Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 november 2004, nr. KVI2004111184, Directoraat Generaal Milieubeheer, Directie Klimaatverandering en Industrie, houdende regels met betrekking tot het uitvoeren van metingen van emissies (Regeling meetmethoden verbranden afvalstoffen)

Regeling meetmethoden verbranden afvalstoffen

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Besluit:

Artikel

1

Een grootheid, genoemd in tabel A in de bijlage bij deze regeling, wordt continu gemeten overeenkomstig de in die tabel voor die grootheid aangewezen norm.

Artikel

2

In afwijking van artikel 1 kan bij het continu meten van de concentratie van stikstofoxiden in het rookgas worden volstaan met het continu meten van de concentratie van stikstofmonoxide in het rookgas indien de kalibratie is uitgevoerd ten opzichte van de meting van de totale concentratie stikstofoxide in het rookgas.

Artikel

4

Een periodieke meting en een parallelmeting van een grootheid, genoemd in tabel B in de bijlage bij deze regeling, wordt uitgevoerd overeenkomstig de in die tabel voor die grootheid aangewezen norm.

Artikel

5

Het meten van de hoeveelheid organische koolstof in de slakken en de bodemas in een afvalverbrandingsinstallatie, alsmede van het gloeiverlies van de slakken en de bodemas in een afvalverbrandingsinstallatie wordt uitgevoerd overeenkomstig de in tabel D in de bijlage bij deze regeling aangewezen normen.

Artikel

6

De kwaliteit van een periodieke meting en een parallelmeting wordt geborgd overeenkomstig de in tabel C in de bijlage bij deze regeling aangewezen normen.

Artikel

7

Een periodieke meting en een parallelmeting worden uitgevoerd onder normale bedrijfsomstandigheden.

Artikel

8

Bij een meting worden tevens alle parameters die noodzakelijk zijn voor de vaststelling of aan de ingevolge het Besluit verbranden afvalstoffen van toepassing zijnde eisen betreffende emissies, temperatuur, slakken en bodemas is voldaan, gelijktijdig gemeten.

Artikel

9

Indien meer dan een derde deel van de gemeten concentraties waaruit een gemiddelde wordt berekend ontbreekt, wordt het op basis van die waarden gemeten gemiddelde buiten beschouwing gelaten bij de toetsing aan de van toepassing zijnde emissie-eisen.

Artikel

10

Artikel

11

Bij een verbrandingsinstallatie worden de voorzieningen aangebracht die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de voorgeschreven metingen.

Artikel

12

Indien de meetapparatuur voor continue metingen geïnstalleerd bij verbrandingsinstallaties niet goed functioneert:

  • a.

    worden de nodige maatregelen genomen opdat die apparatuur zo spoedig mogelijk weer goed functioneert;

  • b.

    wordt de werking van de rookgasreiniginginstallatie niet verminderd, tenzij dit op technische gronden onvermijdelijk is;

  • c.

    wordt zodra deze situatie langer duurt dan 24 uur, het bevoegd gezag zo spoedig mogelijk hiervan op de hoogte gesteld.

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Indien geen gebruik wordt gemaakt van de resultaten van een meting, wordt dit met opgave van redenen gemeld aan het bevoegd gezag. Bij deze melding worden die meetresultaten gevoegd.

Artikel

17

De in de bijlage bij deze regeling aangewezen normen alsmede de aanvullingen en correctiebladen met betrekking tot deze normen worden ter inzage gelegd bij de bibliotheek van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te Den Haag.

Artikel

18

Met de in de bijlage bij deze regeling aangewezen normen worden gelijkgesteld normen die worden vastgesteld of aangewezen in een andere lidstaat van de Europese Unie, Turkije dan wel een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, die een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de in de bijlage bij deze regeling aangewezen normen wordt nagestreefd.

Artikel

19

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

20

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling meetmethoden verbranden afvalstoffen.

Artikel

21

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. vanGeel

Bijlage

In de hieronder staande tabellen wordt verstaan onder:

  • NEN: door het Nederlands Normalisatie Instituut uitgegeven norm;

  • ISO: door de International Organisation for Standardization uitgegeven norm;

  • NEN-ISO: door de International Organisation for Standardization opgestelde en door het Nederlands Normalisatie Instituut als Nederlandse norm aanvaarde en uitgegeven norm;

  • NVN: door het Nederlands Normalisatie Instituut uitgegeven voornorm, vooruitlopend op een NEN-norm;

  • VDI: door de Verein Deutscher Ingenieure E.V. uitgegeven norm;

  • EPA: door de U.S. Environmental Protection Agency uitgegeven norm;

  • BRL: door KIWA N.V. uitgegeven beoordelingsrichtlijn.

Tabel

A

Meetnormen voor continue metingen als bedoeld in artikel 1

SO2 concentratie

NEN-ISO

7935

2001

Stationary source emissions – Determination of the mass concentration of sulfur dioxide – performance characteristics of automated measuring methods

HCl concentratie,gasvormig Cl concentratie

VDI

3480

3

1992

Gaseous emission measurement - Continuous determination of gaseous inorganic chlorine compounds by the ecometer

totaal stof concentratie

NEN-ISO

10155

2002

Stationary source emissions – Automated monitoring of mass concentrations of particles – performance characteristics, test methods and specifications

O2 concentratie

NEN-ISO

12039

2001

Stationary source emissions – Determination of carbon monoxide, carbon dioxide and oxygen – performance characteristics and calibration of automated measuring systems

CO concentratie

NEN-ISO

12039

2001

Stationary source emissions – Determination of carbon monoxide, carbon dioxide and oxygen – performance characteristics and calibration of automated measuring systems

NOx concentratie

NEN-ISO

10849

1998

Stationary source emissions – Determination of the mass concentration of nitrogen oxides – performance characteristics of automated measuring systems

Debiet

NEN-ISO

14164

1999

Stationary source emissions – Determination of the volume flowrate of gas streams in ducts – automated method

Tabel

B

Meetnormen voor periodieke metingen en parallelmetingen als bedoeld in artikel 4

HF concentratie,

F concentratie

NEN

2819

1994

Luchtkwaliteit – Uitworp door stationaire bronnen – Monsterneming en bepaling van het gehalte aan fluoride

Debiet

ISO

10780

1994

Stationary source emissions – Measurement of velocity and volume flow rate of gas streams in ducts

H2O concentratie

EPA method

4

2000

Determination of moisture content in stack gases

O2 concentratie

NEN-ISO

12039

2001

Stationary source emissions – Determination of carbon monoxide, carbon dioxide and oxygen – performance characteristics and calibration of automated measuring systems

CO concentratie

NEN-ISO

12039

2001

Stationary source emissions – Determination of carbon monoxide, carbon dioxide and oxygen – performance characteristics and calibration of automated measuring systems

SO2 concentratie

ISO

7934

1998

Stationary source emissions – Determination of the mass concentration of sulfur dioxide – Hydrogen peroxide/barium perchlorate/Thorin method

NOx concentratie

NEN-ISO

11564

2000

Stationary source emissions – Determination of the mass concentration of nitrogen oxides – Naphthylethylenediamine photometric method

Zware metalen concentratie

NVN

2817

1996

Luchtkwaliteit – Uitworp door stationaire bronnen – Monsterneming en analyse voor de bepaling van de gehalten aan arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood en zink en hun verbindingen, in zwevend stof en in de gasfase

Tabel

C

Algemene normen voor kwaliteitsborging als bedoeld in artikel 6

Prestatiekenmerken meetmethoden luchtkwaliteit

ISO

6879

1995

Air quality – Performance characteristics and related concepts for air quality measuring methods

Prestatiekenmerken meetmethoden luchtkwaliteit

ISO

9169

1994

Air quality – Determination of performance characteristics of measurement methods

Monsterneming geautomatiseerde metingssystemen

NEN-ISO

10396

1999

Stationary source emissions – Sampling for the automated determination of gas concentrations

Tabel

D

Bijzondere normen als bedoeld in artikel 5

[totaal organisch C], gloeiverlies

BRL

2307

2003

Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO attest met productcertificaat voor AVI-bodemas voor ongebonden toepassing op of in de bodem in grond- en wegenbouwkunde.

De omrekening van een concentratie van een in de onderstaande tabel genoemde gasvormig component in het rookgas uitgedrukt als volumefractie (ppm) naar een concentratie uitgedrukt in massa per kubieke meter (mg/m3) geschiedt volgens de onderstaande formule:

waarin:

Mc = molmassa voor de desbetreffende component uitgedrukt in grammen per mol zoals opgenomen in de onderstaande tabel:

Koolmonoxide

28,01

Stikstofoxiden (berekend als stikstofdioxide)

46,01

Waterstoffluoride

20,01

Zoutzuur

36,46

Zwaveldioxide

64,07

De omrekening van een concentratie koolwaterstoffen uitgedrukt als volumefractie aan koolwaterstof van een bekende samenstelling CnHm (ppm) naar een concentratie organisch koolstof uitgedrukt in massa per kubieke meter (mg/m3) geschiedt volgens de onderstaande formule:

waarin:

n = aantal koolstofatomen C per molecule organische component CnHm in het gebruikte kalibratiegas.

De omrekening van een concentratie in nat rookgas naar een concentratie in droog rookgas geschiedt volgens een van de volgende formules:

waarin:

C = concentratie betrokken op droog rookgasmengsel uitgedrukt in ppm of mg/m3

Cm = concentratie betrokken op vochtig rookgasmengsel uitgedrukt in ppm of mg/m3

XH2O = vochtgehalte in kilogram per kubieke meter droog rookgasmengsel [kg/m3]

CH2O = concentratie vocht betrokken op vochtig rookgasmengsel uitgedrukt in volumepercentage.