De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op beschikking 1999/354/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 mei 1999 inzake de subsidiabiliteit van de uitgaven die door sommige lidstaten in 1999 zijn voorgenomen voor de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen (PbEG L 137);
Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
b.
LASER: Dienst Landelijke Service bij Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
c.
verordening nr. 2847/93:verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1993 ter invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PbEG L 261);
d.
vissersvaartuig: in het visserijregister, bedoeld in artikel 4, van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, geregistreerd vissersvaartuig met een lengte over alles van 21 tot en met 24 meter, met uitzondering van de vissersvaartuigen die uitsluitend worden gebruikt voor:
de visserij op oesters, mosselen of kokkels, of
de visserij, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel d, van de Visserijwet 1963;
e.
ondernemer: degene te wiens naam het vissersvaartuig in het visserijregister, bedoeld in artikel 4, van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, is geregistreerd;
f.
satellietvolgapparatuur: apparatuur als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van verordening nr. 2847/93.
Artikel
2
De minister kan op aanvraag aan een ondernemer subsidie verstrekken voor:
a.
de aanschaf van satellietvolgapparatuur, die na 1 januari 2003 heeft plaatsgevonden ten behoeve van installatie van deze apparatuur op een vissersvaartuig, of
b.
de aanpassing die na 1 januari 2003 is verricht ten behoeve van satellietvolgapparatuur, die in de periode tussen 1 januari 2000 en 1 januari 2003 ten behoeve van een vissersvaartuig is aangeschaft.
Artikel
3
Geen subsidie wordt verstrekt indien:
a.
de aanvraag daartoe niet tussen 1 augustus en 15 september 2003 is ingediend, en
voor uitgaven tot € 2450,-, 100% van de werkelijk gedane uitgaven;
b.
voor uitgaven boven € 2450,-, 50% van de werkelijk gedane uitgaven, en ten hoogste € 3225,-.
2
Voor subsidie worden de uitgaven in aanmerking genomen exclusief de ingevolge de Wet op de omzetbelasting 1968 verschuldigde omzetbelasting, tenzij op het tijdstip van indiening wordt aangetoond dat deze niet in aftrek kan worden gebracht.
Artikel
5
1
De aanvraag voor subsidie wordt ingediend bij LASER op een daartoe vastgesteld en bij LASER verkrijgbaar formulier.
2
De aanvraag gaat vergezeld van de nota's van de aanschaf of de aanpassing van de satellietvolgapparatuur, waarop de gemaakte kosten zijn gespecificeerd, en de betalingsbewijzen daarvan.
Het subsidieplafond van deze regeling bedraagt€ 350.000,-.
2
De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van de ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld met betrekking tot de verdeling geldt als datum van ontvangst.
3
Indien door toewijzing van de aanvragen met dezelfde datum van ontvangst het subsidieplafond zou worden overschreden, geschiedt toewijzing aan de hand van het rangschikken van de aanvragen, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor toewijzing in aanmerking komt. De rangschikking vindt plaats volgens loting, die geschiedt door een door de minister aan te wijzen notaris.
4
Voor de toepassing van het derde lid komen uitsluitend aanvragen in aanmerking ten aanzien waarvan als datum van ontvangst geldt de dag waarop het subsidieplafond zou worden overschreden.