Besluit van 20 augustus 2002, houdende het Warenwetbesluit Vruchtensappen

Warenwetbesluit Vruchtensappen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 juli 2002, VGB/VL 2300069, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Economische Zaken, en van Justitie;
Gelet op richtlijn nr. 2001/112/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten (PbEG 2002, L 10), alsmede op artikel 8, onder a, b en c, artikel 13, onder a, en artikel 32b, eerste lid, van de Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 25 juli 2002, no. W13.020314/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 augustus 2002 met nummer VGB/VL 2307862, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Economische Zaken, en van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    vruchten: alle soorten vruchten, met uitzondering van tomaten;

  • b.

    vruchtenmoes: de vergistbare maar niet gegiste waar die wordt verkregen door het zeven van de eetbare delen van de hele of geschilde vrucht, zonder verwijdering van het sap;

  • c.

    geconcentreerd vruchtenmoes: de door fysische verwijdering van een deel van het water uit vruchtenmoes verkregen waar;

  • d.

    suikers:

    • de suikers, bedoeld in het Warenwetbesluit Suikers;

    • fructosestroop; of

    • van vruchten afkomstige suikers;

  • e.

    honing: de honing, bedoeld in het Warenwetbesluit Honing;

  • f.

    pulp of cellen:

    • de waar die wordt verkregen uit de eetbare delen van vruchten van dezelfde soort, zonder verwijdering van het sap;

    • voor zover sprake is van citrusvruchten: de sapzakjes die worden verkregen uit het endocarpium;

  • g.

    vruchtensap:

    • de vergistbare maar niet gegiste waar die wordt verkregen uit gezonde en rijpe, verse of door koeling houdbaar gemaakte vruchten van één of meer soorten, en die de kleur, het aroma en de smaak heeft die kenmerkend zijn voor sap van de vruchten waaruit de waar gewonnen is;

    • voor zover sprake is van citrusvruchten: de sapzakjes die worden verkregen uit het endocarpium;

  • h.

    geconcentreerd vruchtensap: de waar die uit vruchtensap wordt verkregen door fysische verwijdering van een deel van het daarin aanwezige water;

  • i.

    vruchtensap uit concentraat: de waar die wordt verkregen door aan geconcentreerd vruchtensap weer toe te voegen:

    • de hoeveelheid water die tijdens het concentreren aan dat sap is onttrokken;

    • de uit het sap verdwenen maar tijdens het productieproces van de desbetreffende vruchtensap, of van het vruchtensap van dezelfde soort, teruggewonnen aroma's; en

    • in voorkomend geval pulp en cellen;

  • j.

    gedehydreerd vruchtensap: de waar die uit vruchtensap van één of meer soorten wordt verkregen door fysische verwijdering van vrijwel al het water;

  • k.

    vruchtennectar: de vergistbare maar niet gegiste waar die wordt verkregen door het toevoegen van waters en suikers of honing aan:

    • de onder g, h, i of j bedoelde waren;

    • vruchtenmoes; of

    • een mengsel van de onder 1° en 2° bedoelde waren.

Artikel

2

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

2

Bereiding, samenstelling en kenmerken

Artikel

3

Bij de bereiding van de krachtens § 3 aangeduide eet- en drinkwaren wordt uitsluitend gebruik gemaakt van één of meer van de volgende grondstoffen, met inachtneming van de daarbij vermelde voorschriften:

  • a.

    vruchten;

  • b.

    vruchtenmoes;

  • c.

    geconcentreerd vruchtenmoes;

  • d.

    suikers, met dien verstande dat:

    • van vruchten afkomstige suikers slechts gebruikt worden voor de bereiding van vruchtennectar;

    • de in artikel 1, onder d, 1° en 2°, bedoelde suikers die worden gebruikt voor de bereiding van vruchtensappen, minder dan 2% water bevatten;

  • e.

    honing;

  • f.

    pulp of cellen.

Artikel

4

Artikel

6

De als vruchtensap aangeduide waar is bereid met inachtneming van de volgende voorschriften:

  • a.

    aroma's, pulp en cellen mogen weer worden toegevoegd aan uitsluitend hetzelfde sap waarvan zij tijdens de bereiding zijn gescheiden;

  • b.

    bij gebruik van citrusvruchten wordt het sap gewonnen uit het endocarpium;

  • c.

    het sap van limoenen (lemmetjes) mag worden gewonnen uit de gehele vrucht, overeenkomstig de goede bereidingspraktijken die het mogelijk maken de aanwezigheid in het sap van bestanddelen van de buitenste delen van de vrucht zoveel mogelijk te beperken;

  • d.

    suikers worden niet toegevoegd indien aan hetzelfde sap tevens wordt toegevoegd:

Artikel

7

De als vruchtensap uit concentraat aangeduide waar voldoet aan de volgende voorschriften:

  • a.

    aroma's, pulp en cellen die bij de bereiding weer worden toegevoegd, mogen uitsluitend afkomstig zijn van:

    • het vruchtensap waarvan zij bij de bereiding zijn afscheiden; of

    • het vruchtensap van vruchten van dezelfde soort;

  • b.

    het water dat bij de bereiding wordt toegevoegd, heeft zodanige chemische, microbiologische en organoleptische kenmerken dat de essentiële eigenschappen van het sap worden gewaarborgd;

  • c.

    de organoleptische en analytische kenmerken zijn ten minste gelijkwaardig zijn aan die van een gemiddeld soort vruchtensap dat uit dezelfde soort is verkregen.

Artikel

8

Bij de bereiding van de als geconcentreerd vruchtensap aangeduide waar, bestemd voor onmiddellijke consumptie door de mens, is ten minste 50% van het water verwijderd dat aanwezig was in het bij de bereiding gebruikte vruchtensap.

Artikel

9

§

3

Aanduiding

Artikel

10

Artikel

11

De aanduiding vruchtensap uit concentraat mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor vruchtensap uit concentraat.

Artikel

12

De aanduiding geconcentreerd vruchtensap mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor geconcentreerd vruchtensap.

Artikel

13

De aanduiding gedehydreerd vruchtensap of vruchtensappoeder mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor gedehydreerd vruchtensap.

Artikel

14

De aanduiding vruchtennectar of vruchtendrank mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor vruchtennectar.

Artikel

15

§

4

Vermeldingen

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

§

5

Slotbepalingen

Artikel

20

Wijzigt het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.

Artikel

21

Artikel

22

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit Vruchtensappen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. J. Bomhoff
De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

Bijlage

1

Deze bijlage behoort bij artikel 5.

De behandelingen en stoffen, en daarbij vermelde voorschriften, bedoeld in artikel 5, zijn de volgende:

  • a.

    mechanische extractieprocédés;

  • b.

    de gebruikelijke fysische procédés, inclusief de procédés voor de extractie van water («in line»-procédé-diffusie) uit de eetbare delen van andere vruchten dan druiven voor de bereiding van geconcentreerd vruchtensap, voor zover het aldus verkregen geconcentreerd vruchtensap voldoet aan artikel 12;

  • c.

    ontzwavelen door middel van fysische procédés, van druivensap indien de druiven zijn gezwaveld door middel van zwaveldioxide, voor zover de totale hoeveelheid SO2 in de voor consumptie gerede waar niet meer bedraagt dan 10 mg/l;

  • d.

    pectolytische, proteolytische en amylolytische enzymen;

  • e.

    voedingsgelatine;

  • f.

    tannine;

  • g.

    bentoniet;

  • h.

    silicagel;

  • i.

    koolstof;

  • j.

    chemisch inert filtermedium en precipitatiestoffen, die voldoen aan de bij of krachtens het Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet) gestelde voorschriften; of

  • k.

    chemisch inerte adsorberende stoffen die:

    • voldoen aan de bij of krachtens het Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet) gestelde voorschriften; en

    • gebruikt worden om het limonoïde- en naringinegehalte van sap van citrusvruchten te verminderen zonder dat het gehalte aan limonoïde glucosiden, zuren, suikers (met inbegrip van de oligosacchariden) of mineralen wordt aangetast.

Bijlage

2

Deze bijlage behoort bij artikel 9.

Bijzondere bepalingen inzake vruchtennectars

I.

Vruchten met zuur sap dat in onbewerkte toestand niet geschikt is voor consumptie door de mens

passievruchten

25

gele terongs (Solynum quitoense)

25

zwarte bessen

25

witte bessen

25

rode bessen

25

kruisbessen

30

duindoornbessen

25

sleepruimen

30

pruimen

30

kwetsen

30

lijsterbessen

30

rozenbottels

40

zure kersen (morellen)

35

andere kersen

40

bosbessen

40

vlierbessen

50

frambozen

40

abrikozen

40

aardbeien

40

braambessen

40

rode bosbessen

30

kweeperen

50

citroenen en limoenen (lemmetjes)

25

andere vruchten van deze categorie

25

II

Zuurarme vruchten, vruchten die veel pulp opleveren of zeer aromatische vruchten, met sap dat in onbewerkte toestand niet geschikt is voor consumptie door de mens

mango's

25

bananen

25

guaves

25

papaja's

25

litchi's

25

azarolmispels

25

zuurzakken

25

boeah nona's

25

cherimoya's

25

granaatappelen

25

acajounoten of cashewnoten

25

rode mombinpruimen

25

imbu-mombinpruimen

25

andere vruchten van deze categorie

25

III

Vruchten met sap dat in onbewerkte toestand geschikt is voor consumptie door de mens

appelen

50

peren

50

perziken

50

citrusvruchten, met uitzondering van citroenen en limoenen (lemmetjes)

50

ananassen

50

andere vruchten van deze categorie

50