Maatregelenbesluit UWV

Maatregelenbesluit UWV

Artikel

1

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel

2

Algemene bepaling

Per wet wordt een maatregel opgelegd met inachtneming van dit besluit. De verplichtingen, waarop een maatregel van toepassing is, zijn per wet ingedeeld in categorieën en opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel

3

Maatregelen eerste categorie

Artikel

4

Maatregelen tweede categorie

Artikel

5

Maatregelen derde categorie

Artikel

6

Maatregelen vierde categorie

Artikel

7

Maatregelen vijfde categorie

Artikel

8

Niet nakoming twee of meer verplichtingen

Artikel

9

Recidive

Artikel

10

Samenvoeging van maatregelen

Artikel

11

Ingang van de maatregel

De maatregel gaat in op de eerste dag van de overtreding of op de eerste dag waarover de uitkering wordt toegekend, respectievelijk de eerste dag waarop recht bestaat op uitkering dan wel op toeslag ingevolge de TW, indien deze dag later ligt.

Artikel

12

Realisering van de maatregel

Artikel

13

Vakantie

Artikel

14

Intrekking

Het Maatregelenbesluit Tica wordt ingetrokken.

Artikel

15

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel

16

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: 'Maatregelenbesluit UWV'.

Dit besluit zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Amsterdam
J.M. Linthorst voorzitter Raad van bestuur UWV

Bijlage

De in artikel 2 van het Maatregelenbesluit UWV bedoelde verplichtingen worden per wet onderscheiden in de volgende categorieën:

A

Ziektewet

Eerste categorie

  • 1°.

    de verzekerde is in geval van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid verplicht dit zo spoedig mogelijk, doch in elk geval niet later dan op de tweede dag van die ongeschiktheid, te melden aan zijn werkgever of, indien de verzekerde geen werkgever heeft als bedoeld in paragraaf 3 van de ZW, aan het UWV (artikel 45, eerste lid, onderdeel d, juncto artikel 38a, eerste lid, van de ZW);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan het UWV op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op of de hoogte van een door hem aangevraagde of aan hem toegekende ziekengelduitkering (artikel 45, eerste lid, onderdeel i, juncto artikel 49 van de ZW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht op verzoek onverwijld aan het UWV of de CWI inzage te verstrekken in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in 107 van de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 45, eerste lid, onderdeel h, van de ZW juncto artikel 55, tweede lid, van de Wet SUWI).

Tweede categorie

1°. de verzekerde is verplicht de controlevoorschriften, voorzover niet genoemd in de overige categorieën, op te volgen (artikel 45, eerste lid, onderdeel e, juncto artikel 39, tweede lid, van de ZW).

Derde categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht op verzoek van het UWV te verschijnen, dan wel ervoor te zorgen dat het geneeskundig onderzoek door een door het UWV aangewezen deskundige kan plaatshebben (artikel 45, eerste lid, onderdeel c, van de ZW);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht het voorschrift op te volgen van het UWV om zich als werkzoekende bij de CWI te laten registreren en die registratie tijdig te doen verlengen, indien hem daartoe het recht toekomt op grond van artikel 25 van de Wet SUWI (artikel 45, eerste lid, onderdeel e, juncto artikel 30, derde lid, van de ZW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht vragen te beantwoorden, die hem zijn gesteld door of vanwege het UWV, dan wel zich te laten onderzoeken, of op te laten nemen ter observatie, bij de uitvoering van de WAO, de WAZ onderscheidenlijk de Wajong (artikel 45, eerste lid, onderdeel f, van de ZW).

Vierde categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht binnen redelijke termijn geneeskundige hulp in te roepen en zich gedurende het gehele verloop van de ziekte onder behandeling te blijven stellen, alsmede de voorschriften van de behandelend arts op te volgen (artikel 45, eerste lid, onderdeel a, van de ZW);

  • 2°.

    de verzekerde dient gedurende de ongeschiktheid tot werken gedragingen na te laten, waardoor zijn genezing wordt belemmerd (artikel 45, eerste lid, onderdeel b, van de ZW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht zijn arbeid te hervatten zodra hij zich hiertoe in staat acht (artikel 45, eerste lid, onderdeel e, juncto artikel 39, tweede lid, van de ZW);

  • 4°.

    de verzekerde die in staat is hem passende arbeid te verrichten, is verplicht te trachten deze arbeid te verkrijgen (artikel 45, eerste lid, onderdeel k, juncto artikel 30, eerste lid van de ZW);

  • 5°.

    de verzekerde is verplicht mee te werken aan een scholing of opleiding die wenselijk wordt geacht voor zijn inschakeling in de arbeid (artikel 45, eerste lid, onderdeel l, van de ZW);

  • 6°.

    de verzekerde is verplicht mee te werken aan door zijn werkgever of een door die werkgever aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de verzekerde in staat te stellen passende arbeid te verrichten (artikel 45, eerste lid, onderdeel m, van de ZW).

Vijfde categorie

  • 1°.

    de verzekerde mag zijn arbeidsongeschiktheid niet opzettelijk veroorzaken (artikel 45, eerste lid, onderdeel g, van de ZW);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het wachtgeldfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij afstand doet van zijn aanspraak op loon onder voortduren van de dienstbetrekking, instemt met of berust in een eindiging van de dienstbetrekking of een eindiging van de dienstbetrekking op een eerder tijdstip dan bij het sluiten van de dienstbetrekking was overeengekomen (artikel 45, eerste lid, onderdeel j, van de ZW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het wachtgeldfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen door te handelen of na te laten voorzover niet genoemd in deze categorie, ten 2° (artikel 45, eerste lid, onderdeel j, van de ZW).

B

Waz, wajong en wao

Eerste categorie

  • 1°.

    de verzekerde die in aanmerking wenst te komen voor toekenning dan wel voortzetting van de uitkering, dient zijn aanvraag te doen binnen negen maanden na aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid onderscheidenlijk uiterlijk dertien weken voor het verstrijken van de termijn waarover de arbeidsongeschiktheidsuitkering is toegekend onderscheidenlijk 13 weken voor het verstrijken van de verlengde wachttijd ingevolge artikel 19, zevende lid, van de WAO (artikelen 46, onderdeel f, van de WAZ, 38 van de Wajong en 28, onderdeel f, van de WAO juncto artikelen 35, vierde lid van de WAZ, 28 vierde lid, van de Wajong en 34, derde lid van de WAO);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht na een schriftelijk verzoek de voor de uitvoering benodigde informatie binnen een gestelde termijn te verstrekken (artikelen 46, onderdeel d, van de WAZ, 38, onderdeel d, van de Wajong en 28, onderdeel d, van de WAO juncto artikelen 44 en 70 van de WAZ, 36 en 62 van de Wajong en 27 en 80 van de WAO);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht te voldoen aan een verzoek om mondeling en schriftelijk en in het laatste geval binnen een schriftelijk gestelde termijn inlichtingen te geven (artikelen 44 van de WAZ, 36 van de Wajong en 27 van de WAO juncto artikelen 70 van de WAZ, 62 van de Wajong en 80 van de WAO);

  • 4°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan het UWV op zijn verzoek mededeling te doen van alle feiten of omstandigheden, waarvan het hem redelijkerwijs duidelijk is, dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op of de hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering of het bedrag, dat daarvan wordt uitbetaald (artikelen 46, onderdeel d, van de WAZ, 38, onderdeel d, van de Wajong en 28, onderdeel d, van de WAO juncto artikelen 70 van de WAZ, 62 van de Wajong en 80 van de WAO);

  • 5°.

    de verzekerde is verplicht op verzoek onverwijld aan het UWV of de CWI inzage te verstrekken in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 (artikelen 46, onderdeel d, van de WAZ, 38, onderdeel d, van de Wajong en 28, onderdeel d, van de WAO juncto artikel 55, tweede lid, van de Wet SUWI).

Tweede categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht de controlevoorschriften, voor zover niet genoemd in de overige categorieën, op te volgen (artikelen 46, onderdeel d, van de WAZ, 38, onderdeel d, van de Wajong en 28, onderdeel d, van de WAO).

  • 2°.

    De verzekerde is verplicht de aanvraag voor de toekenning van de uitkering vergezeld te doen gaan van een reïntegratieverslag als bedoeld in artikel 71a van de WAO (artikel 28, onderdeel f, van de WAO, juncto artikel 34a van de WAO)

Derde categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht, na tijdig te zijn opgeroepen, te verschijnen dan wel, hetzij de gestelde vragen te beantwoorden, hetzij zich te laten onderzoeken door een deskundige, hetzij te voldoen aan het voorschrift om zich ter observatie te doen opnemen of te verblijven in een aangewezen inrichting (artikelen 45, eerste lid, van de WAZ, 37, eerste lid, van de Wajong en 25, eerste lid, van de WAO);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht de bij de registratie als werkzoekende bij de CWI gegeven voorschriften op te volgen (artikelen 46, onderdeel a, van de WAZ, 38, onderdeel a, van de Wajong en 28, onderdeel a, van de WAO).

Vierde categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht de in het belang van een behandeling of genezing of tot het behoud, herstel of ter bevordering van de mogelijkheid tot het verrichten van arbeid gegeven voorschriften op te volgen (artikelen 46, onderdeel a, van de WAZ, 38, onderdeel a, van de Wajong en 28, onderdeel a, van de WAO);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht zich onder geneeskundige behandeling te stellen, dan wel de voorschriften van de behandelend arts op te volgen (artikelen 46, onderdeel b, van de WAZ, 38, onderdeel b, van de Wajong en 28, onderdeel b, van de WAO);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht gedragingen na te laten waardoor zijn genezing wordt belemmerd, dan wel voldoende mede te werken om aanpassing aan zijn ziekte of gebrek te krijgen (artikelen 46, onderdeel c, van de WAZ, 38, onderdeel c, van de Wajong en 28, onderdeel c, van de WAO).

  • 4°.

    de verzekerde is verplicht mee te werken aan een scholing of opleiding die wenselijk wordt geacht voor zijn inschakeling in de arbeid (artikelen 46, onderdeel g, van de WAZ, 38, onderdeel g, van de Wajong en 28, onderdeel g, van de WAO);

  • 5°.

    de verzekerde is verplicht mee te werken aan door zijn werkgever of een door die werkgever aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de belanghebbende in staat te stellen passende arbeid te verrichten, en om voldoende reïntegratie-inspanningen te verrichten (artikel 28, onderdeel h, van de WAO);

Vijfde categorie

1°. de verzekerde mag zijn arbeidsongeschiktheid niet opzettelijk veroorzaken (artikelen 46, onderdeel e, van de WAZ, 38, onderdeel e, van de Wajong en 28, onderdeel e, van de WAO).

C

Werkloosheidswet

Eerste categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht uiterlijk de eerste werkdag volgend op de eerste dag van werkloosheid bij de CWI dan wel het UWV aangifte te doen van zijn werkloosheid (artikel 26, eerste lid, onderdeel a, dan wel artikel 26, vierde en vijfde lid, van de WW):

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht binnen één week na het intreden van zijn werkloosheid bij de CWI een aanvraag om een uitkering in te dienen (artikel 26, eerste lid, onderdeel b, van de WW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht zich tijdig als werkzoekende bij de CWI te laten registreren en die registratie tijdig te doen verlengen, indien hem daartoe het recht toekomt op grond van artikel 25, derde lid, van de Wet SUWI (artikel 26, eerste lid, onderdeel d, van de WW);

  • 4°.

    de verzekerde is verplicht vóór elke betaling van de uitkering, op een door het UWV aangegeven tijdstip, adres en voorgeschreven wijze, een door het UWV beschikbaar gesteld formulier betreffende onder meer verrichte werkzaamheden, genoten inkomsten en sollicitatie-activiteiten (het werkbriefje) door hem ondertekend en volledig ingevuld in te dienen (artikel 26, eerste lid, onderdeel c, van de WW);

  • 5°.

    de verzekerde is verplicht zo spoedig mogelijk voor de aanvang van een voorgenomen vakantie aan het UWV mededeling te doen van de voorgenomen duur van de vakantie en de periode waarin deze zal plaatsvinden (artikel 26, eerste lid, onderdeel j, van de WW);

  • 6°.

    de verzekerde is verplicht terstond aan het UWV mededeling te doen van overschrijding van de voorgenomen duur van de vakantie (artikel 26, eerste lid, onderdeel j, van de WW);

  • 7°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan het UWV op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering, of op het bedrag van de uitkering dat aan de werknemer wordt betaald (artikel 25 van de WW);

  • 8°.

    de verzekerde is verplicht onverwijld aan het UWV of de CWI inzage te verstrekken in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 55, tweede lid, van de Wet SUWI);

  • 9°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan de CWI op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering (artikel 29, eerste lid, van de Wet SUWI).

Tweede categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht de ten behoeve van een doelmatige controle gestelde voorschriften, voorzover niet genoemd in de overige categorieën, op te volgen (artikel 26, eerste lid, onderdeel c, van de WW);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht de voorschriften op te volgen die het UWV stelt in verband met het genieten van vakantie tijdens de duur van de uitkering, voorzover niet genoemd in de eerste categorie (artikel 26, eerste lid, onderdeel j, van de WW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht te voldoen aan de andere voorwaarden die het UWV op grond van artikel 101, tweede lid, van de WW stelt (artikel 26, eerste lid, onderdeel h, van de WW).

  • 4°.

    de verzekerde is verplicht aan de CWI de gevraagde gegevens en bewijsstukken te verstrekken (artikel 28, tweede lid, van de Wet SUWI).

Derde categorie

1°. de verzekerde is verplicht mee te werken aan een voor hem gewenst onderzoek naar zijn arbeidsgeschiktheid door een geneeskundige, een psycholoog of een beroepskeuze-adviseur (artikel 26, eerste lid, onderdeel g, van de WW).

Vierde categorie

  • 1°.

    de verzekerde voorkomt dat hij werkloos is of blijft, doordat hij in onvoldoende mate tracht passende arbeid te verkrijgen (artikel 24, eerste lid, onderdeel b, ten 1° , van de WW);

  • 2°.

    de verzekerde voorkomt dat hij in verband met door hem te verrichten arbeid eisen stelt die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid belemmeren (artikel 24, eerste lid, onderdeel b, ten 4°, van de WW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht mee te werken aan een scholing of opleiding die noodzakelijk wordt geacht voor zijn inschakeling in de arbeid, beschikbaar te zijn voor de voorzieningen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand en mee te werken aan het verkrijgen van die voorzieningen (artikel 26, eerste lid, onderdeel f, van de WW).

  • 4°.

    de verzekerde is verplicht mee te werken aan de activiteiten die bevorderlijk zijn voor zijn inschakeling in de arbeid, bedoeld in artikel 69, en de hoofdstukken VI en XA van de WW (artikel 26, eerste lid, onderdeel e, van de WW).

Vijfde categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het wachtgeldfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij door de wijze van beëindiging van de dienstbetrekking loonaanspraken prijsgeeft (artikel 24, zesde lid, van de WW);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het wachtgeldfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij aanspraken op inkomsten die op de uitkering in mindering hadden kunnen worden gebracht prijsgeeft (artikel 24, zesde lid, van de WW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het wachtgeldfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij geen tijdig gebruik maakt van een voor hem bestaande mogelijkheid bij derden zijn aanspraken op loon, vakantiegeld, vakantiebijslag of bedragen die de werkgever in verband met de dienstbetrekking verschuldigd is aan derden geldend te maken (artikel 24, zesde lid, van de WW);

  • 4°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het wachtgeldfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij instemt met dan wel berust in het niet voldoen door de werkgever van zijn aanspraken op loon, vakantiegeld, vakantiebijslag of bedragen die de werkgever in verband met de dienstbetrekking verschuldigd is aan derden (artikel 24, zesde lid, van de WW);

  • 5°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het wachtgeldfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen door te handelen of na te laten voorzover niet genoemd in deze categorie, ten 1° tot en met 4° (artikel 24, zesde lid, van de WW).

D

Toeslagenwet

Eerste categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht binnen de in de controlevoorschriften TW gestelde termijn een aanvraag om toeslag in te dienen (artikel 13 van de TW);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor gestelde termijn en op een beschikbaar gesteld formulier de voor de uitvoering benodigde informatie te verstrekken (artikel 13 van de TW juncto artikel 12 van de TW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan het UWV op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op toeslag of op het bedrag van de toeslag dat wordt betaald (artikel 12 van de TW);

  • 4°.

    de verzekerde is verplicht op verzoek onverwijld aan het UWV of de CWI inzage te verstrekken in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 55, tweede lid, van de Wet SUWI);

  • 5°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan de CWI op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering (artikel 29, eerste lid, van de Wet SUWI).

Tweede categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht de ten behoeve van een doelmatige controle gestelde voorschriften, voorzover niet genoemd in de eerste categorie, op te volgen (artikel 13 van de TW);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht aan de CWI de gevraagde gegevens en bewijsstukken te verstrekken (artikel 28, tweede lid, van de Wet SUWI).

E

Wet arbeid en zorg

Eerste categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht aan het UWV op zijn verzoek binnen de gestelde termijn alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering of op de hoogte van de uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering of op het bedrag van de uitkering dat wordt betaald (artikel 3:16, eerste lid onder g, artikel 3:27, eerste lid onder f en artikel 7:15 van de Wazo);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht op verzoek onverwijld aan het UWV inzage te verstrekken in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 3:16, eerste lid, onderdeel f, van de Wazo juncto artikel 45, eerste lid, onderdeel h, van de ZW en artikel 3:27, eerste lid, onderdeel e, van de Wazo juncto artikel 46, onderdeel d, van de WAZ juncto artikel 55, tweede lid, van de Wet SUWI).

Tweede categorie

1°. de verzekerde is verplicht de ten behoeve van een doelmatige controle gestelde voorschriften, voorzover niet genoemd in de eerste categorie, op te volgen (artikel 3:16, eerste lid, onderdeel f, van de Wazo, artikel 3:27, eerste lid, onderdeel e, van de Wazo juncto artikel 3:28 van de Wazo).