel

20b

Vervallen

Artikel

20c

Vervallen

Artikel

20d

Vervallen

§

6

Plaatselijke voorzieningen

Artikel

21

§

7

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

25c

Artikel

26

Deze wet wordt aangehaald als Bestrijdingsmiddelenwet 1962.

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Vervallen

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Het Loo
JULIANA.
De Minister van Landbouw en Visserij, V. G. M. MARIJNEN.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, G. M. J. VELDKAMP.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.