Maatregelenbesluit UWV

Maatregelenbesluit UWV

Artikel

1

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel

2

Algemene bepaling

Per wet wordt een maatregel opgelegd met inachtneming van dit besluit. De verplichtingen, waarop een maatregel van toepassing is, zijn per wet ingedeeld in categorieën en opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel

3

Maatregelen eerste categorie

Artikel

4

Maatregelen tweede categorie

Artikel

5

Maatregelen derde categorie

Artikel

6

Maatregelen vierde categorie

Artikel

7

Maatregelen vijfde categorie

Artikel

8

Niet nakoming twee of meer verplichtingen

Artikel

9

Recidive

Artikel

10

Samenvoeging van maatregelen

Artikel

11

Ingang van de maatregel

Vervallen

Artikel

12

Realisering van de maatregel

Artikel

13

Vakantie

In de perioden waarin de verzekerde, met inachtneming van de voorschriften, als bedoeld in artikel 101, tweede lid, onderdeel b, juncto artikel 26, eerste lid, onderdeel j, van de WW, vakantie geniet, ontbreekt de verwijtbaarheid ten aanzien van overtredingen als bedoeld in artikel 24, eerste lid onderdeel b ten eerste, ten tweede en ten vierde, of artikel 26 van de WW, voorzover de perioden waarin de verzekerde vakantie geniet, in enig kalenderjaar gezamenlijk een periode van 20 dagen niet overschrijden.

Artikel

14

Intrekking

Vervallen

Artikel

15

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel

16

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: 'Maatregelenbesluit UWV'.

Dit besluit zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Amsterdam
J.M. Linthorst voorzitter Raad van bestuur UWV

Bijlage

De in artikel 2 van het Maatregelenbesluit UWV bedoelde verplichtingen worden per wet onderscheiden in de volgende categorieën:

A

Ziektewet

Eerste categorie

Tweede categorie

Derde categorie

Vierde categorie

Vijfde categorie

  • 1°.

    de verzekerde mag zijn arbeidsongeschiktheid niet opzettelijk veroorzaken (artikel 45, eerste lid, onderdeel g, van de ZW);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het wachtgeldfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij afstand doet van zijn aanspraak op loon onder voortduren van de dienstbetrekking, instemt met of berust in een eindiging van de dienstbetrekking of een eindiging van de dienstbetrekking op een eerder tijdstip dan bij het sluiten van de dienstbetrekking was overeengekomen (artikel 45, eerste lid, onderdeel j, van de ZW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het wachtgeldfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen door te handelen of na te laten voorzover niet genoemd in deze categorie, ten 2° (artikel 45, eerste lid, onderdeel j, van de ZW).

B

Waz, wajong en wao

Eerste categorie

Tweede categorie

Derde categorie

Vierde categorie

Vijfde categorie

1°. de verzekerde mag zijn arbeidsongeschiktheid niet opzettelijk veroorzaken (artikelen 46, onderdeel e, van de WAZ, 38, onderdeel e, van de Wajong en 28, onderdeel e, van de WAO).

C

Werkloosheidswet

Eerste categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht uiterlijk de eerste werkdag volgend op de eerste dag van werkloosheid bij de CWI dan wel het UWV aangifte te doen van zijn werkloosheid (artikel 26, eerste lid, onderdeel a, dan wel artikel 26, vierde en vijfde lid, van de WW):

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht binnen één week na het intreden van zijn werkloosheid bij de CWI een aanvraag om een uitkering in te dienen (artikel 26, eerste lid, onderdeel b, van de WW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht zich tijdig als werkzoekende bij de CWI te laten registreren en die registratie tijdig te doen verlengen, indien hem daartoe het recht toekomt op grond van artikel 25, derde lid, van de Wet SUWI (artikel 26, eerste lid, onderdeel d, van de WW);

  • 4°.

    de verzekerde is verplicht vóór elke betaling van de uitkering, op een door het UWV aangegeven tijdstip, adres en voorgeschreven wijze, een door het UWV beschikbaar gesteld formulier betreffende onder meer verrichte werkzaamheden, genoten inkomsten en sollicitatie-activiteiten (het werkbriefje) door hem ondertekend en volledig ingevuld in te dienen (artikel 26, eerste lid, onderdeel c, van de WW);

  • 5°.

    de verzekerde is verplicht zo spoedig mogelijk voor de aanvang van een voorgenomen vakantie aan het UWV mededeling te doen van de voorgenomen duur van de vakantie en de periode waarin deze zal plaatsvinden (artikel 26, eerste lid, onderdeel j, van de WW);

  • 6°.

    de verzekerde is verplicht terstond aan het UWV mededeling te doen van overschrijding van de voorgenomen duur van de vakantie (artikel 26, eerste lid, onderdeel j, van de WW);

  • 7°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan het UWV op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering, of op het bedrag van de uitkering dat aan de werknemer wordt betaald (artikel 25 van de WW);

  • 8°.

    de verzekerde is verplicht onverwijld aan het UWV of de CWI inzage te verstrekken in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 55, tweede lid, van de Wet SUWI);

  • 9°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan de CWI op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering (artikel 29, eerste lid, van de Wet SUWI);

  • 10°.

    De verzekerde die bij deelname aan een reïntegratietraject zijn reïntegratieverplichtingen niet naleeft, is verplicht de reden daarvan onmiddellijk mede te delen aan het reïntegratiebedrijf (artikel 26, eerste lid, onderdeel m, van de WW).

  • 11°

    De verzekerde is verplicht gedurende de eerste dertien weken van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte als bedoeld in artikel 20, zesde en zevende lid, van de WW de verplichtingen als genoemd in deze bijlage in het onderdeel A. Ziektewet onder Eerste categorie na te komen (artikel 27, vierde lid, van de WW).

Tweede categorie

Derde categorie

Vierde categorie

Vijfde categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het sectorfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij door de wijze van beëindiging van de dienstbetrekking loonaanspraken prijsgeeft (artikel 24, vijfde lid, van de WW);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het sectorfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij aanspraken op inkomsten die op de uitkering in mindering hadden kunnen worden gebracht prijsgeeft (artikel 24, vijfde lid, van de WW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het sectorfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij geen tijdig gebruik maakt van een voor hem bestaande mogelijkheid bij derden zijn aanspraken op loon, vakantiegeld, vakantiebijslag of bedragen die de werkgever in verband met de dienstbetrekking verschuldigd is aan derden geldend te maken (artikel 24, vijfde lid, van de WW);

  • 4°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het sectorfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij instemt met dan wel berust in het niet voldoen door de werkgever van zijn aanspraken op loon, vakantiegeld, vakantiebijslag of bedragen die de werkgever in verband met de dienstbetrekking verschuldigd is aan derden (artikel 24, vijfde lid, van de WW);

  • 5°.

    de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het sectorfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen door te handelen of na te laten voorzover niet genoemd in deze categorie, ten 1° tot en met 4° (artikel 24, vijfde lid, van de WW).

  • De verzekerde is verplicht gedurende de eerste dertien weken van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte als bedoeld in artikel 20, zesde en zevende lid, van de WW de verplichtingen als genoemd in deze bijlage in het onderdeel A. Ziektewet, onder Vijfde categorie na te komen (artikel 27, vierde lid, van de WW).

D

Toeslagenwet

Eerste categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht binnen de in de controlevoorschriften TW gestelde termijn een aanvraag om toeslag in te dienen (artikel 13 van de TW);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor gestelde termijn en op een beschikbaar gesteld formulier de voor de uitvoering benodigde informatie te verstrekken (artikel 13 van de TW juncto artikel 12 van de TW);

  • 3°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan het UWV op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op toeslag of op het bedrag van de toeslag dat wordt betaald (artikel 12 van de TW);

  • 4°.

    de verzekerde is verplicht op verzoek onverwijld aan het UWV of de CWI inzage te verstrekken in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 55, tweede lid, van de Wet SUWI);

  • 5°.

    de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan de CWI op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering (artikel 29, eerste lid, van de Wet SUWI).

Tweede categorie

  • 1°.

    de verzekerde is verplicht de ten behoeve van een doelmatige controle gestelde voorschriften, voorzover niet genoemd in de eerste categorie, op te volgen (artikel 13 van de TW);

  • 2°.

    de verzekerde is verplicht aan de CWI de gevraagde gegevens en bewijsstukken te verstrekken (artikel 28, tweede lid, van de Wet SUWI).

E

Wet arbeid en zorg

Eerste categorie

Tweede categorie

1°. de verzekerde is verplicht de ten behoeve van een doelmatige controle gestelde voorschriften, voorzover niet genoemd in de eerste categorie, op te volgen (artikel 3:16, eerste lid, onderdeel f, van de Wazo, artikel 3:27, eerste lid, onderdeel e, van de Wazo juncto artikel 3:28 van de Wazo).

F

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Eerste categorie

Tweede categorie

Derde categorie

Vierde categorie

  • 1°.

    de verzekerde voorkomt het ontstaan van arbeidsongeschiktheid of verminderde arbeidsgeschiktheid en beperkt het bestaan van arbeidsongeschiktheid of verminderde arbeidsgeschiktheid, voorzover dit redelijkerwijs van hem verwacht mag worden (artikel 28, eerste lid, van de Wet WIA);

  • 2°.

    de verzekerde is gedurende de wachttijd alsmede het verlengde tijdvak, bedoeld in artikel 24, eerste lid, en het tijdvak, bedoeld in artikel 25, negende lid, van de Wet WIA, verplicht:

    • a.

      mee te werken aan door zijn werkgever of door een door die werkgever aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om hem in staat te stellen passende arbeid te verrichten;

    • b.

      voldoende reïntegratie-inspanningen te verrichten;

    • c.

      een naar algemeen medische maatstaven adequate behandeling te ondergaan voor zijn ziekte of gebrek (artikel 28, tweede lid, van de Wet WIA);

  • 3°.

    de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht in voldoende mate te trachten mogelijkheden tot het verrichten van passende arbeid te behouden of te verkrijgen (artikel 29, eerste lid, van de Wet WIA);

  • 4°.

    de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht zich geneeskundig te laten behandelen of aanwijzingen van een arts op te volgen indien het UWV of het reïntegratiebedrijf in opdracht van het UWV daartoe opdracht geeft en zijn genezing niet te belemmeren (artikel 29, tweede lid, onder a, van de Wet WIA);

  • 5°.

    de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht mee te werken aan activiteiten of werkzaamheden, gericht op zijn inschakeling in de arbeid, die het UWV wenselijk acht voor verkrijging van mogelijkheden tot verrichten van passende arbeid (artikel 29, tweede lid, onder b, van de Wet WIA);

  • 6°.

    de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht mee te werken aan aanpassing van de arbeidsplaats en aan persoonsgebonden voorzieningen die het UWV verstrekt voor verkrijging van mogelijkheden tot verrichten van passende arbeid en zo nodig te trachten die aanpassing en die voorzieningen te verkrijgen (artikel 29, tweede lid, onder c, van de Wet WIA);

  • 7°.

    de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering moet voldoen aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de reïntegratievisie en het reïntegratieplan. (artikel 29, tweede lid, onder e, van de wet WIA);

  • 8°.

    de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht in voldoende mate te trachten passende arbeid te verkrijgen (artikel 30, eerste lid, onder b, van de Wet WIA);

  • 9°.

    de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht geen eisen te stellen in verband met door hem te verrichten arbeid die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid belemmeren (artikel 30, eerste lid, onder c, van de Wet WIA).

Vijfde categorie