Wet van 22 oktober 2003, houdende bepalingen aangaande onder meer de bereiding en het in het verkeer brengen van diervoeders (Kaderwet diervoeders)

Kaderwet diervoeders

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in verband met de gezondheid van mens en dier alsmede het milieu en met het oog op de afzet en de eerlijkheid in de handel regelen te stellen aangaande diervoeders, toevoegingsmiddelen en de voor diervoeders te gebruiken grondstoffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Hoofdstuk

II

Hoedanigheid diervoeders

Artikel

2

Artikel

3

Het is verboden de door Onze Minister aangewezen voedermiddelen te vervoederen, in mengvoeders te be- of verwerken of als diervoeder in het verkeer te brengen.

Artikel

4

Hoofdstuk

III

Toevoegingsmiddelen en voederproteïnen

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot:

  • a.

    de menging van toevoegingsmiddelen en vervangende voederproteïnen, zowel onderling als met andere stoffen;

  • b.

    de bereiding, be- of verwerking, het verpakken, bewaren, vervoeren of in het verkeer brengen van toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen en voormengsels;

  • c.

    het gehalte aan toevoegingsmiddelen of vervangende voederproteïnen in aanvullende diervoeders en het in het verkeer brengen van die diervoeders;

  • d.

    de verwerking van toevoegingsmiddelen en vervangende voederproteïnen in diervoeders;

  • e.

    de verpakking van toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen en voormengsels;

  • f.

    de aanduidingen op of bij verpakkingen van toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, en van voormengsels en diervoeders met die toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen of voormengsels;

  • g.

    de aflevering van toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, en van voormengsels en diervoeders met die toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen of voormengsels;

  • h.

    de vervoedering van toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, en van voormengsels en diervoeders met die toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen of voormengsels.

Artikel

9

Onze Minister kan het voorhanden of in voorraad hebben, het in het verkeer brengen, het vervoeren of het vervoederen van toegelaten toevoegingsmiddelen en van vervangende voederproteïnen, alsmede van voormengsels en diervoeders met die toevoegingsmiddelen of vervangende voederproteïnen verbieden, dan wel de bij een toelating gegeven voorschriften wijzigen, indien hij van mening is dat het toevoegingsmiddel of vervangend voederproteïne een gevaar voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu oplevert.

Hoofdstuk

IV

Erkenning en registratie van bedrijven en tussenpersonen

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Bij ministeriële regeling worden regelen gesteld omtrent het indienen van een aanvraag tot erkenning of registratie dan wel tot verlenging of wijziging daarvan alsmede omtrent de wijze van behandeling. Daarbij kan onder meer worden bepaald:

  • a.

    dat alvorens een erkenning of registratie wordt verleend, onderscheidenlijk plaatsvindt, dan wel wordt verlengd of gewijzigd een onderzoek ter plaatse noodzakelijk is;

  • b.

    welke gegevens en bescheiden worden overgelegd alvorens een aanvraag in behandeling wordt genomen;

  • c.

    binnen welke termijn na wijziging van de in onderdeel b bedoelde gegevens wijziging van de erkenning of registratie wordt aangevraagd, alsmede

  • d.

    in welke gevallen voorafgaand aan de tenuitvoerlegging van de verlenging of wijziging een aanvraag daartoe wordt ingediend.

Artikel

13

Artikel

14

Een erkenning of registratie als bedoeld in artikel 10 kan worden geschorst, ingetrokken of onderscheidenlijk doorgehaald, indien:

  • a.

    de handelingen waarvoor de erkenning is verleend of registratie heeft plaatsgevonden, niet meer worden verricht, of

  • b.

    niet meer aan de in artikel 11 bedoelde eisen wordt voldaan, nadat de houder van de erkenning of de registratie een redelijke termijn tot aanpassing is gegeven indien de belangen van de gezondheid van mens of dier of van het milieu zich niet tegen die termijn verzetten.

Artikel

15

Hoofdstuk

V

Brengen in en buiten nederland

Artikel

16

Hoofdstuk

VI

Toezicht en controles

Artikel

17

Artikel

18

De in artikel 17, eerste lid, bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner.

Artikel

20

Artikel

21

Hoofdstuk

VII

Monsters en analysemethoden

Artikel

22

Artikel

23

Onze Minister kan instellingen aanwijzen voor het onderzoek van de door met toezicht en controles belaste ambtenaren of personen genomen monsters of van de in artikel 22 bedoelde monsters.

Artikel

24

Analyses geschieden overeenkomstig de bij communautaire maatregel vastgestelde methoden, of, voorzover deze methoden niet zijn vastgesteld, overeenkomstig door Onze Minister vastgestelde of goedgekeurde methoden.

Hoofdstuk

VIII

Retributies

Artikel

25

Hoofdstuk

IX

Maatregelen

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

Een ieder wie zulks aangaat handelt overeenkomstig dan wel verleent zijn medewerking aan de uitvoering van een krachtens deze wet gegeven bevel of genomen maatregel.

Artikel

30

Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde verplichtingen, indien dit in verband met risico's voor de gezondheid van dier of mens noodzakelijk is.

Hoofdstuk

X

Overige bepalingen

Artikel

31

Onverminderd het bij of krachtens deze wet bepaalde is het verboden toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders te bereiden waarvan de verwerking tot gevolg heeft dat deze de gezondheid van mens of dier of het milieu in gevaar kunnen brengen.

Artikel

32

Artikel

33

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor bij die maatregel aangewezen categorieën van houders van dieren van bij die maatregel aangewezen soorten of categorieën van dieren regelen worden gesteld omtrent:

  • a.

    de herkomst en de bereiding van diervoeders;

  • b.

    de opslag, bewaring en verdere behandeling van toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders;

  • c.

    de bij bereiding te gebruiken hulpmiddelen of apparaten;

  • d.

    het houden van aantekeningen omtrent ontvangen, bereide, bij de bereiding gebruikte of vervoederde toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels of diervoeders, of

  • e.

    de vervoedering aan dieren.

Artikel

34

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

37

Artikel

38

Artikel 39

Vervallen

Artikel

40

Artikel

41

Tegen een op grond van deze wet genomen besluit kan een belanghebbende beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Artikel

42

Wijzigt deze wet.

Artikel

43

Wijzigt deze wet.

Hoofdstuk

XI

Wijziging andere wetten

Artikel

44

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

45

Wijzigt de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

Artikel

46

Wijzigt de Veewet.

Artikel

47

Wijzigt de Diergeneesmiddelenwet.

Artikel

48

Wijzigt de Meststoffenwet.

Hoofdstuk

XII

Overgangsbepalingen

Artikel

49

Hoofdstuk

XIII

Slotbepalingen

Artikel

50

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

51

Deze wet wordt aangehaald als: Kaderwet diervoeders.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,C. P. Veerman
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie,J. P. H. Donner