Besluit van 19 maart 2004, houdende regels met betrekking tot het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen (Besluit inzamelen afvalstoffen)

Besluit inzamelen afvalstoffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 31 oktober 2003, nr. MJZ2003108190, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op richtlijn nr. 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (PbEG L 194), zoals laatstelijk gewijzigd bij beschikking nr. 96/350/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 mei 1996 houdende aanpassing ingevolge artikel 17 van de bijlagen II A en II B (PbEG L 135/32) en richtlijn nr. 75/439/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1975 inzake de verwijdering van afgewerkte olie (PbEG L 194), zoals gewijzigd door richtlijn nr. 87/101/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 december 1986 tot wijziging van Richtlijn 75/439/EEG inzake de verwijdering van afgewerkte olie (PbEG L 42), alsmede de artikelen 10.45, tweede lid, 10.46 en 10.48, eerste lid, in samenhang met artikel 8.5, van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 23 januari 2004, no. W.08.03.0461/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 maart 2004, nr. MJZ2004026130, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

§

2

Vermelding op de lijst van inzamelaars

Artikel

2

Een aanvraag voor vermelding op de lijst van inzamelaars wordt gedaan bij de instantie.

Artikel

3

Bij regeling van Onze Minister wordt bepaald op welke wijze de aanvraag geschiedt en welke gegevens daarbij worden verstrekt.

Artikel

4

Een inzamelaar die staat vermeld op de lijst van inzamelaars, meldt een verandering van de gegevens, bedoeld in artikel 3, onverwijld aan de instantie op een door Onze Minister te bepalen wijze.

Artikel

5

De instantie legt de gegevens, bedoeld in de artikelen 3 of 4, gedurende vier weken voor een ieder ter inzage.

Artikel

6

De inzamelaar heeft tijdens het inzamelen een gewaarmerkte kopie aanwezig van het certificaat waaruit blijkt dat hij op de lijst van inzamelaars staat vermeld.

Artikel

7

Een beschikking tot vermelding op de lijst van inzamelaars wordt voor vijf jaar afgegeven.

Artikel

8

Het verbod, bedoeld in artikel 10.45, eerste lid, van de Wet milieubeheer, om zonder vermelding op een lijst van inzamelaars bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen in te zamelen, geldt niet voor het niet-beroepsmatig inzamelen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen.

§

3

Inzamelvergunning

Artikel

9

Een vergunning van Onze Minister is vereist voor het inzamelen van:

  • a.

    afgewerkte olie die behoort tot categorie I of II als bedoeld in de bijlage bij dit besluit, met uitzondering van afgewerkte olie afkomstig van schepen,

  • b.

    klein gevaarlijk afval, met uitzondering van klein gevaarlijk afval afkomstig van schepen, of

  • c.

    scheepsafvalstoffen.

Artikel

10

Artikel

11

§

4

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Vergunningen voor het inzamelen van afgewerkte olie, klein gevaarlijk afval of scheepsafvalstoffen, die zijn verleend voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, worden aangemerkt als vergunningen verleend op grond van dit besluit.

Artikel

16

Wijzigt dit besluit.

Artikel

18

Wijzigt het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer.

Artikel

19

Wijzigt het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer.

Artikel

20

Wijzigt het Besluit opslaan in ondergrondse tanks 1998.

Artikel

21

Wijzigt het Besluit tuinbouwbedrijven met bedekte teelt milieubeheer.

Artikel

22

Wijzigt het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer.

Artikel

23

Wijzigt het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.

Artikel

24

Wijzigt het Lozingenbesluit Wvo bodemsanering en proefbronnering.

Artikel

25

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

26

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit inzamelen afvalstoffen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer , P. L. B. A. van Geel
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner

Bijlage

behorende bij de artikelen 1 en 9 van het Besluit inzamelen afvalstoffen

Categorieën van afgewerkte olie

I. Afgewerkte olie behoort tot categorie I, indien:

  • 1º.

    de olie een minerale basis heeft,

  • 2º.

    het gehalte aan polychloorbifenylen kleiner is dan of gelijk is aan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180,

  • 3º.

    het gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor kleiner is dan of gelijk is aan 1000 mg/kg,

  • 4º.

    het vlampunt groter is dan of gelijk is aan 55 °C, en

  • 5º.

    de olie na het gebruik waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd, niet vermengd is met andere stoffen dan uitsluitend – al dan niet met water of sediment verontreinigde – lichte of zware stookolie, gasolie of dieselolie.

II. Afgewerkte olie behoort tot categorie II, indien:

  • 1º.

    het gehalte aan polychloorbifenylen kleiner is dan of gelijk is aan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180,

  • 2º.

    het gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor, kleiner is dan of gelijk is aan 1000 mg/kg,

  • 3º.

    het vlampunt groter is dan of gelijk is aan 55 °C, en

  • 4º.

    de olie na bewerking als brandstof dan wel als component ter vervaardiging van een brandstof kan worden aangewend.