Besluit van 20 november 2003, houdende regels voor honing (Warenwetbesluit honing)

Warenwetbesluit honing

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 september 2003, VGB/VL 2405520, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;
Gelet op richtlijn nr. 2001/110/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2001 inzake honing (PbEG 2002, L 10), alsmede op artikel 8, onder a, en c, artikel 12, artikel 13, onder a, en artikel 32b, eerste lid, van de Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 20 oktober 2003, nummer W13.03.0376/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 november 2003, VGB/VL 2428050, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder honing: de natuurlijke zoete stof, bereid uit bloemennectar of uit afscheidingsproducten van levende plantendelen of uitscheidingsproducten van plantensapzuigende insecten op de levende plantendelen, welke grondstoffen door de bijensoort Apis mellifera worden vergaard, verwerkt door vermenging met eigen specifieke stoffen, gedehydreerd, en in de honingraten opgeslagen en achtergelaten om te rijpen.

Artikel

2

§

2

Kenmerken en samenstelling

Artikel

3

Artikel

4

De krachtens § 3 als honing, bloemenhoning, nectarhoning, honingdauwhoning, raathoning, brokhoning, raatbrokken in honing, lekhoning, slingerhoning, pershoning, gefilterde honing of bakkershoning aangeduide waar:

  • a.

    bestaat hoofdzakelijk uit diverse suikers, met name fructose en glucose, en andere stoffen zoals organische zuren, enzymen en vaste deeltjes ten gevolge van het vergaren van de waar;

  • b.

    is vloeibaar, dikvloeibaar, of – gedeeltelijk of geheel – gekristalliseerd;

  • c.

    heeft een smaak en een aroma die zijn afgeleid van de plant van oorsprong; en

  • d.

    heeft een kleur die varieert van bijna kleurloos tot donkerbruin.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Aan de krachtens § 3 als honing, bloemenhoning, nectarhoning honingdauwhoning, raathoning, brokhoning, raatbrokken in honing, lekhoning, slingerhoning, pershoning, gefilterde of bakkershoning aangeduide waar worden niet toegevoegd:

  • a.

    levensmiddeleningrediënten;

  • b.

    levensmiddelenadditieven; en

  • c.

    andere stoffen dan honing.

§

3

Etikettering

Artikel

8

  • a.

    De aanduiding honing wordt gebezigd voor honing.

  • b.

    De aanduiding raathoning wordt gebezigd voor honing die door bijen is opgeslagen in de gesloten cellen van kort tevoren door henzelf gemaakte raten of fijne platen was, uitsluitende bestaande uit bijenwas, zonder broed, die in hele raten of delen daarvan wordt verkocht.

  • c.

    De aanduiding brokhoning of raatbrokken in honing wordt gebezigd voor honing die één of meer brokken raathoning bevat.

  • d.

    De aanduiding lekhoning wordt gebezigd voor honing die is verkregen door het laten uitlekken van geopende raten zonder broed.

  • e.

    De aanduiding slingerhoning wordt gebezigd voor honing die is verkregen door het slingeren van geopende raten zonder broed.

  • f.

    De aanduiding gefilterde honing wordt gebezigd voor honing die is verkregen door zodanige verwijdering van vreemde anorganische of organische stoffen dat een aanzienlijk deel van de pollen is verwijderd.

Artikel

9

Artikel

10

De aanduiding bloemenhoning of nectarhoning wordt gebezigd voor honing die uit plantennectar is verkregen, met:

  • a.

    in totaal een gehalte aan fructose en glucose van ten minste 60 g/100 g;

  • b.

    een gehalte aan sacharose van:

    • ten hoogste 10 g/100 g in het geval van witte acacia (Robinia pseudoacacia), alfalfa (Medicago sativa), menzies banksia (Banksia menziesii), rode hanenkop (Hedysarum), rode eucalyptus (Eucalyptus camadulensis), Eucryphia lucida, Eurcryphia milliganii, Citrus spp.;

    • ten hoogste 15 g/100 g in het geval van lavendel (Lavendula spp.), bernagie (Borago officinalis);

    • ten hoogste 5 g/100 g in het geval van de overige soorten bloemenhoning of nectarhoning;

  • c.

    een gehalte aan vocht van:

    • ten hoogste 23% in het geval van struikheidehoning;

    • ten hoogste 20% in het geval van de overige soorten bloemenhoning of nectarhoning;

  • d.

    een gehalte aan niet in water oplosbare stoffen van ten hoogste 0,1 g/100 g; en

  • e.

    een gehalte aan vrije zuren van ten hoogste 50 milli-equivalenten zuur per 1000 gram.

Artikel

11

De aanduiding honingdauwhoning wordt gebezigd voor honing, al dan niet met nectarhoning vermengd, die voornamelijk is verkregen uit uitscheidingsproducten van plantensapzuigende insecten (Hemiptera) op de levende plantendelen of uit afscheidingsproducten van levende plantendelen, met een gehalte aan:

  • a.

    fructose en glucose van ten minste 45 g/100 g;

  • b.

    sacharose van ten hoogste 5 g/100 g;

  • c.

    vocht van ten hoogste 20%;

  • d.

    niet in water oplosbare stoffen van ten hoogste 0,1 g/100 g; en

  • e.

    vrije zuren van ten hoogste 50 milli-equivalenten zuur per 1000 gram.

Artikel

12

De aanduiding pershoning wordt gebezigd voor honing, verkregen door het samenpersen van raten zonder broed en zonder verwarming of bij matige verwarming van maximaal 45°C, met een gehalte aan:

  • a.

    sacharose van ten hoogste 5 g/100 g;

  • b.

    vocht van ten hoogste 20%;

  • c.

    aan niet in water oplosbare stoffen van ten hoogste 0,5 g/100 g; en

  • d.

    aan vrije zuren van ten hoogste 50 milli-equivalenten zuur per 1000 gram.

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

§

4

Slotbepalingen

Artikel

16

Artikel

17

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

18

Waren die voor 1 augustus 2004 rechtmatig zijn geëtiketteerd overeenkomstig het Honingbesluit (Warenwet) mogen verhandeld worden totdat de voorraden daarvan zijn opgebruikt.

Artikel

20

Eet- en drinkwaren die voor 1 augustus 2004 zijn geëtiketteerd en voldoen aan het Honingbesluit (Warenwet) mogen nog verhandeld worden totdat de voorraden daarvan zijn uitverkocht.

Artikel

21

Artikel

22

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit honing.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport , J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner