Wet van 30 juni 2004 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, ter waarborging van de bekwaamheid tot het uitoefenen van beroepen in het onderwijs (Wet op de beroepen in het onderwijs)

Wet op de beroepen in het onderwijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor de kwaliteit van het onderwijs, voor de kwalificatiestructuur en voor een moderne en open arbeidsorganisatie op het gebied van het primair en voortgezet onderwijs alsmede op het gebied van de educatie en het beroepsonderwijs wenselijk is, bekwaamheidseisen voor onderwijsgevenden vast te stellen, mogelijk te maken dat dergelijke eisen eveneens worden vastgesteld voor nauw met het onderwijs verbonden leidinggevende en ondersteunende werkzaamheden en te bevorderen dat de betrokkenen hun bekwaamheid onderhouden;
dat het tevens noodzakelijk is, de onderwerpen uit de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs te regelen in de desbetreffende onderwijswetten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.

Artikel

II

Wijzigt de Wet op de expertisecentra.

Artikel

III

Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel

IV

Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel

V

Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel

VI

Wijzigt de Overgangswet W.V.O.

Artikel

VII

Wijzigt de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

Artikel

VIII

Wijzigt de Wet op het onderwijstoezicht.

Artikel

IX

Vervallen

Artikel

X

Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.

Artikel

XI

Overgangsrecht bestaande bewijzen van bekwaamheid en bestaande bevoegdheden

Artikel

XII

Overgangsrecht geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs en verrichten van onderwijsondersteunende werkzaamheden daarvoor

Artikel

XIII

Omzetting geschiktheidsverklaringen

Op de dag voor inwerkingtreding van deze wet nog geldige geschiktheidsverklaringen, afgegeven op grond van de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs, gelden vanaf die inwerkingtreding als te zijn afgegeven op grond van artikel 176b van de Wet op het primair onderwijs, artikel 162e van de Wet op de expertisecentra, dan wel artikel 118k van de Wet op het voortgezet onderwijs, indien deze verklaringen vanaf dat tijdstip geldig zouden zijn geweest.

Artikel

XIV

Omzetting melding zij-instroom

Een gedane melding onder overlegging van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs geldt als te zijn gedaan op grond van artikel 176g, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 162j, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra, dan wel artikel 118p, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze artikelen.

Artikel

XVI

Overgangsrecht ho-instellingen erkenning t.b.v. geschiktheidsonderzoek

Instellingen voor hoger onderwijs die op grond van de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs bevoegd zijn tot het verrichten van het in die wet bedoelde geschiktheidsonderzoek, behouden die bevoegdheid tot een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid van de artikelen 176e van de Wet op het primair onderwijs, 162h van de Wet op de expertisecentra en 118n van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel

XX

Inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

XXI

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de beroepen in het onderwijs.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap , M. J. A. van der Hoeven
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit , C. P. Veerman
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner