Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op richtlijn nr. 2001/114/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk (PbEG 2002, L 15), alsmede op artikel 4, tweede lid, onder a, van het Warenwetbesluit Zuivel;

Besluit:

§

1

algemene bepalingen

Artikel

1

§

2

bereiding

Artikel

2

Bij de bereiding van een in artikel 12, artikel 13 of artikel 14 bedoelde waar mag gebruik worden gemaakt van een extra hoeveelheid lactose van ten hoogste 0,03 gewichtsprocent, berekend in het eindproduct.

Artikel

3

Onverminderd de bij of krachtens het Warenwetbesluit Zuivel gestelde voorschriften wordt de verduurzaming van in §3 bedoelde waren bereikt door:

  • a

    dehydratie, wat betreft de in artikel 4 tot en met artikel 7 bedoelde waren;

  • b

    warmtebehandeling, wat betreft de in artikel 8 tot en met artikel 11 bedoelde waren;

  • c

    toevoeging van sacharose, wat betreft de in artikel 12 tot en met artikel 14 bedoelde waren.

§

3

aanduiding

Artikel

4

De aanduiding:

  • a

    melkpoeder met hoog vetgehalte;

  • b

    vette melkpoeder; of

  • c

    roompoeder;

mag uitsluitend en wordt gebezigd voor geheel gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 42 gewichtsprocent.

Artikel

5

De aanduiding volle melkpoeder mag uitsluitend en wordt gebezigd voor geheel gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 26 en minder dan 42 gewichtsprocent.

Artikel

6

Artikel

7

De aanduiding magere melkpoeder mag uitsluitend en wordt gebezigd voor geheel gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten hoogste 1,5 gewichtsprocent.

Artikel

8

De aanduiding geëvaporeerde melk met hoog vetgehalte mag uitsluitend en wordt gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk met:

  • a

    een vetgehalte van ten minste 15 gewichtsprocent; en

  • b

    een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 26,5 gewichtsprocent.

Artikel

9

De aanduiding geëvaporeerde volle melk of koffiemelk mag uitsluitend en wordt gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk met:

  • a

    een vetgehalte van ten minste 7,5 en minder dan 15 gewichtsprocent; en

  • b

    een totaal gehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 25 gewichtsprocent.

Artikel

10

  • a

    een vetgehalte tussen 4 en 4,5 gewichtsprocent; en

  • b

    een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 24 gewichtprocent.

Artikel

11

De aanduiding geëvaporeerde magere melk mag uitsluitend en wordt gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk met:

  • a

    een vetgehalte van minder dan 1 gewichtsprocent; en

  • b

    een totaal gehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 20 gewichtsprocent.

Artikel

12

De aanduiding gecondenseerde volle melk met suiker mag uitsluitend en wordt gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk met:

  • a

    toegevoegde sacharose;

  • b

    een vetgehalte van ten minste 8 gewichtsprocent; en

  • c

    een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 28 gewichtsprocent.

Artikel

13

  • a

    toegevoegde sacharose;

  • b

    een vetgehalte tussen 4 en 4,5 gewichtsprocent; en

  • c

    een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 28 gewichtsprocent.

Artikel

14

De aanduiding gecondenseerde magere melk met suiker mag uitsluitend en wordt gebezigd voor gedeeltelijk gedehydrateerde melk met:

  • a

    toegevoegde sacharose;

  • b

    een vetgehalte van minder dan 1 gewichtsprocent; en

  • c

    een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 24 gewichtsprocent.

§

4

vermeldingen

Artikel

15

Artikel

16

Bij de waren, bedoeld in artikel 4 tot en met artikel 7, worden gebezigd:

  • a

    een vermelding inzake de aanbevolen wijze van verdunning of reconstitutie, met inbegrip van de vermelding van het vetgehalte van de waar na verdunning of reconstitutie; en

  • b

    de vermelding "niet bestemd voor zuigelingen van minder dan twaalf maanden".

§

5

slotbepalingen

Artikel

18

Artikel

19

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en SportC.Ross-van Dorp