Artikel
1:1
Deze verordening verstaat onder:
-
1.
productschap:
Productschap Diervoeder;
-
2.
voorzitter:
voorzitter van het productschap
-
3.
secretaris:
secretaris van het productschap
-
4.
ondernemer:
degene die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld;
-
5.
producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren:
voedermiddelen, voormengsels, toevoegingsmiddelen, diervoeders en alle andere producten die bedoeld zijn om te worden gebruikt of gebruikt worden voor het voederen van dieren;
-
6.
in het verkeer brengen (“verkeer”):
het in het bezit hebben van producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren, met het oog op de verkoop, met inbegrip van het aanbieden, of enige andere vorm van al dan niet gratis overdracht ervan aan derden, alsmede de verkoop en de andere vormen van overdracht zelf;
-
7.
persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen van toevoegingsmiddelen:
-
de natuurlijke of rechtspersoon die de verantwoordelijkheid draagt voor de conformiteit van het toevoegingsmiddel waarvoor een communautaire vergunning is afgegeven, en het in het verkeer brengen daarvan;
-
8.
invoer:
het via Nederland binnenbrengen van producten uit derde landen op het douanegebied van de Gemeenschap;
-
9.
uitvoer:
het brengen van producten buiten het douanegebied van de Gemeenschap via Nederland;
-
10.
diervoeders:
producten van plantaardige of dierlijke oorsprong in natuurlijke staat, vers of verduurzaamd en de afgeleide producten van hun industriële verwerking, alsmede organische en anorganische stoffen, al dan niet in de vorm van een mengsel, met of zonder toevoegingsmiddelen en bestemd voor dierlijke voeding langs orale weg;
-
11.
voedermiddelen:
producten van plantaardige of dierlijke oorsprong in natuurlijke staat, vers of verduurzaamd, de afgeleide producten van de industriële verwerking ervan, alsmede organische of anorganische stoffen, met of zonder toevoegingsmiddelen, bestemd om te worden gebruikt voor vervoedering, hetzij als zodanig, hetzij na bewerking, voor de bereiding van mengvoeders of als dragers bij voormengsels;
-
12.
bijzondere stikstofhoudende producten:
producten die volgens bepaalde technische procédés worden vervaardigd met het oog op hun directe of indirecte eiwitvoorziening in de diervoeding behorende tot de groepen:
-
eiwitten, verkregen uit micro-organismen
-
eiwitvrije stikstofverbindingen
-
aminozuren en zouten daarvan
-
hydroxyanalogen van aminozuren;
voor zover niet vallend onder Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders.
-
-
13.
toevoegingsmiddelen:
stoffen of preparaten die in diervoeding worden gebruikt teneinde:
-
de eigenschappen van de diervoeders voor dieren of van de dierlijke producten gunstig te beïnvloeden, of
-
te voldoen aan de voedingsbehoeften van de dieren, of de dierlijke productie te verbeteren, door in te werken op de maag- en darmflora of op de verteerbaarheid van de diervoeders, of
-
aan de voeding elementen toe te voegen die het makkelijker maken om bijzondere voedingsdoelen te bereiken of tegemoet te komen aan specifieke tijdelijke behoeften inzake voeding bij de dieren, of
-
door dierlijke uitwerpselen veroorzaakte hinder te voorkomen of te beperken, of de leefomgeving van de dieren te verbeteren;
-
-
14.
groepen toevoegingsmiddelen: de groepen toevoegingsmiddelen op de lijst van de Europese Commissie in het kader van Richtlijn 70/524/EEG, zijnde:
-
A.
Antibiotica
-
B.
Oxydatie tegengaande stoffen
-
C.
Oxydatie tegengaande stoffen
-
D.
Aromatische en eetlust opwekkende stoffen
-
E.
Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen
-
F.
Emulgatoren, stabilisatoren, verdikkingsmiddelen
-
G.
Kleurstoffen met inbegrip van pigmenten
-
H.
Conserveermiddelen
-
I.
Vitaminen, provitaminen en stoffen met een gelijkwaardige werking
-
J.
Spoorelementen
-
K.
Groeibevorderende stoffen
-
L.
Bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen
-
M.
Zuurteregelaars
-
N.
Enzymen
-
O.
Micro-organismen (voorzover kolonievormend)
-
P.
Stoffen die complexen vormen met radio-nucliden
-
A.
-
15.
voormengsels:
mengsels van toevoegingsmiddelen onderling of mengsels van een of meer toevoegingsmiddelen met stoffen die dragers vormen, die als zodanig bestemd zijn voor de rechtstreekse verwerking in die moeders, alsmede halffabrikaten als bedoeld in het Besluit uitzonderingen registratieregime diergeneesmiddelen;
-
16.
mengvoeders:
mengsels van voedermiddelen, met of zonder toevoegingsmiddelen, bestemd voor vervoedering in de vorm van volledige diervoeders of aanvullende diervoeders;
-
17.
volledige diervoeders:
mengsels van diervoeders die door hun samenstelling op zichzelf een totaal dagrantsoen vormen;
-
18.
aanvullende diervoeders:
mengvoeders die een hoog gehalte aan bepaalde stoffen bevatten en door hun samenstelling slechts samen met andere diervoeders een totaal dagrantsoen vormen;
-
19.
mineraalmengsels:
aanvullende diervoeders die hoofdzakelijk bestaan uit mineralen en die, herleid tot 12% vocht, tenminste 40% as bevatten;
-
20.
kunstmelkvoeders:
aanvullende of volledige diervoeders die in droge staat of na oplossing in een bepaalde hoeveelheid vloeistof kunnen dienen voor de voeding van jonge dieren in aanvulling op of in plaats van de postcolostrale melk of voor de voeding van vleeskalveren;
-
21.
melassevoeders:
aanvullende diervoeders die zijn bereid uit melasse en die, herleid tot 12% vocht, tenminste 14% totaal suiker, uitgedrukt in saccharose, bevatten;
-
22.
dieetvoeders:
aanvullende of volledige diervoeders die zich op grond van hun bijzondere samenstelling of het bijzondere bij hun vervaardiging toegepaste procédé, duidelijk onderscheiden van zowel gewone diervoeders als van gemedicineerde voeders en die geschikt zijn voor een bijzonder voedingsdoel en als zodanig in het verkeer worden gebracht;
-
23.
bijzonder voedingsdoel:
het voldoen aan specifieke voedingsbehoeften van bepaalde categorieën dieren waarvan het spijsvertering- of het absorptiemechanisme dan wel het metabolisme verstoord dreigt te worden dan wel tijdelijk of onherstelbaar verstoord is, welke dieren bijgevolg baat kunnen hebben bij de opneming van aan hun toestand aangepast voeder;
-
24.
ongewenste stoffen:
alle stoffen en producten, met uitzondering van ziekteverwekkers, die aanwezig zijn in of op het product dat is bedoeld voor het voederen van dieren en die een potentieel gevaar opleveren voor de gezondheid van mens en dier of voor het milieu of die de dierlijke productie ongunstig kunnen beïnvloeden;
-
25.
dieren:
dieren behorend tot de soorten die gewoonlijk door de mens worden gevoederd en gehouden of gegeten, alsmede in de vrije natuur levende dieren voorzover hun voeding deels uit diervoeders bestaat;
-
26.
gezelschapsdieren:
dieren behorend tot de soorten die normaal door de mens worden gehouden en gevoederd, maar niet gegeten, met uitzondering van dieren die dienen voor de productie van pelzen;
-
27.
dagrantsoen:
de totale hoeveelheid diervoeder, omgerekend naar een vochtgehalte van 12%, welke een dier van een bepaalde soort, leeftijdsklasse en prestatievermogen gemiddeld dagelijks nodig heeft om volledig in zijn voederbehoefte te voorzien;
-
28.
Lidstaat:
land, dat lid is van de Europese Unie;
-
29.
derde land:
land, dat geen Lidstaat is.
-
30.
EER:
Europese Economische Ruimte, bestaande uit de Lidstaten, Lichtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland.